De bloeddruk
Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt.
Het hart is een zich samentrekkende spier die via een netwerk van slagaderen en aderen zuurstofrijk bloed naar het lichaam pompt. Bij bloeddrukmeting wordt eerst de bloeddruk geregistreerd op het moment waarop het linkerventrikel van het hart zich samentrekt en het bloed in de slagaders wordt gestuwd.
Terwijl het bloed uit het hart stroomt, loopt de druk op de slagaderwanden op. Bloeddruk is de maatstaf van de kracht waarmee het bloed uit het hart wordt gepompt en van de hoeveelheid bloed die wordt doorgepompt. Ook wordt de flexibiliteit en conditie van de slagaderen door de bloeddruk bepaald.
Bij het meten van de bloeddruk worden twee waarden genoteerd. Eerst de systolische waarde (de bovendruk). Deze wordt gemeten tijdens het samentrekken van het linkerventrikel, als de bloeddruk het hoogst is. Ten tweede de diastolische waarde (de onderdruk). Deze meting wordt verkregen wanneer de bloeddruk op het laagste punt is, op het moment dat het hart zich ontspant, tussen twee slagen in.
Bij aflezing van de bloeddruk wordt eerst de systolische druk en daarna de diastolische druk genoemd. Een abnormaal hoge bloeddruk in de slagaderen wordt hypertensie genoemd. We spreken van hypertensie wanneer bij drie afzonderlijke metingen een systolische waarde wordt gevonden die hoger is dan 140 mm kwikdruk (mmHg) en een diastolische waarde hoger dan 90 mmHg.
Hypertensie komt voor bij veel verschillende medische aandoeningen, onder andere bij aderverkalking, congestief hartfalen, beroerte, hartaanval en nierbeschadigingen. Zonder behandeling kan hypertensie het hart en de bloedvaten ernstig beschadigen. Het goede nieuws is dat patiënten met hypertensie hun kwaal over het algemeen onder controle kunnen houden met medicijnen, een dieet en verandering van levensstijl.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier