Orgaandonatie: u kunt u nog altijd verzetten
De Belgische wetgever gaat ervan uit dat elke overledene die geen verzet heeft aangetekend, instemt met orgaandonatie. Hoe gaat dat in zijn werk? Wat zijn uw rechten en uw plichten?
Dokter Christiaan Barnard werd wereldberoemd toen hij op 3 december 1967 in Kaapstad de eerste menselijke harttransplantatie uitvoerde. Louis Washkansky, een diabeticus van 55 jaar met een ongeneeslijke hartkwaal kreeg die dag het hart toegediend van Denise Darvall (25). Hoewel de patiënt achttien dagen later aan een longontsteking overleed, werd de operatie als een succes beschouwd. Een nieuw tijdperk in de medische geschiedenis was aangebroken. De wetenschap is sindsdien fel geëvolueerd, vandaag vinden dagelijks transplantaties plaats.
Een wettelijk kader
Lange tijd ontbrak in België elke wetgeving die deze specifieke problematiek regelde. Pas midden jaren tachtig kwam de zogenaamde Orgaantransplantatiewet tot stand (wet van 13 juni 1986). Ze regelt zowel het vrijwillig afstaan van organen en weefsels tijdens het leven van de donor (ex vivo) als na diens dood (ex mortuo). In het kader van dit artikel gaan we enkel in op de orgaandonatie na het overlijden.
Merken we nog op dat alvorens een arts een orgaan mag wegnemen, het overlijden van de donor vastgesteld moet worden door een college van drie artsen die zich daarbij moeten laten leiden door de jongste stand van de wetenschap. Ze stellen een proces-verbaal op waarin het uur van het overlijden en de wijze waarop het is vastgesteld, vermeld worden. Is de oorzaak van de dood onbekend of verdacht, dan mag de wegneming van organen en weefsels slechts gebeuren nadat de procureur des Konings daarover is geïnformeerd en zich er niet tegen verzet.
Het principe: de vermoede toestemming
De Belgische wetgever opteerde voor een zogenaamd opting-outsysteem (een geenbezwaarsysteem): men gaat ervanuit dat iedereen bereid is zijn of haar organen na het overlijden af te staan, behalve wie tijdens zijn leven uitdruk- kelijk het tegengestelde heeft kenbaar gemaakt. In de meeste Europese landen wordt dit systeem toegepast.
Concreet betekent dit dat iedereen een potentiële donor is, tenzij hij zich uitdrukkelijk heeft verzet tijdens zijn leven. De Belgische wetgever heeft immers geoordeeld dat dit systeem ethisch gerechtvaardigd is en dat het levensbelang van de zieke patiënt voorrang verdient op het belang van de overledene en zijn nabestaanden.
Let op! Hoewel we enkel iets op papier moeten zetten als we het niet eens zijn met orgaandonatie, kan het zijn dat de overledene juist wél op papier gezet heeft dat hij zijn organen na zijn dood wil afstaan. Uit een recente studie blijkt dat momenteel 73 000 Belgen zich geregistreerd hebben als orgaandonor (midden 2005 waren er dat 32 000).
Wie komt in aanmerking?
Volgende categorieën van personen vallen automatisch onder het opting-outsysteem:
- alle Belgen en vreemdelingen die in het bevolkingsregister van een Belgische gemeente zijn ingeschreven
- de vreemdelingen die meer dan zes maanden in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven. Vreemdelingen die slechts voor een korte duur in België verblijven (bijv. toeristen) of die wegens hun bijzonder statuut niet in de Belgische bevolkings- en vreemdelingenregisters worden ingeschreven (zoals diplomaten en EU-ambtenaren) vallen dus buiten het systeem. Zij moeten uitdrukkelijk hun toestemming gegeven hebben vooraleer hun organen voor transplantatie mogen worden gebruikt.
Wanneer een pasgeborene overlijdt nog voor hij in het bevolkingsregister is ingeschreven, speelt het principe van de stilzwijgende toestemming niet en is het akkoord van de ouders altijd nodig.
Wie kan zich verzetten? En hoe?
Het opting-outsysteem is gestoeld op de altruïstische gedachte die erop gericht is zoveel mogelijk mensenlevens te redden. De wetgever was echter niet blind voor de mogelijkheid dat bepaalde mensen op grond van levensbeschouwelijke, godsdienstige of andere redenen de idee van een automatische wegneming van hun organen niet genegen zijn. Uitdrukkelijk verzet is daarom mogelijk.
WEETJE Het is alles of niets! Een verzet dat gericht is op één enkel orgaan is niet mogelijk.
Wie? Enkel personen die minstens 18 jaar oud zijn en in staat hun wil te doen kennen, kunnen dergelijk verzet uiten. In principe kunnen anderen het niet in hun plaats doen. Er bestaan echter uitzonderingen. Zo kan voor personen die niet in staat zijn hun wil te doen kennen (bijv. een mentaal gehandicapte, iemand die in coma verkeert) het verzet geuit worden door hun wettelijke vertegenwoordiger, hun voorlopige bewindvoerder of hun naaste verwanten. Ook voor minderjarigen heeft de wetgever een regeling uitgewerkt.
Hoe? U vult een formulier in bij uw gemeentebestuur, waarvoor u een ontvangstbewijs krijgt. Uiteraard mag u altijd een kopie van dit formulier op zak hebben, maar het is geen verplichting. Het gemeentebestuur registreert immers dit verzet op gestandaardiseerde wijze en maakt er melding van in het bevolkingsregister. Het verzet wordt ook onmiddellijk meegedeeld aan het Centrum voor Informatieverwerking van het ministerie van Volksgezondheid dat het verwerkt in een nationaal register. De ziekenhuizen kunnen het register op ieder ogenblik raadplegen en een arts die organen wil wegnemen is verplicht eerst dit register te raadplegen.
WEETJE De meeste gemeenten hebben een website waar u het document kunt downloaden. Dan kunt u het rustig thuis invullen.
Let op! Het officiële formulier bij het gemeentebestuur is niet de enige manier om uw verzet tegen orgaantransplantatie na de dood op een geldige wijze te uiten. In feite kunt u zich tijdens uw leven op om het even welke manier verzetten. Het volstaat dat dit verzet ondubbelzinnig wordt geuit. Zo kan dit ook via een brief gericht aan uw naaste familieleden of via een testament. Vanzelfsprekend zal de arts er slechts rekening mee moeten houden voor zover hem daarvan kennis is gegeven. En hier wringt het schoentje. Organen kunnen slechts een beperkt aantal uren na het overlijden worden weggenomen. De arts heeft dus weinig tijd. Indien u uw verzet uit op een andere wijze dan via het officiële formulier bestaat de kans dat het niet tijdig wordt ontdekt. Als u uw verzet niet via het gemeentelijke formulier uit, bezorgt u het best een kopie aan uw naaste familieleden of huisarts.
Welke nabestaanden kunnen zich verzetten?
In de oorspronkelijke Orgaantransplantatiewet van 1986 had de wetgever de veronderstelde toestemming van de overledene afgezwakt door een recht van verzet vanwege de nabestaanden (verwanten in de eerste graad m.a.w. ouders, kinderen en de huwelijkspartner). Ook al had de overledene zelf geen bezwaar uitgedrukt, dan kon de arts de wegneming toch niet verrichten als de nabestaanden zich verzetten.
Dit artikel is gewijzigd door de wet van 25 februari 2007 (Wet tot wijziging van de wet van 13 juni 1986 betreffende het wegnemen en transplanteren van organen, gepubliceerd in het Staatsblad op 13/04/2007). De tekst “wanneer hem verzet is meegedeeld door een nabestaande. Dit verzet kan niet worden tegengeworpen aan een uitdrukkelijke wilsbeschikking van de donor” werd hierdoor geschrapt uit de wetgeving. Strikt wettelijk gezien heeft de familie van de donor dus momenteel niet meer het recht om zich tegen de wegname van organen te verzetten.
Veelgestelde vragen
Kan het nuttig zijn mijn wil om organen te schenken op papier te zetten? Jazeker, buiten de hierboven genoemde reden (u wilt er zeker van zijn dat uw nabestaanden zich na uw dood niet verzetten), is het nuttig voor Belgen die in het buitenland zijn gedomicilieerd. Op hen is de orgaantransplantatiewet en dus het systeem van stilzwijgende instemming immers niet van toepassing.
WEETJE Vindt u de gemeentelijke administratieve poespas net iets te veel van het goede, dan is het ook mogelijk uw positieve wilsuitdrukking te kennen te geven door een orgaandonorkaartje (Organ Donor Card ) bij u te dragen.
Kan ik terugkomen op mijn beslissing? Uiteraard is het mogelijk op ieder ogenblik uw uitdrukkelijke instemming of uw verzet opnieuw in te trekken. Het gemeentelijke formulier voorziet uitdrukkelijk in deze optie.
Zijn er kosten verbonden aan een orgaandonatie? Of een vergoeding? De nabestaanden van de overledene waarvan organen werden weggenomen moeten hiervoor geen kosten betalen, maar hebben ook geen recht op enige vergoeding. De wetgever draagt het verbod op orgaanhandel en alle misbruiken die hiermee gepaard kunnen gaan hoog in het vaandel.
Wordt de naam van de ontvanger doorgegeven? De identiteit van donor en receptor blijven geheim om te verhinderen dat de erfgenamen van de donor bij de receptor zouden aankloppen voor een vergoeding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier