Bij laagrisico-prostaatkanker is monitoring soms beter dan behandeling
Mannen boven de 60 met laagrisico-prostaatkanker kunnen tien jaar zonder actieve behandeling, zonder dat dat het risico op overlijden door de ziekte verhoogt. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek. Een behandeling zoals een operatie of bestraling kan bovendien een negatieve impact hebben op het seksleven, wat dan weer de levenskwaliteit beïnvloedt.
Bij actieve monitoring wordt de ziekte nauwlettend in de gaten gehouden, maar niet behandeld. De techniek werd vijftien à twintig jaar geleden pas ingevoerd voor mannen met laagrisico-prostaatkanker. Daardoor waren er tot nog toe geen gegevens over de voor- en nadelen op lange termijn van monitoring in vergelijking met een actieve behandeling. De onderzoekers van de Universiteit van Uppsala en de Universiteit van Göteborg hebben een nieuwe statistische techniek ontwikkeld om toch een inzicht te krijgen op de mogelijke risico’s op lange termijn. De bevindingen zijn voorgesteld op het congres van de European Association of Urology (EAU).
De onderzoekers maakten gebruik van gegevens uit het Zweedse nationale prostaatkankerregister, dat informatie bevat over vrijwel elke man bij wie de ziekte sinds 1998 in dat land is gediagnosticeerd. Van hen worden 23.649 mannen actief gemonitord.
In plaats van alleen te kijken naar het aantal patiënten onder actief toezicht dat aan prostaatkanker is overleden, stelden de onderzoekers vast hoeveel van hen van actieve monitoring zijn overgeschakeld op andere behandelingen, zoals bestraling of een operatie. Aangezien die behandelingen al jaren worden toegepast, bestaan er reeds follow-upgegevens op lange termijn over deze behandelingen.
Model voor wie baat heeft bij actieve monitoring
Dat stelde de onderzoekers in staat een model te maken van de waarschijnlijke resultaten voor mannen die tot 30 jaar na de diagnose onder actief toezicht staan. Ze konden niet alleen het percentage laten zien van mannen die in die periode aan de ziekte zouden overlijden, maar ook het aantal jaren dat zij na de diagnose zonder behandeling kunnen leven.
“We wilden identificeren wie baat heeft bij actieve monitoring. Het gaat om mannen die waarschijnlijk niet aan hun prostaatkanker zullen sterven, maar die ook het grootste deel van hun leven zonder behandeling kunnen doorbrengen als de ziekte zorgvuldig opgevolgd wordt”, verklaart uroloog Eugenio Ventimiglia, die meewerkte aan het onderzoek.
Breuklijn op 60
Opvallend is dat de onderzoekers ontdekten dat er een duidelijke breuk is op 60-jarige leeftijd. Mannen jonger dan 60 die gediagnosticeerd zijn en actief gemonitord worden, hebben een grotere kans om aan prostaatkanker te overlijden. Bovendien is het aantal extra jaren dat ze zonder behandeling kunnen relatief laag. Bij 60-plussers is het een heel ander verhaal. Uit het model blijkt dat zij tien jaar of langer zonder behandeling kunnen, terwijl ze slechts een lage kans hebben om aan de ziekte te overlijden, stelt Ventimiglia.
Behandelingen zoals bestraling of een operatie kunnen bovendien leiden tot incontinentie en erectiestoornissen, terwijl de lichamelijke bijwerkingen van actieve monitoring minimaal zijn. Zo blijkt uit een ander onderzoek, dat ook wordt voorgesteld op het congres, dat mannen die actief gemonitord worden minder problemen hebben met hun seksleven dan mannen die andere behandelingen krijgen. Minder dan 45 procent van de mannen die actief gemonitord werden, maakte melding van erectiestoornissen, terwijl dat bij mannen die andere behandelingen kregen 70 tot 90 procent is.
Erectieproblemen bepalen mee de behandelingskeuze
Aangezien erectieproblemen de levenskwaliteit kunnen beïnvloeden, kan deze factor een belangrijke rol spelen in de keuze voor de behandeling, aldus de onderzoekers. “Mannen die kiezen voor actieve monitoring hebben binnen de vijf jaar dezelfde overlevingskansen als degenen die kozen voor een operatie of bestraling, maar zij kunnen ook hun seksuele functie gebouden”, verklaart Lionne Venderbos, postdoctoraal onderzoeker aan het Erasmus MC in Rotterdam, die de enquêteresultaten analyseerde.
“Wanneer mannen bij wie prostaatkanker wordt vastgesteld, beslissen over hun behandelingsopties, is levenskwaliteit vaak de belangrijkste factor. Zoals uit deze studies blijkt, heeft actieve monitoring de minste negatieve gevolgen, maar die behandelingsoptie is alleen mogelijk wanneer de ziekte in een vroeg stadium wordt gediagnosticeerd”, reageert Hendrik Van Poppel, emeritus hoogleraar urologie aan de Katholieke Universiteit Leuven en lid van het dagelijks bestuur van de EAU. “Het is van vitaal belang de ziekte in een vroeg stadium op te sporen. De optie van actieve monitoring moet mannen aanmoedigen hun terughoudendheid om zich op prostaatkanker te laten testen, te overwinnen. Prostaatkanker kan dodelijk zijn, maar hoe later de diagnose wordt gesteld, hoe ernstiger de behandelingen en hoe groter de impact op de kwaliteit van leven.”