Onderzoek naar reumamedicatie in de strijd tegen covid-19
Onderzoekers starten vandaag met een studie die de werking van reumamedicatie tegen COVID-19 in kaart brengt. In negen Belgische centra wordt bekeken of de medicatie erin slaagt om een overmatige ontstekingsreactie bij een infectie af te remmen en zo de longschade te beperken.
Bij ongeveer 20 procent van de covid-19-patiënten die in het ziekenhuis opgenomen worden, ontstaat ernstige longschade. De patiënt kan daarbij onvoldoende zuurstof opnemen in het bloed en er treden verschijnselen van kortademigheid en verwardheid op. In de long speelt zich op dat moment een overdreven reactie van het afweersysteem af die leidt tot ontsteking en longschade. Die ontsteking wordt in gang gezet door cytokinen. Dat zijn ontstekingsstoffen die ook bij patiënten met reuma en jicht een belangrijke rol spelen.
Cytokinestorm
De studie wordt uitgevoerd door het UZ Gent, het Federaal Kenniscentrum voor Gezondheidszorg (KCE) en het VIB. “Onderzoek uit China en Italië toont aan dat cytokinen verhoogd aanwezig zijn bij mensen die beademd worden op intensieve zorgen”, zegt professor Bart Lambrecht van het UZ Gent. “Soms zijn die cytokinen zo hoog aanwezig dat we zelfs spreken van een ‘cytokinestorm'”.
In de studie zullen 342 patiënten met ernstige covid-19-infectie en beginnende cytokinestorm behandeld worden met de geneesmiddelen anakinra (Kineret, een remmer van interleukine-1), tocilizumab (Roactemra, een remmer van interleukine-6 receptor) of siltuximab (Sylvant, een remmer van interleukine-6). De medicijnen worden normaal gezien enkel bij de behandeling van ernstige reuma terugbetaald.
Een groep controlepatiënten (20 procent van de deelnemers) zal enkel de huidige standaardbehandeling krijgen. De onderzoekers wijzen op buitenlands onderzoek, waarbij tot 75 procent van de patiënten met een ernstige vorm van covid-19 een gunstig effect vertoont op de reumamedicatie. Maar er werd niet vergeleken met een standaardbehandeling en er is weinig duidelijkheid over welke van de reumamedicatie het best werkt en of combinatietherapie misschien beter is.
“Momenteel wordt te veel geëxperimenteerd met deze behandeling. We hopen dat onze studie snel uitsluitsel brengt over de werking en mogelijke bijwerking”, aldus professor Lambrecht.