5 misverstanden over het erfrecht
We belichten vijf misverstanden die het huidige erfrecht meebrengt.
1. De huwelijkspartner is en blijft een reservataire erfgenaam
Ben je wettelijk samenwonend, dan erf je van elkaar, maar jullie kunnen elkaar dit erfrecht afnemen in een testament. Voor gehuwden geldt dit nog altijd niet. Ben je gehuwd, dan heb je recht op een reserve: het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap, met minimaal het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad. Bij een tweede of volgende huwelijk kan je sinds het nieuwe huwelijksgoederenrecht wel een stapje verder gaan en de reserve van je tweede partner inperken via de Valkeniersclausule in de huwelijksovereenkomst. Je kan dan samen vastleggen dat je huwelijkspartner enkel nog zes maanden (het minimum) in het huis mag blijven wonen.
2. Je kan nog altijd geen overeenkomst maken om je erfenis te verdelen
Vroeger kon je geen overeenkomst maken over een nalatenschap die nog niet was opengevallen. Vandaag kan dat wel. Maar het is een misverstand dat je vooraf je erfenis kan verdelen. Je kan geen overeenkomst maken over de toekomst, wel over het verleden. Het is dus de bedoeling van de erfovereenkomst om afspraken te maken over bijvoorbeeld vroegere schenkingen of voordelen. Want er zijn ook veel zaken die juridisch niet als een schenking worden beschouwd. Zo heeft je ene kind misschien dure buitenlandse studies mogen doen of hebben jullie als ouders geholpen bij de verbouwing. Door vooraf open over deze zaken te spreken, voorkom je later conflicten en bereik je een evenwicht. De afspraken die je daarover maakt worden dan bij de notaris vastgelegd in een erfovereenkomst.
3. Je stiefkinderen kunnen je als stiefouder nog altijd niet uit de gezinswoning zetten
De gezinswoning is heilig. Ben je gehuwd of wettelijk samenwonend, dan ben je eigenlijk dubbel beschermd. Want ook als maar één van jullie eigenaar is van de woning, mag die ze toch niet verkopen of hypothekeren zonder toestemming van de andere partner. En ook in het erfrecht is de gezinswoning beschermd. Ben je gehuwd of wettelijk samenwonend, dan erf je minstens het vruchtgebruik van de gezinswoning en huisraad. Voor alle andere goederen kunnen jouw stiefkinderen eisen dat je je vruchtgebruik omzet in een geldsom, maar niet voor de gezinswoning. Zelfs je stiefkind kan je als stiefouder dus niet uit het huis zetten dat volledig eigendom was van zijn/haar overleden ouder.
4. Je kan je kind nog altijd niet onterven
Sinds 1 september 2018 kan je met de helft van je nalatenschap doen wat je wil. Heb je meer dan één kind, dan geeft dat je vandaag een grotere vrijheid om na te laten aan wie je wil. Want zelfs als je drie kinderen of meer hebt, erven ze samen slechts de helft. Maar je kan hen die helft niet afnemen. Je kan hen dus nog altijd niet volledig onterven.
5. Ouders erven nog altijd, ze hebben geen reserve meer
Als ouder erf je van je zoon of dochter als die zelf geen kinderen heeft, tenzij je kind alles in volle eigendom nalaat aan zijn/haar partner. Daar is niets aan veranderd. Maar sinds 1 september 2018 heb je als ouder geen reserve meer. Dat wil zeggen dat je geen recht meer hebt op een minimaal deel, dat je kan opeisen. Vroeger was dat OE per ouder. Wel is er nu een ruimere onderhoudsplicht als je als ouder, op het moment van het overlijden van je kind, zorgbehoevend zou zijn. In dat geval heb je recht op een alimentatie in de vorm van een lijfrente of een kapitaal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier