© Getty Images

Hoe AI ons leven binnensluipt

Steve Van Herpe
Steve Van Herpe Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Nee, je vergist je: het zijn niet de Chinezen of de Arabieren die komen, het is artificiële intelligentie. De combinatie van AI en robotica zal ons leven drastisch veranderen. “Technologisch is er geen enkele rem op de mogelijkheden.”

Wie zijn de experts in België als het over artificiële intelligentie gaat? Stel die vraag aan ChatGPT en de naam Bart De Moor komt meteen op de proppen. Voor de leken: ChatGPT is een chatbot die gebruikmaakt van artificiële intelligentie. En voor de mensen die ‘Chatbots voor dummies’ nog niet gelezen hebben: een chatbot is een geautomatiseerde gesprekspartner. Je hebt eenvoudige chatbots zoals die van bol.com die simpele vragen kan beantwoorden. Het neusje van de zalm is echter ChatGPT. Die software is getraind op enorme hoeveelheden menselijke conversaties. Stel een vraag en je krijgt – in de meeste gevallen – een zinnig antwoord.

Intelligente assistent

ChatGPT had alleszins gelijk wat Bart De Moor betreft. Hij is professor electric engineering aan de KU Leuven. “Je kan mij catalogeren als een wetenschappelijk onderzoeker, maar ook als een technocraat voor de Vlaamse regering en voorzitter van verschillende bedrijven die allemaal op een of andere manier te maken hebben met artificiële intelligentie en data”, vat hij zelf zijn brede waaier aan beroepsmatige activiteiten samen. Als iemand kan uitleggen wat AI is, is hij het wel. “AI is een systeemtechnologie. In onze hedendaagse wereld maken we gebruik van verschillende systeemtechnologieën. Bij de meeste daarvan staan we eigenlijk niet meer stil. Het elektriciteitsnetwerk vinden wij normaal, maar honderd jaar geleden was dat helemaal nieuw. Net hetzelfde met water en gas. Of neem Google: met één muisklik ligt het internet open. Toen ik begon als prof, moesten wij uren in bibliotheken zitten, boeken kopen, artikels opvragen … Maar weet jij hoe Google werkt? Je stelt je die vraag niet meer, net zoals je je niet meer afvraagt hoe de motor in je wagen werkt. Dat is allemaal hightech, maar tegelijkertijd ook heel gebruiksvriendelijk. Zo zal ook AI verder evolueren. Het zal in allerlei domeinen in het alledaagse leven zijn ingang vinden zonder dat we het doorhebben.”
AI staat als systeemtechnologie wel nog in de kinderschoenen. Bart De Moor noemt de term ‘artificiële intelligentie’ wat misleidend. “Een beter woord zou ‘assisted intelligence’ zijn omdat een AI-tool de mens op een of andere manier ondersteunt. AI kan suggesties aanreiken, bijvoorbeeld bij de diagnose van een ziekte, maar het is nog altijd de bevoegdheid van de dokter om te beslissen welke ziekte het is.”
“Een ander belangrijk aspect van AI is dat het dingen kan leren. Een oudere kan bijvoorbeeld in zijn huiselijke omgeving gemonitord worden door een AI-systeem: wanneer staat hij op, hoeveel en hoe vaak eet hij per dag, neemt hij medicatie in …? Op die manier brengt het AI-systeem het gedrag van die oudere in kaart en kan het patronen leren herkennen. Treedt er een afwijking op, bijvoorbeeld dat de persoon langer slaapt dan normaal of trager stapt, dan registreert het systeem dat en met die informatie kan je aan de slag.”

Exoskeletons

Een AI-systeem in je huis, hoe ziet dat eruit? We beseffen het vaak niet, maar sommigen onder ons hebben al door AI aangedreven tools in de woonkamer of in de tuin. “In een stofzuigerrobot of in een robotmaaier zat in het begin geen AI, maar tegenwoordig zitten daar camera’s in om te bepalen waar de robots zijn in de omgeving en om te registreren welke obstakels ze tegenkomen”, zegt Bram Vanderborght, professor robotica aan de VUB en het onderzoekscentrum Imec (bedankt, ChatGPT). “Op die manier leren die robots zelf welke bewegingen ze moeten maken in plaats van voorgeprogrammeerde bewegingen uit te voeren.”
AI-robots hebben voorlopig vaak één specifieke taak, zegt Vanderborght. “Je vindt ze vooral terug op de werkplek. Denk maar aan de auto-industrie waar ze één onderdeel moeten monteren, maar ook in de agricultuur, de bouwnijverheid en de zorg komen de eerste toepassingen.” Voor die laatste sector is Bram Vanderborght bezig met de creatie van robots. “We zijn nu bijvoorbeeld protheserobots aan het bouwen voor mensen die een been mankeren. Daarnaast maken we exoskeletons. Dat zijn draagbare robotpakken die je assisteren bij de revalidatie. Mensen die een beroerte gehad hebben, kunnen bijvoorbeeld zo’n exoskeleton aandoen om terug te leren stappen. In bepaalde revalidatiecentra worden die exoskeletons echt dagdagelijks gebruikt om mensen, vaak ouderen, te helpen bij hun revalidatie. Ook arbeiders kunnen baat hebben bij zo’n pak, bijvoorbeeld om werk boven hun hoofd of fysiek zware arbeid te doen. Op die manier kunnen oudere werknemers langer aan de slag blijven.”

AI in de zorg

In de zorgsector, die met personeelstekort kampt, kunnen AI-robots voor verlichting zorgen. “Zo is er een AI-technologie die reinforcement learning heet”, weet Bart De Moor. “Dat betekent dat er naast een verpleegkundige een robot staat die de verschillende handelingen registreert van die verpleegkundige, bijvoorbeeld bij het iemand uit bed tillen. De volgende stap is dat de verpleegkundige zelf met joysticks werkt om die robot te bedienen. Zo krijgt de robot bepaalde elektronische commando’s. Op die manier registreert hij welke stappen nodig zijn om een bedlegerige patiënt uit het bed te tillen. Het is dan kwestie om die sequentie van commando’s voldoende te herhalen, tien à twintig keer. Dan weet die robot genoeg om dat zelf te doen.”
“Een ander voorbeeld: operaties”, vervolgt De Moor. “In Gasthuisberg in Leuven gebruiken ze al robots om je oog te opereren. Een chirurg moest in het verleden letterlijk een vaste hand hebben om geen schade aan te richten. Vandaag doen ze dat met een robot met joysticks. Ook daar zit AI achter. Dat soort assisterende technologieën zijn zeker en vast aan een opmars bezig.”

AI zal in allerlei domeinen in het alledaagse leven zijn ingang vinden zonder dat we het doorhebben.

Sociale robots

Maar de symbiose tussen robotica en AI levert ook andere toepassingen op. Zo wordt er volop geëxperimenteerd met sociale robots. Die kunnen met mensen communiceren, vaak met spraak, maar ook met emoties en gebaren. Ze geven je het gevoel dat je niet alleen bent en ze voeren eenvoudige taken uit. Zo was er – tot het bedrijf dat hem maakte failliet ging – de desk-robot Jibo, een apparaat dat je op tafel kan zetten. Gelijkaardig is Billy-Billy van ZoraBots, een soort sprekende bloempot. Beide toestellen zitten vol technologie, kunnen zien, luisteren, spreken, helpen en zelfs leren. Je kan ze verbinden met het internet, waardoor ze het weerbericht kunnen voorlezen, kunnen melden hoe laat het is of hoe warm het is in de kamer, en berichten van vrienden of familie kunnen voorlezen.
“Je hebt ook Paro, een robotzeehond”, vult Bram Vanderborght aan. “Waarom een zeehond? Bij katten en honden hebben mensen een bepaald verwachtingspatroon, maar de typische reacties van katten en honden kunnen we nu nog niet nabootsen. Van een zeehond weten de meeste mensen niet hoe die interageert, dus is hij geschikter om hem een eigen karakter te geven. Paro is een ideale gezelschapsrobot voor bijvoorbeeld mensen in een woonzorgcentrum of voor mensen met dementie. Die hebben heel hun leven gezorgd voor iemand – kinderen, kleinkinderen, familieleden … – of voor een huisdier, maar zijn daar nu niet meer toe in staat. Het strelen van zo’n knuffelrobot heeft een rustgevend effect waardoor er soms minder medicijnen gegeven moeten worden. Nu, vroeger was de interactie met zo’n robot heel beperkt, maar tegenwoordig zitten er geavanceerde speakers in. Een echt gesprek is voorlopig niet mogelijk, maar met ChatGPT gaat er nu ook voor die robots een nieuwe wereld open. De spraaktechnologie wordt meer en meer getraind zodat er echte interactie mogelijk zal zijn.”
Borduren we even verder op dat idee, dan is de stap naar een sociale robot in huis voor alleenstaanden niet meer zo groot. “De vraag is natuurlijk: lost dat de eenzaamheid op?”, werpt Bart De Moor op. “Onlangs verscheen in de media dat het nu ChatGPT-gewijs mogelijk is om een conversatie te hebben met iemand die overleden is. Een persoon wordt enkele weken gevolgd tijdens zijn leven om dan, wanneer hij gestorven is, zijn stem en reacties te kunnen reproduceren. Knappe technologie, maar is het wenselijk? Het blijft ersatz. Zou jij met iets willen praten waarvan je weet dat het fake is? Natuurlijk: als dat eruit ziet als een mens of een huisdier … Wie weet bestaan er binnen vijftig jaar wel humanoids die niet meer van mensen te onderscheiden zijn.”

De Optimus van Musk

Het woord is gevallen: humanoids. Robots die op mensen gelijken. “Waarom humanoids? Omdat onze omgeving geoptimaliseerd is voor mensen”, legt Bram Vanderborght uit. “Alles – van deurklinken over pannen tot vorken – is ingesteld op de mens. Een robot die in die context het best kan functioneren, is er dus bij voorkeur een met gelijkaardige capaciteiten als de mens. Hij moet voeten hebben om een trap op te gaan, handen om iets vast te pakken, hij moet voldoende groot zijn om aan lichtschakelaars te kunnen, maar ook niet té groot want je wil niet dat hij boven je uittorent. Je moet met hem kunnen communiceren, niet alleen via taal maar ook via gebaren. Dus je komt al snel op iets uit dat gelijkt op een mens.”
“Ingenieurs zijn vaak in het grootste geheim bezig met de ontwikkeling van zo’n humanoid of multipurpose-robot. De eerste tests met robots worden nu gedaan in magazijnen. Net zoals bij de computer zal je de eerste humanoids waarschijnlijk leren kennen op het werk om daarna de stap naar het huishouden te maken. Dat is vaak een totaal ongestructureerde omgeving met alle rommel die de kinderen maken. (lacht) Een robot moet daarin kunnen functioneren zonder dat er een ingenieur naast staat. Maar over hoeveel jaar dat precies zal kunnen, is koffiedik kijken.”
Elon Musk maakt zich sterk dat zijn humanoid, Optimus genaamd, in 2025 ingezet zal kunnen worden in zijn eigen fabrieken. In 2026 wil hij Optimus op grote schaal beginnen produceren om hem te kunnen verkopen aan andere bedrijven. Volgens Musk zal de markt van de humanoid groter worden dan die van de auto.

Economische bottleneck?

Of het allemaal zo’n vaart zal lopen, betwijfelt Bram Vanderborght. “De grote uitdaging van robotica in vergelijking met een softwaretoepassing zoals ChatGPT, is de verspreiding. Vanaf het moment dat ChatGPT beschikbaar was, kon iedereen met een computer erop inloggen. Maar wanneer de eerste humanoid klaar is, zal er nog een heel productieproces aan te pas komen om miljoenen exemplaren te maken.”
Bart De Moor maakt nog een andere bedenking: “Er moet voldoende markt zijn. Een bedrijf zal pas iets produceren als het zeker weet dat het voldoende verkocht zal worden. De vraag is, als je het puur commercieel bekijkt: is er voldoende geld in de markt om bijvoorbeeld een humanoid voor thuis te lanceren? Of wordt de rekening doorgeschoven naar de overheid? Kortom, technologisch is er geen enkele rem, maar de bottleneck is eerder economisch: kan het op een voldoende goedkope en betrouwbare wijze gemaakt worden?”
Er zal dus nog wel wat water door de zee vloeien vooraleer je thuis een humanoid hebt die ’s morgens een kop koffie voor je zet terwijl hij je het belangrijkste nieuws vertelt, die intussen jouw gezondheid monitort en die ’s avonds de vuilniszakken naar buiten brengt. “Die evolutie zal geleidelijk gebeuren, niet met een grote bang. Kijk naar de gsm, die is ook in tien jaar ontwikkeld. Tien jaar is lang, maar ook kort”, besluit Bram Vanderborght.

© Getty Images

Wat met de privacy?

Ken je Roomba? Dat is een populaire robotstofzuiger. Hij heeft een zwart-witcamera met lage resolutie, tastsensoren en infraroodsensoren. In de privacy disclaimer van de robot staat dat producent iRobot onder verschillende voorwaarden je gegevens mag doorverkopen. Colin Angle, de baas van iRobot, laat zijn Roomba’s namelijk kaarten van woningen doorsturen. In de eerste plaats worden die kaarten gebruikt om efficiëntere routes te berekenen. Maar die kaarten kunnen natuurlijk ook interessant zijn voor andere spelers. Het is echter niet duidelijk wat iRobot doet met die data. Het grootste probleem met bedrijven die robots produceren – en dat zijn vaak dezelfde bedrijven die onze privacy online bedreigen – is dat er een gebrek aan transparantie heerst. Op dat vlak is er nog veel werk aan de winkel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content