Familieleden meer betrokken bij levenseinde dementen
Bij meer dan de helft van de mensen met dementie gaat een medische beslissing vooraf aan het overlijden, vaak na overleg met familieleden. Dat concluderen onderzoekers van de onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde (VUB-UGent), zo schrijven De Standaard en het Belang van Limburg.
Er blijkt de voorbije twintig jaar wel wat te zijn veranderd in de manier waarop mensen met gevorderde dementie overlijden. De onderzoekers stellen vast dat familieleden vaker dan vroeger betrokken worden bij het overlijden. Een medische beslissing die aan de dood voorafgaat en die mogelijk bespoedigt, wordt in twee op drie gevallen (67,4 procent) besproken met de familie. In 1998 gebeurde dat nauwelijks (slechts 12 procent). Die verschuiving kan het gevolg zijn van de invoering van drie nieuwe wetten in 2002: de euthanasiewet, de wet over de patiëntenrechten en de wet over palliatieve zorg.
Wat niet veranderd is, is de geringe betrokkenheid van de mensen met dementie bij hun eigen levenseinde. In 2013 was er in 5 procent van de overlijdens sprake van een specifiek verzoek van de patiënt, en slechts in 8 procent van de gevallen werd de beslissing ook met de patiënt besproken.
Wel wordt in licht toenemende mate rekening gehouden met een vooraf geschreven of mondeling uitgesproken verzoek van de patiënt om in een bepaalde fase van dementie niet meer verder te leven. Dat was het geval bij een kwart van de overlijdens waarbij een medische beslissing werd genomen.