Beetje bos in je tuin
Varens zijn ideaal om de plek onder bomen of in volle schaduw in te vullen. Vooral ook omdat ze in zoveel kleuren en tinten bestaan.
Geen betere winterharde plant dan een varen. Hij groeit al meer dan 360 miljoen jaar op onze planeet – lang voor er sprake was van bloemen en loofbomen. En hij heeft vier wereldwijde catastrofes en de dinosaurussen overleefd. Hij vraagt weinig onderhoud en zijn elegante vorm biedt een interessant alternatief voor siergras op een schaduwrijke plek en in de halfschaduw.
Tijdens de zonnige maanden van het jaar schept hij bovendien een aangenaam bossfeertje in je tuin. Maar niet alleen dat. Er bestaan ook heel wat varenvariëteiten, bijvoorbeeld met groenblijvend blad of zeer goed bestand tegen de felle zon. De redelijk uitzonderlijke keuze aan bladvormen en kleuren maken het plaatje compleet.
Op schaduwplekken gedijt de varen goed samen met andere bosplanten zoals de maagdenpalm, het vingerhoedskruid, de voorjaarsprimula en de hosta. Samen zorgen ze voor een knap contrast van vormen en kleuren. De varen kan op dezelfde plek ook samen met siergras worden aangeplant. Zo zorgen ze voor een massief geheel dat meegolft met de wind.
Behalve de behoefte aan licht (afhankelijk van de variëteit), geldt er maar één voorwaarde voor een mooie groei: de grond moet veel organisch materiaal bevatten en mag niet te nat zijn. Ideaal is grond die altijd vrij vochtig blijft, maar nooit doorweekt is. Verder gelden grotendeels dezelfde regels qua onderhoud als voor siergras. Bladverliezende variëteiten moeten je laag snoeien voor de nieuwe uitgroei in de lente. Bij groenblijvers moet je enkel nu en dan de verwelkte of beschadigde veren wegsnijden en ze soms wat bijsnoeien om de vorm of de groei in bedwang te houden. Want sommige soorten kunnen inderdaad gaan woekeren. Reden te meer dus om je goed te informeren voor je ze aanplant.
Zin gekregen? De beste tijd om varens te planten is de lente. Vochtig weer en een langzaam opwarmende grond zijn ideaal voor de ontwikkeling van de wortels.
Dank aan Jean-Luc Wanzoul, prof. aan de Technische Tuinbouwschool van Gembloux
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier