Zoek uit welke auto bij je past
Hoe vaak hij ook wordt verketterd, de auto blijft een bron van passie. Wij trokken op dag één naar het Autosalon en kwamen thuis met nuttige tips die de juiste keuze bepalen.
Onze samenleving staat op een keerpunt. Hightech neemt een almaar belangrijker plaats in in ons dagelijks leven, maar het technologische wonder dat ooit hét symbool van vrijheid was, de auto, wordt gedemoniseerd. Overladen met alle zonden van de wereld – hij vervuilt, maakt slachtoffers, immobiliseert ons – willen we dat de auto voortaan elektrisch, zelfrijdend en liefst zo klein mogelijk is. Het einde van een tijdperk? Niet echt!
De autoindustrie deed het nooit zo goed: in 2011 rolden 76 miljoen wagens van de band, in 2017 waren dat er 100 miljoen.
Kerngezonde branche
Achter de marketingpraatjes waar politici kritiekloos in meestappen, gaat een realiteit schuilt: die van een autosector die het beter doet dan ooit. Eind 2017 werden wereldwijd bijna 100 miljoen stuks geproduceerd, in 2011 waren er dat maar 76 miljoen. Dat hebben we te danken aan de groeiende markt – vooral in China en India – maar ook aan de passie die de auto blijft opwekken. Bijna iedereen droomt, al is het maar een beetje, van een auto. Ook in Europa blijft het aantal auto’s stijgen – 19 miljoen in 2015, tegenover 18 miljoen in 2014 -, wat bewijst dat de liefde nog lang niet over is.
Hoe dat komt? De auto is niet alleen nuttig, er gaat ook een dosis fun mee gepaard en een belangrijke investering waarover goed wordt nagedacht. Het beste voorbeeld zijn de SUV’s, comfortabele auto’s met de look van een 4×4. Ze zijn vandaag zo populair – 22,5% van de wereldmarkt – dat je wel tot de conclusie moet komen dat we meer dan ooit een auto kiezen met onze ogen en dus met ons hart. Een ander bewijs van de populariteit van de auto is het Autosalon, dat in Brussel elk jaar meer bezoekers over de vloer krijgt. Een mooie gelegenheid om samen met het hele gezin op zoek te gaan naar de perfecte auto. Welke zal het worden? Volg de gids!
Voor de kilometervreter
To diesel or not to diesel, daar gaat het debat vandaag over. Maar laten we duidelijk zijn: diesel blijft een noodzakelijke brandstof als we over enkele jaren de door Europa opgelegde CO2-emissienormen willen halen. Een dieselmotor verbruikt immers minder brandstof dan een benzinemotor en produceert ook minder CO2. Blijft het debat over het fijn stof, waarbij we niet over het hoofd mogen zien dat de dieselmotor, dankzij zijn filters, vandaag schoner is dan een benzinemotor, vooral op het vlak van de stikstofoxiden (NOx). Die technologie verklaart waarom diesels duurder zijn om te maken, en dus ook om te kopen. Reken € 1.000 tot € 2.500 meer dan voor een benzinemotor met een vergelijkbaar vermogen. Een niet te verwaarlozen bedrag dat je onvermijdelijk moet kunnen compenseren door meer kilometers te rijden. Om profijt te halen uit de voorlopig nog iets interessantere prijs aan de pomp, moet je ongeveer 65.000 km afleggen. En je moet bovendien meer dan 30.000 km per jaar rijden om de belastingen, onderhoudskosten, hogere aankoopprijs enz. af te schrijven. Kortere afstanden doen de motor trouwens geen goed, wat ook weer geld kan kosten. Denk dus aan de trajecten die je het vaakst rijdt: doe je veel snelweg, dan is een diesel prima. Voor de stad is hij niet geschikt: de motor heeft tijd nodig om op temperatuur te komen en koud rijden zal hem sneller beschadigen.
Qua gebruik zijn de moderne diesels puur plezier: ze zijn stil, rijden soepel en vinnig dankzij geavanceerde (soms dubbele) turbo’s en verbruiken in het courante verkeer niet meer dan 6,51/100 km. Op kruissnelheid op de autoweg kan het zelfs nog zuiniger: ongeveer 5l/100 km. Toch moet je goed rekenen voor je beslist: een dieselauto is duurder in verzekeringen en belastingen, want hij zal altijd een grotere cilinderinhoud hebben dan een benzinemotor met hetzelfde vermogen.
Voor de stadsrijder
In de toekomst zullen meer mensen terug richting stad trekken. De helft van de wereldbevolking woont nu al in steden, tegen 2050 zal dat 70% zijn. De stad is dus de grote uitdaging van morgen, want de auto blijft ook daar een favoriet vervoermiddel. Ondanks een beleid om hem uit het stadscentrum te weren, blijft de stadsauto zich dan ook voortdurend heruitvinden en boort hij telkens nieuwe vormen van mobiliteit aan.
Een stadsauto is per definitie compact. In dat opzicht heeft de Smart ForTwo ongetwijfeld een nieuw tijdperk ingeluid. Zijn enige probleem was dat hij daar te vroeg (1997) mee uitpakte. Kleine afmetingen – liefst minder dan 4 meter – zijn nodig in de stad, want zo wordt alles kinderspel: parkeren, manoeuvreren, door smalle straten glippen en moeiteloos obstakels omzeilen. Noem het rodeorijden!
De ideale stadsauto is niet enkel compact, hij heeft ook vijf deuren. Want omdat de kofferruimte hoe dan ook beperkt is, zal de achterbank vaak de klus moeten klaren. Als die bereikbaar is via twee achterportieren, is dat een stuk handiger. Een andere must: benzine-of hybride. Een ritje in de stad is immers vaak te kort om een dieselmotor op temperatuur te laten komen, waardoor hij sneller slijt.
Dat maakt de hybride nog interessanter, want dankzij de batterij is het brandstofverbruik vergelijkbaar met dat van een diesel – in sommige gevallen zelfs lager. En het verbruik valt zelfs helemaal weg als je voor een herlaadbare hybride kiest – goed voor 20 tot 30 km per laadbeurt en dus zo goed als volledig elektrisch – of als je voor een 100% elektrische auto gaat. Ze hebben tal van fiscale voordelen (al worden sinds 1 januari de oplaadbare bedrijfswagens minder bevoordeeld), vervuilen niet en zorgen dus voor een betere luchtkwaliteit!
Voor de kindertaxichauffeur
De kinderen hebben tegenwoordig vaak meer nevenactiviteiten dan hun ouders en grootouders samen. Grote mensen mogen dan taxi spelen, ook voor de vriendjes. Al dat vervoer vraagt natuurlijk een auto met voldoende ruimte voor het kleine grut. Tel eerst hoeveel plaatsen je nodig hebt, vijf of zeven? Zuiver familiaal bekeken is de monovolume nog altijd een must, want hij is een kampioen in binnenruimte en modulariteit. En praktisch is hij ook, met meer dan voldoende opbergruimte.
Bij de monospaces heb je meestal de keuze tussen vijf of zeven plaatsen, zowel in de compacte versies – Renault Scenic, BMW Serie 2 Active Tourer – als in de grotere modellen – Volkswagen Sharan, Ford Galaxy. Ze zijn dus ideaal om kinderen mee te nemen, maar je hebt er wel een flink budget voor nodig, behalve dan voor de Dacia Lodgy. Monovolumes zijn immers zo duur dat veel klanten een zogenaamde ludospace verkiezen, zoals de Citroën Berlingo, de Renault Kangoo en de Volkswagen Caddy. Die zijn minder mooi afgewerkt dan de monovolumes, maar kunnen een uitstekende prijs-prestatieverhouding voorleggen en een nog ruimer interieur. Sommige merken pakken ook hier uit met een zevenplaatser. Sinds kort krijgen monovolumes ook concurrentie van de SUV’s. Al zijn ze minder ruim, ze zijn even polyvalent en bieden vaak eveneens zeven zitplaatsen.
Voor wie van pit houdt
De fun van het autorijden zit hem ook in de kracht en de snelheid. Dat is altijd zo geweest. In enkele jaren tijd zijn sommige auto’s daarom collector’s items geworden, die nog meer in waarde kunnen stijgen dan bepaalde kunstwerken. Met een beetje flair kan je er zelfs een interessante belegging van maken. Vandaag is het aanbod van heel krachtige auto’s groot, en hun aandeel groeit nog, in alle prijscategorieën.
Sommige Amerikaanse merken pakken uit met bolides van 500 pk voor ‘amper’ € 46.000 (Ford Mustang). Bij de Duitsers en de Italianen is het prijskaartje hoger en moet je algauw € 70.000 tot € 100.000 neertellen. Dat is niet niks! Als je niet aan de verleiding kunt weerstaan, moet je kijken welke prestaties je wenst: volstaat een Audi S5 van 354 pk (€ 63.500) of neem je enkel genoegen met de RS5 van 450 pk (€ 85.400)?
Wie zich dit type auto kan veroorloven, ligt niet wakker van het brandstofverbruik. Maar let toch op de cilinderinhoud en de CO2-uit-stoot, want die bepalen hoeveel belasting je betaalt. Weet ook dat sommige auto’s uit een lager segment best interessant kunnen zijn, zoals de Honda Civic Type R, die maar ? 36.200 kost en toch fantastische prestaties levert. Alles hangt uiteraard van je budget en je favoriete merk af. Ga je voor het aspect belegging, kies dan een model uit een heel beperkte reeks, dat razendsnel in waarde kan stijgen. Zo haalt de Porsche 911 R die enkele maanden geleden nog voor een basisprijs van € 205.000 werd aangekocht, vandaag soms prijzen van meer dan één miljoen euro. Onthou ten slotte dat ook elektrische auto’s synoniem kunnen zijn voor sensatie en prestatie, omdat ze al vanaf 0 t/m een heel hoog koppel leveren. Dat heeft Tesla meer dan eens bewezen. Een krachtige auto kiezen is zich strijdvaardig opstellen, zorg er dus voor dat je zowel je behoeften als je budget kent.
Voor wie een slechte rug heeft
Rugpijn is een van de kwalen van deze eeuw. De toenemende stress is daar waarschijnlijk niet vreemd aan. Heb je last van je rug, kruip dan niet in een kleine coupé, waar je je bij het in- en uitstappen in bochten moet wringen. Ga eerder voor een monovolume of een SUV. Die zitten hoger zodat je gewoon kan gaan zitten, zonder je te moeten bukken of rekken. Sommige merken laten hun autostoelen trouwens homologeren door gespecialiseerde organismen. Zo zijn de stoelen van Opel gecertificeerd door het AGR, het Duits instituut voor de gezondheid van de rug.
Andere constructeurs laten je de keuze tussen verschillende soorten autostoelen, al dan niet tegen een meerprijs (Sport, Comfort...). Op een autosalon kan je ze allemaal uitproberen of ga langs bij de concessiehouder om het model te kiezen dat bij je rug past. Tot slot staan sommige merken bekend om de kwaliteit van hun stoelen. Volvo en Land Rover zijn daar voorbeelden van, maar vergeet vooral niet dat het comfort van de stoel niet los kan worden gezien van de kwaliteit van de vering. Die vering moet zowel filteren om schokken op te vangen, als progressief zijn. Het ene kan niet zonder het andere.
Voor wie zichzelf wil verwennen
De funfactor is een essentieel onderdeel van de auto, waar hebben we hem anders voor? Dat plezier kan veel vormen aannemen, want iedereen heeft zijn eigen smaak, voorkeuren en verwachtingen. Het plezier kan hem net zo goed in een slim ontworpen kleine auto zitten als in een grote bak. Over smaak valt niet te twisten. Bij de auto zit de funfactor vaak in het zintuiglijke genot.
Het leuke nieuws is dat je niet rijk hoeft te zijn om van die authentieke sensatie te proeven. Een voorbeeld: voor € 22.690 koop je een Mazda MX-5 die ‘slechts’ 131 pk ontwikkelt maar met zijn lichte gewicht en evenwichtig rijgedrag het nirwana benadert. Een andere voorbeeld, voor wie graag slippertjes maakt: de Ford Focus RS (€40.220) die je met zijn vierwielaandrijving vooruit stuwt. Extase gegarandeerd en op de tweedehandsmarkt zijn geweldige koopjes te doen: vanaf € 3.000 voor een MX-5 oude generatie. Er is ook de Skoda Octavia Combi RS, met een uitstekende prijs-prestatie-comfortverhouding. Op plezier staat uiteraard geen prijs: wie het neusje van de zalm wil, telt makkelijk €100.000 of zelfs € 200.000 neer. Voor de nieuwe Porsche 911 GT2 RS, bijvoorbeeld, waarmee je zo het circuit op kan. Ieder diertje zijn pleziertje!
De SUV regeert de wereld
Het segment van de SUV’s heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen. Sinds Toyota in de jaren ’90 de RAV4 lanceerde, zijn alle automerken aan het SUV’en geslagen. En er komt maar geen eind aan deze opmars: het eerste trimester van 2017 waren SUV’s heer en meester op de Europese automarkt, met bijna 2,4 miljoen inschrijvingen, of een stijging van 19,7% in vergelijking met een jaar eerder. Ook in ons land is het fenomeen wijdverspreid. In Brussel wist de Hyundai Tucson in 2017 de meeste chauffeurs te bekoren. In Vlaanderen veroverde de BMW X1 de meeste harten, terwijl in Wallonië de Peugeot 2008 de publiekslieveling was. Febiac kan deze trend enkel beamen: “Het segment van de SUV’s blijft groeien. Vooral de kleine en middelgrote modelen doen het goed. Dat gaat ten koste van de kleine en middelgrote breaks en vergelijkbare monovolumes.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier