![](https://img.static-rmg.be/a/view/q75/w962/h503/5425234/5e32d2c993e81bb18e4e5b3f6458cf54-jpg.jpg)
Is bio echt gezonder?
Wie kiest voor biovoeding doet dat doorgaans om gezonder te eten. Maar zijn de voordelen van biovoeding ook wetenschappelijk bewezen? Geen eenvoudige vraag.
Van voeding uit de biolandbouw denken we dat ze doorgaans gezond is. Of in elk geval gezonder dan producten uit de traditionele landbouw. Dus laten we maar meteen met de deur in huis vallen: geen enkele wetenschappelijke studie heeft al het onomstotelijke bewijs kunnen leveren dat je beter af bent met biovoeding. Om te beginnen is zo’n onderzoek methodologisch en technisch uitermate ingewikkeld: onze gezondheid hangt van veel meer factoren af dan enkel onze voeding en je moet rekening houden met oneindig veel variabelen. “Daarom werden nog maar weinig studies verricht naar de impact van biovoeding op onze gezondheid”, geeft François de Gaultier (landbouwkundige en coördinator bacheloropleiding biolandbouw aan de provinciale hogeschool Namen) toe.
Of er dan geen verschil is tussen een biowortel en een die behandeld is met kunstmest en pesticiden? “Toch wel: naargelang de productiemethode, worden matige verschillen vastgesteld in de samenstelling van groenten, fruit en dierlijke producten. Globaal bevat biovoeding doorgaans meer wenselijke bestanddelen en minder ongewenste componenten dan voedingsproducten uit de klassieke landbouw.”
Pesticiden, de onbekende factor
Bovenaan de lijst van stoffen die bakken kritiek krijgen, prijken de kunstmatige bestrijdingsmiddelen – insecticiden, schimmelwerende middelen, onkruidverdelgers... In ons land bevatte 68% van alle groente en fruit die in 2018 door het FAVV werden gecontroleerd resten van pesticiden. Maar volgens het Federale Agentschap is dat nog geen reden tot ongerustheid. “De overgrote meerderheid (98%) overschrijdt de bij wet toegestane maximale residulimiet (MRL) niet. En in zeldzame problematische gevallen houdt een overschrijding niet noodzakelijk – en zelfs zelden – een gevaar in voor de consument”, klinkt het.
Het gebruik van pesticiden veroorzaakt wel beroepsziekten bij de landbouwers, omdat die met grote hoeveelheden in aanraking komen, maar de impact van pesticideresten op de consument is moeilijk objectief meetbaar. Al worden er geregeld vraagtekens geplaatst bij de berekenmethodes van het FAVV en de onschadelijkheid van die resten.
“Het FAVV gaat voorbij aan het feit dat de consument dagelijks meerdere groenten en fruit eet, die allemaal met verschillende pesticiden worden behandeld”, betreurt Marc Fichers, algemeen secretaris van biovereniging Nature & Progrès. “De inname van al die producten, elk in een toegestane dosis, kan voor een cocktaileffect zorgen.” Marc Fichers wijst er verder op dat de jongste generatie pesticiden al bij zeer lage dosis werkzaam is. “Als een landbouwer een hectare behandelt met 150 gram pesticiden, wordt daarvan amper 30 gram door de plant opgenomen, maar de rest zorgt er wel voor dat de insecten op die lap grond dood gaan. Deze stoffen zijn veel efficiënter bij lage dosis, maar ook over een langere termijn.”
Dat laat zich ook voelen in de biolandbouw: sommige biogroenten en -fruit raken besmet door gewassen in de buurt, na de oogst of omdat er pesticiden achterblijven in de bodem. Al is het probleem er toch een pak minder groot: pesticiden komen in de biolandbouw vier keer minder vaak voor en de doses liggen gemiddeld 200 keer lager.
Zware metalen & co
“Maar het draait niet enkel om pesticiden”, benadrukt François de Gaultier. “Gewassen uit de klassieke landbouw bevatten ook meer cadmium, een zwaar metaal. De voornaamste bron van besmetting is het hergebruik van slib van zuiveringsinstallaties om de velden te bemesten, iets wat in de biolandbouw verboden is. In de biolandbouw geldt ook een beleid van trage wisselbouw: pas na tien jaar mag hetzelfde gewas opnieuw op hetzelfde veld worden verbouwd. Op die manier vermijd je dat meststoffen – die eveneens zware metalen bevatten – zich in de bodem opstapelen.” Producten met een biolabel bevatten statistisch gezien ook minder nitraten, mycotoxines en problematische additieven. We hebben het dan vaak over verwaarloosbare hoeveelheden, maar er is wel degelijk een verschil.
Meer nutriënten?
In bioproducten zitten dus minder ongewenste stoffen, maar hoe zit dat met hun voedingswaarde? Bevat biovoeding meer nutriënten? Op dit punt is Marc Fichers minder stellig: “Net zoals er slechte klassiek geteelde groenten zijn, zijn er ook slechte biogroenten: een koolrabi van anderhalve kilo, bio of niet, is sowieso ‘opgefokt’ en qua voedingswaarde dus een mager beestje!”
Een Franse studie benadrukt evenwel dat bioproducten gemiddeld meer droge stof en dus minder water bevatten dan producten uit de klassieke landbouw. Het nutriëntengehalte ligt dus hoger. “Dat maakt van biovoeding nog geen mirakelvoeding, maar elk voordeel, hoe klein ook, is meegenomen”, vindt François de Gaultier. “Biozuivel bevat meer goede vetzuren, in andere bioproducten ligt het gehalte aan mineralen, fosfor en vezels doorgaans hoger. Dat geldt ook voor de antioxidanten. Ergens is dat logisch: biolandbouwers beschermen hun gewassen minder, zodat die meer stoffen moeten aanmaken om zich te verdedigen tegen aanvallen van buitenaf.”
Voor zover vandaag geweten is, zijn de verschillen tussen klassieke landbouwproducten en bioproducten vrij miniem. Toch helt de balans lichtjes over in het voordeel van biovoeding. “Maar het is niet omdat je bio koopt, dat je ook gezond eet”, waarschuwt de landbouwkundige. “Er bestaat ook zoiets als te zoute en te vette biojunkfood.” Wie verse groenten uit de conventionele landbouw koopt, is beter af dan wie zich volpropt met vacuümverpakte biolasagne. Het allerbeste? Seizoengroenten en -fruit kopen bij een kleine producent van wie je weet hoe hij tewerk gaat.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier