© Getty Images/iStockphoto

Nachtbrakers lopen meer kans op diabetes en dat komt niet louter door een ongezondere levensstijl!

Ben je een uitgesproken vroege vogel, een nachtuil of eerder een neutraal gemengd type? Je slaapgewoonten blijken meer invloed op je gezondheid te hebben dan tot nu toe werd aangenomen. Nieuw Nederlands onderzoek dat deze week werd voorgesteld op het Europese diabetescongres ontdekte waarom late chronotypes de helft meer risico lopen op diabetes type 2.

Je chronotype bepaalt de natuurlijke neiging van je lichaam om op bepaalde tijdstippen wakker te zijn of te slapen. Tot welk chronotype je behoort is grotendeels genetisch voorbestemd en dit bepaalt in grote mate ons bioritme. Zo ervaren ochtendmensen vooral kort na het opstaan veel energie terwijl nachtuilen liever laat opstaan en gaan slapen en vooral tegen de late middag hun topvorm bereiken. Daarnaast is er een grote groep die een zogeheten intermediair chronotype heeft.

Vetverdeling

Vroegere studies toonden al aan dat uitgesproken late types er vaker een ongezonde levensstijl op nahielden doordat ze oa. meer roken en een ongezonder dieet hebben. “Eerder is gesuggereerd dat dit de reden is waarom ze een hoger risico lopen op obesitas en stofwisselingstoornissen zoals diabetes type 2. Maar wij denken dat levensstijl alleen niet volstaat om die relatie te verklaren. Verder is ook bekend dat late types geassocieerd worden met een hogere BMI maar het is evenmin duidelijk in welke mate het chronotype invloed heeft op de verdeling van het lichaamsvet, wat ook een belangrijke factor is”, vertelt hoofdonderzoeker dr. Jeroen Van der Velde (Leids Universitair Centrum) .

Samen met zijn collega’s bestudeerde hij bij 5000 deelnemers die gemiddeld 56 jaar oud waren, de mogelijke verbanden tussen slaapmomenten, diabetes en de verdeling van lichaamsvet. Dit onderzoek was een onderdeel van de langlopende Netherlands Epidemiology of Obesity-studie naar de precieze invloed van lichaamsvet op ziekten.

Andere mechanismen

De ruim 5000 deelnemers vulden vragenlijsten in aan de hand waarvan hun chronotype werd bepaald: 20% was een laat type, 20 % een vroeg en de resterende 60 was intermediair. Bij iedereen werd de BMI en tailleomtrek gemeten en aan de hand van MRI scans en leveronderzoek werd ook het buikvet (visceraal vet) en het levervetgehalte vastgelegd. Vervolgens werden ze gedurende meer dan 6 jaar opgevolgd en in die periode werd bij 225 mensen diabetes type 2 gediagnosticeerd. De resultaten na afloop van de studie maakten duidelijk dat late types zo’n 46% meer kans liepen op diabetes in vergelijking met de intermediaire types (die dus vroeger naar bed gingen). Omdat de resultaten gecorrigeerd waren op basis van oa. geslacht, leeftijd, opleiding en levensstijlfactoren, lijkt dit erop te wijzen dat levensstijl alleen niet kon verklaren waarom late type zoveel gevoeliger blijken voor diabetes. “We denken dat andere mechanismen een rol spelen”, aldus dr. Van der Velde. “Een plausibele verklaring is dat het circadiaans ritme dat het slaap-waakritme regelt en de aanmaak van het slaaphormoon melatonine, bij late types minder goed is afgestemd op het ritme van werk en sociaal leven dat door de samenleving wordt gevolgd. Dat leidt bij hen tot zogeheten circadiaanse ontregeling wat stofwisselingsstoornissen kan geven zoals diabetes.” Late types in deze studie hadden daarnaast gemiddeld een iets hogere BMI, een grotere taille, meer visceraal vet en levervet dan de andere groepen.

Ook bij vroege types werd gekeken of er sprake was van een verhoogd risico, maar dat bleek statistisch toch niet significant.

Ingrijpen op de timing

Je chronotype wordt onder meer bepaald door genetische aanleg en omgevingsfactoren maar dat betekent nog niet dat er niets kan aangepast worden. “In een volgende stap gaan we onderzoeken of deze late nachtuilen hun stofwisselingsgezondheid kunnen verbeteren door veranderingen aan te brengen in de timing van hun gewoonten.” De Nederlandse onderzoeksgroep sluit zich daarvoor aan bij het TIMED consortium dat de complexe wisselwerking analyseert tussen timing van slaap, voedselinname en fysieke activiteit in verband met diabetes.

“Het aanpassen van de timing van hun maaltijden zou voor late types een mogelijk interessante ingreep kunnen zijn. Doorgaans eten zij immers later op de avond terwijl er steeds meer aanwijzingen zijn dat periodiek vasten en dus niet meer eten na een vast tijdstip, bijvoorbeeld 18 uur, metabole voordelen kan hebben. Nachtmensen die zich zorgen maken over hun verhoogd diabetesrisico zouden op zijn minst kunnen proberen om niet meer te laat te eten. Naar de toekomst toe hopen we deze inzichten verder om te zetten naar concrete adviezen rond timing van dagelijkse gewoonten.”

Bron: Annual Meeting of European Association for the study of Diabetes (EASD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content