Anouk Buelens-Terryn
Een dubbele bekentenis
Dr. Anouk Buelens-Terryn is huisarts in opleiding en schrijft over wat haar raakt.
Vanop straat hoor ik luid geroep. Terwijl ik zoek naar de deurbel, ontwaar ik twee stemmen die ruziën. Het duurt eventjes vooraleer de voordeur geopend wordt. Er staat een vrouw van middelbare leeftijd voor mijn neus die zich voorstelt als degene die belde voor een dringend huisbezoek. Niet voor zichzelf, maar voor haar vader. Hij woont hier alleen sinds haar moeder enkele weken geleden overleed. “Hij trekt het niet, er moet hier wat ondernomen worden”, drukt ze me op het hart. Daarbij wijst ze naar zijn voorkomen en ze voegt er luidop aan toe: “Volgens mij is hij aardig beschonken, hoor.”
De man heeft het inderdaad moeilijk om zijn evenwicht te houden, met een beverige hand houdt hij het meubilair stevig vast. Er parelen zweetdruppels op zijn voorhoofd terwijl hij uitroept dat hij helemaal niets gedronken heeft. Vanzelfsprekend verdient hij het voordeel van de twijfel en een grondig onderzoek. Zou hij misschien een (urineweg-)infectie hebben en daar verward op reageren? Een urinetestje ontkracht mijn hypothese volledig, maar een vingerprik om zijn suikerwaardes te controleren geeft me wél een aanknopingspunt. Zijn waarde is veel te laag en doet de puzzelstukjes samenvallen. Ik vraag aan zijn dochter of hij fruitsap in huis heeft, desnoods wat honing? Deze snelle suikers helpen om hem snel wat beter te doen voelen.
Zonder zijn vrouw heeft de man geen idee hoeveel diabetesmedicatie hij moet innemen.
Wanneer hij voor het laatst gegeten heeft, pols ik, net wanneer de vrouw verschrikt vaststelt dat de ijskast nog volledig gevuld is. Alle maaltijden die ze de afgelopen tijd langs bracht, verzamelen schimmel in hun vershoudpotjes. “Jij kookt niet zoals mama”, moppert hij verdrietig. Hij mist duidelijk haar Vlaamse kost en het vegetarische eten van zijn dochter smaakt hem niet. “Het is toch belangrijk dat je gezond eet, met je diabetes?”, stribbelt ze tegen. Als compromis besluiten we dat een goede traiteur uit de buurt dagelijks zijn diner aan huis zal brengen.
Voordat ik vertrek, vraag ik uit gewoonte of hij nieuwe voorschriftjes nodig heeft. Hij geeft aan dat zijn diabetesmedicatie bijna op is, wat haar verwondert. “Ik ben pas nog naar de apotheek geweest voor je?” De kartonnen doosjes zijn nochtans aardig leeg. Al snel blijkt dat hij zelf geen idee heeft hoeveel medicatie hij moet innemen. “Je moeder keek daar steeds op toe”, bekent hij. En daarmee presenteert de tweede oorzaak van zijn lage suikerwaarde zich: hij neemt steevast een dubbele dosis suikerverlagende middelen in.
“Wat kunnen we hieraan doen?” Zijn dochter klinkt ietwat ontmoedigd. Dagelijks langskomen om toe te kijken op zijn medicatiegebruik krijgt ze niet gecombineerd met haar gezin. Een pillendoosje dat ze eenmaal per week kan komen vullen, vinden ze allebei een aardige oplossing. Samen met de dochter kan ik zo gerust vertrekken.
Op de fietstocht naar de praktijk neem ik me voor om volgende keer proactief een gesprek in te plannen wanneer iemands partner overlijdt. Want wie weet welke leegte en zorgen iemand achterlaat?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier