U heeft 105 miljard aanvullend pensioen, maar zal misschien maar 60.000 euro krijgen
Die 105 miljard zal je namelijk met 83% van je collega’s moeten delen. En niet iedereen zal hetzelfde bedrag krijgen, verre van.
De FSMA, een instelling die toezicht houdt op de financiële markten in België, heeft zojuist haar nieuwste editie van “De tweede pensioenpijler in beeld” gepubliceerd. Daarin staat te lezen dat 4.346.000 mensen een aanvullend pensioen opbouwen. Dit komt overeen met 83% van de actieve bevolking. En dat de opgebouwde pensioenrechten in totaal bijna 105 miljard euro bedragen, waarvan 72,3 miljard voor werknemers en 32,1 miljard voor zelfstandigen.
In werkelijkheid bedraagt de gemiddelde opgebouwde reserve voor iemand die een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioengerechtigde leeftijd nadert, m.a.w. de leeftijdsgroep van 55 tot en met 64 jaar, ongeveer € 60.000 (€ 58.997 om precies te zijn). Achter dit globale gemiddelde gaan volgens de FSMA echter grote verschillen schuil: “Tussen de professionele statuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 85.646 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectoraal pensioenplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.331 euro.”
Niet jouw wettelijke pensioen
In België bestaan immers verschillende pensioenpijlers. De eerste pijler is het wettelijke pensioen dat door de staat wordt betaald. De tweede pijler (dit is het onderwerp van dit artikel) heeft betrekking op de aanvullende pensioenen, d.w.z. de aanvulling op het wettelijke pensioen, die met name verband houdt met de voordelen die de werkgever biedt aan werknemers, of het VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) voor zelfstandigen die op individuele basis een aanvullend pensioen opbouwen. De derde pijler betreft personen die persoonlijk aan pensioen- en/of langetermijnsparen doen, waarbij fiscale stimuleringsmaatregelen gelden. Tot slot omvat de vierde pijler het persoonlijke spaargeld zonder specifieke belastingvoordelen, waaronder beleggingen in onroerend goed, spaarrekeningen, aandelen, enz.
Wie beheert deze 105 miljard?
Het beheer van een aanvullend pensioenplan moet worden toevertrouwd aan een pensioeninstelling. Dit kan een verzekeringsonderneming zijn of een pensioenfonds, ook instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of IBP genoemd. De toename van pensioenreserves beheerd binnen een tak 23-verzekeringsproduct (zonder rendementsgarantie, afhankelijk van de prestaties van de financiële markten) verliep tijdens de afgelopen zeven jaar gevoelig sneller dan de groei van de pensioenreserves binnen tak 21 (met kapitaalgarantie en een minimumrendement).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier