Acht op tien Belgen denken niet tot 66 jaar te kunnen werken
Acht op de tien werknemers in België denken niet tot 66 jaar of langer te kunnen werken. Dat blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener Securex.
Vanaf 1 februari 2025 verhoogt de wettelijke pensioenleeftijd van 65 naar 66 jaar voor alle werknemers van 65 jaar of jonger. Toch geven acht op de tien Belgische werknemers (80,4 procent) aan niet tot 66 jaar of langer te kunnen werken. Dat percentage blijft sinds 2019 min of meer stabiel.
55-plussers, die het snelst met de wijziging geconfronteerd worden, denken iets meer dan andere leeftijdsgroepen dat langer werken haalbaar is. Bij die leeftijdscategorie geven zeven op de tien (70,3 procent) respondenten aan een pensioenleeftijd van 66 jaar niet actief te halen. Dat is een sterke verbetering in vergelijking met 2019, toen 85,7 procent aangaf de pensioenleeftijd van 66 jaar niet actief te halen.
Het onderzoek van Securex toont aan dat die verbetering tegenover 2019 er deels is gekomen door minder fysiek zware jobs, meer flexibiliteit en een sterker gevoel van autonomie, bijvoorbeeld door meer telewerk. Absente sme en micromanagement met weinig aandacht voor autonome motivatie hebben een negatieve impact op het kunnen werken tot 66 jaar of langer.
“Het verschil tussen werknemers van 55-plus en de gemiddelde werknemer bewijst hoe belangrijk het is om alle leeftijdsgroepen optimaal te informeren over deze verandering. En niet enkel de oudere generatie,” zegt Stephanie Heurterre van Securex. “Het feit dat 55-plussers procentueel meer aangeven langer te kunnen werken, toont dat ze ook in de herfst van hun loopbaan nog professionele ambities hebben en hun potentieel op de arbeidsmarkt willen benutten.”
Het is volgens Securex belangrijk dat werkgevers dat ook inzien en erover in oprechte dialoog gaan met hun oudere medewerkers. “De wettelijke pensioenleeftijd optrekken volstaat niet om mensen langer te doen werken”, benadrukt Heurterre.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier