© Getty Images

O dennenboompje

Opvallend: coniferen zijn helemaal terug in onze tuinen, zij het dan in dwergvorm. Deze heestertjes zijn duurzaam, decoratief in elk seizoen en gemakkelijk te onderhouden.

Sinds enige tijd beleven coniferen hun grote comeback in de tuin, maar dan wel in een hedendaagse miniatuurversie. Deze dwergboompjes nemen weinig ruimte in, zijn sterk en pronken het hele jaar door met een kleurrijk gebladerte. Bovendien blijft hun onderhoud simpel. De grond aan hun voet onkruidvrij houden en wanneer nodig water geven: meer moet je meestal niet doen. Door hun compact formaat en hun verscheidenheid aan bladkleuren (groen, blauwachtig, zilver- of goudkleurig) en aan vormen (zuilvormig, rond of als grondbedekker) zijn ze een ware aanwinst voor kleine tuinen. Ze passen perfect in rotstuintjes en borders en als grondbedekker kunnen ze een gazon vervangen. Sommige gedijen zelfs in een pot.

Wat zijn geschikte variëteiten? Dwergdennen zoals de pinus mugo ‘mops’ of de pinus nigra ‘Pierrick Bregeon’ worden niet hoger dan 1 tot 1,5 meter en zijn mooi rond. De thuja occidentalis mirjam, teddy of danica is dan weer bolvormig. Dwergceders zoals de cedrus deodara feelin blue met afhangende takken en diepblauwe naalden kunnen dienen als bodembedekker. Al deze soorten plant je in de herfst of in de lente aan in gewone of zure grond. Alleen in kalkgrond of in een alcalische (sterk basische) bodem zullen ze het moeilijk hebben. In dat geval voeg je heidegrond toe bij de aanplant.

Wist-je-datje: de meeste dwergconiferen zijn op hedendaagse wijze geënt. Anders dan bij fruitbomen is het hier wel aanbevolen om de entplaats bij het planten in de grond te begraven, uitgezonderd bij boompjes afkomstig van een geënte tak. Hierdoor zal de ent zelf wortels vormen, zich losmaken van zijn drager en zo uitgroeien tot een krachtiger boompje. ●

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content