14 vragen over contactlenzen
Ze geven je vrijheid, een scherpe blik en vaak een mooier aangezicht. Hard of zacht, multifocaal of met een speciale filter? Voor heel wat klachten leveren lenzen een oplossing, maar hoe kies je het type dat bij je past en wat zijn de valkuilen?
1. Voor welke gezichts- en oog-problemen zijn lenzen interessant?
Prof. dr. Carina Koppen, diensthoofd oogheelkunde UZ Antwerpen: bij- en verziendheid, astigmatisme en ouderdomsverzienheid (presbyopie) zijn de courante refractieve afwijkingen die je door lenzen (naast brillen of chirurgie) kan corrigeren. Een refractieve afwijking verwijst naar een foute lichtbreking op je netvlies, waardoor je wazig ziet. Door de breking van de lichtstralen zo te wijzigen dat ze wel juist gefocusseerd worden op je netvlies, kunnen lenzen dat probleem verhelpen.
Naast het esthetische aspect en de voordelen bij het sporten of andere hobby’s, geven lenzen voor bepaalde afwijkingen ook een beter resultaat. Dat kan het geval zijn als je een hogere brilcorrectie voor ver- of bijziendheid (meer dan + of – 6.00) hebt. Ook als je kampt met een groot sterkteverschil (3 punten of meer) tussen beide ogen ben je met lenzen beter af. Omdat een bril wat verder van je oog afstaat, geeft dit een beeldgrootteverschil op het oog. Door het ene glas zie je het beeld kleiner dan door het andere. Je hersenen kunnen maar een paar procenten beeldgrootteverschil zelf oplossen. Wordt dat verschil groter, dan ontstaat een soort dubbelzicht. Omdat lenzen op je oog zelf rusten speelt dat niet en krijg je een meer gelijke grootte van het beeld. Bij een onregelmatig oogoppervlak, door ziekte, ongeval of infectie, zijn lenzen eveneens efficiënter.
Behalve het esthetische aspect, geven lenzen voor bepaalde afwijkingen een beter resultaat.
2. Welke soorten lenzen zijn er en welke problemen verhelpen ze?
Tijl Van Mierlo, optometrist en docent contactlenzen Odisee Hogeschool: vandaag zijn er grofweg drie grote groepen. De meerderheid draagt zachte lenzen. In veel gevallen kunnen afwijkingen prima gecorrigeerd worden met een standaard lens. Bij een kleine groep komt er maatwerk aan te pas.
Voor specifieke problemen, zoals een hoog astigmatisme – waarbij je hoornvlies meer gebogen is in een bepaalde richting, wat een vervormd beeld geeft – of een aangetast oppervlak van je hoornvlies kan je een beroep doen op vormvaste of harde lenzen. Die zijn een stuk kleiner – 9 tot 10 mm – en rusten op je hoornvlies. Zij zijn erg stabiel en zorgen voor een uitstekend zicht, maar niet iedereen vindt ze even comfortabel.
Scleralenzen tenslotte zijn grotere vormvaste lenzen die qua comfort beter scoren dan harde lenzen. Hun buitenste rand bevindt zich op het wit van je oog (sclera), maar verder raken ze je hoornvlies niet. Ze worden vaak als therapeutisch hulpmiddel ingezet, onder meer bij een beschadigd oog of een aangetast oppervlak van het hoornvlies. Zij kunnen je oog zowel beschermen als voor een beter gezichtsvermogen zorgen. Heb je een harde lens nodig, maar raak je er niet aan gewend, dan kunnen hybride of op maat gemaakte zachte lenzen helpen. Hybride lenzen combineren een harde kern met een zachte rand.
3. Zorgen lenzen voor droge ogen?
Prof. dr. Carina Koppen: lenzen verstoren inderdaad je tranenfilm, wat droge ogen kan triggeren of verergeren. Zeker in combinatie met blootstelling aan airconditioning, kan dit irritatie of ontstekingen geven. Droge ogen zijn typisch een fenomeen dat bij vrouwen, en in mindere mate bij mannen, toeneemt met de leeftijd. Daardoor worden lenzen vaak minder goed verdragen. Daarnaast kunnen er ook andere oorzaken spelen bij droge ogen door lenzen, zoals een verkeerde lenzenkeuze of fout gebruik. Voor extreem droge ogen, wat eerder uitzonderlijk is, bestaan er wel speciale verbandlenzen: zachte lenzen zonder correctie die je oog beschermen tegen te snelle verdamping van de tranenfilm.
4. Voor wie zijn multifocale lenzen interessant?
Prof. dr. Carina Koppen: heel wat 50-plussers kampen met presbyopie (ouderdomsverziendheid of leesbrilcorrectie) en zijn dus aangewezen op een dichtbijcorrectie, al dan niet in combinatie met een vertecorrectie. Multifocale lenzen hebben het voordeel dat ze kunnen scherpstellen op verschillende afstanden – dichtbij, intermediair of computerafstand en ver. Anders dan bij een progressieve bril, waarbij je boven of onderaan het glas kijkt om de juiste zoom te vinden, zitten de verschillende correcties hier op een soort ringsysteem verspreid over de lens. Soms loopt dat vlot maar soms kan het even duren voor je hersenen de juiste keuze van sterkte maken. De heilige graal van de multifocale lens die voor iedereen werkt, is nog niet gevonden.
5. Start je best zo vroeg mogelijk met multifocale lenzen?
Tijl Van Mierlo: start je al bij beginnende ouderdomsverziendheid met multifocale lenzen (of een bril), dan worden je ogen en hersenen meestal sneller gewoon aan die manier van kijken. Wanneer het verschil in sterkte tussen dichtbij- en verzicht verder toeneemt, evolueer je daar dan makkelijker in mee. Veel hangt daarbij ook af van de technische knowhow van je lenzenaanpasser, maar ook van je eigen motivatie en doorzettingsvermogen. Je kan de eerste weken met een verstoord zicht onder de vorm van halo’s of contrastverlies kampen omdat je hersenen zich nog moeten aanpassen. Bespreek je klachten ook met je lenzenspecialist, want kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken qua zicht en comfort.
6. Is de implantlens een goed alternatief?
Prof. dr. Carina Koppen: bij 50-plussers is er een lichte trend richting deze implantlenzen. Daarbij wordt een multifocale kunstlens ingeplant net achter je iris. Daar vervangt ze je eigen, niet meer goed zoomende lens. De ingreep is vergelijkbaar met die voor cataract. Maar net als bij multifocale contactlenzen en brillen is het succes ook hier individueel verschillend en raakt niet iedereen eraan gewend. Vandaar dat er nu een evolutie is richting vereenvoudigde implantlenzen. Die overbruggen niet meer alle afstanden, maar beperken zich tot ver en intermediair (computerzicht).
7. Welke voordelen bieden zuurstofdoolatende lenzen?
Tijl Van Mierlo: binnen de groep zachte lenzen kan je kiezen uit gewone hydrogel lenzen en silicone hydrogel lenzen. Beide zijn van kunststof, maar die laatste, meer gesofisticeerde lenzen laten aanzienlijk meer zuurstof door tot je hoornvlies. Dat is nodig om gezond te functioneren. Door voldoende zuurstof door te laten kan je onder meer voorkomen dat je hoornvlies kleine bloedvaatjes aanmaakt, wat optische verstoring kan geven. Ook problemen zoals rode ogen, of troebel zicht kunnen door een te lage zuurstoftoevoer ontstaan. Zuurstofproblemen door lenzen kwamen vroeger frequenter voor, maar met de nieuwe materialen, zowel in gewone hydrogel als silicone lenzen, is dat zeer sterk verbeterd. Beide zijn veilig maar sommigen ervaren wel een comfortverschil. Heel wat individuele factoren bepalen dat: zoals de vorm van je oog, de kwaliteit van je tranenfilm, de anatomie van je oogleden, enzovoort. Dat draagcomfort geeft vaak de doorslag bij de keuze.
8. Hoe werken nachtlenzen?
Tijl Van Mierlo: nachtlenzen werken prima als je bijziend bent. Het gaat om harde contactlenzen die je uitsluitend ’s nachts draagt. Door hun specifieke vorm zorgen ze ervoor dat het epitheel (voorste laag) van je hoornvlies tijdens de nacht op een veilige manier subtiel wordt afgevlakt. Een beetje zoals een nachtbeugel, maar dan voor je ogen. Daardoor kan je bij het opstaan weer scherper zien zonder bril of lenzen. Voor een goed effect is het wel belangrijk dat je ze geregeld draagt. In de VS wordt er momenteel al geëxperimenteerd met nachtlenzen voor verziendheid, maar hier zijn we nog eerder terughoudend.
9. Is een extra filter nuttig?
Tijl Van Mierlo: lenzen met een uv-filter beschermen je ogen beter tegen uv-licht. Maar dat betekent nog niet dat je je zonnebril achterwege mag laten, want deze lenzen halen nooit dezelfde beschermingsgraad. Zachte lenzen omhullen immers maar een deel van je oog. De rest en de gevoelige huid van je oogleden blijven blootgesteld.
Daarnaast zijn er ook een aantal kleurenfilters die, net als speciale brilglazen, je ogen laten verkleuren in de zon. Als je ze draagt veranderen ze je beeld niet, maar anderen merken dat je ogen verduisteren. Ook hier is het uitproberen of ze je extra comfort bieden. Sommige mensen ervaren met de juiste kleurtint betere contrasten.
Je kan een uv-filter ook combineren met een blauwlichtfilter, die dat typische licht van beeldschermen tegenhoudt. Blauw licht kan je slaap verstoren omdat het de aanmaak van het slaaphormoon melatonine onderdrukt.
10. Hoe onderhoud en reinig je lenzen?
Tijl Van Mierlo: voor je je lenzen in doet of uitneemt, moet je je handen wassen met water en zeep. En ze grondig afdrogen, want contact met kraantjeswater is uit den boze. Maandlenzen moet je elke avond na het uitnemen manueel reinigen. Leg de lens in je handpalm, voeg lenzenvloeistof toe en wrijf 20 seconden met je vinger door de lens. Spoel de lens met vloeistof en leg ze vervolgens in de houder, gevuld met propere vloeistof. De wrijfbeweging doorbreekt de biofilm die tijdens de dag op je lens is ontstaan. Lenzenvloeistof desinfecteert vervolgens je lens. Elke dag moet je de potjes volledig schoonmaken en uitspoelen met lenzenvloeistof, voor je ze weer vult met een verse dosis vloeistof. Nooit reinigen met water!
11. Waarom is water de grote vijand?
Prof. dr. Carina Koppen: water bevat tal van bacteriën, schimmels of amoebes die onschuldig zijn voor je huid, maar zeer kwalijke ooginfecties kunnen geven als ze onder je contactlens raken. Een klein wondje kan grote gevolgen hebben, tot en met het verlies van je oog.
Tijl Van Mierlo: moet je zwemmen met je lenzen, zet dan een waterdichte zwembril op en zorg ervoor dat je ogen en lenzen niet in contact komen met water.
12. Moet je af en toe een lensvrije dag inlassen?
Prof. dr. Carina Koppen: normaal gezien is een rustdag niet nodig, maar draag je lenzen met gezond verstand. Dat wil zeggen: niet steeds van bij het opstaan tot net voor het slapengaan. Een dagje afwisselen met een bril kan comfortabel zijn. Heb je last van irritatie of rode ogen, dan moet je je lenzen natuurlijk meteen uitdoen. Ook bij een verkoudheid of griep laat je ze beter even aan de kant.
13. Wat als je in slaap valt met je lenzen in?
Tijl Van Mierlo: een kort dutje overdag is voor geen enkele lens een probleem. Je ogen zullen misschien nadien een beetje droger aanvoelen. Een nacht doorslapen met lenzen wordt wel afgeraden. Tijdens het slapen wordt je hoornvlies volledig afgedekt door zowel je lens als je ooglid, wat een risico inhoudt op infecties of soms zuurstoftekort. Als het toevallig toch eens gebeurt, is dat geen ramp. Je ogen kunnen bij het ontwaken wat droger aanvoelen of vastzitten. Je moet dan wat lenzenvloeistof in je oog druppelen en even wachten voor je je lens verwijdert.
14. Kan je lenzen combineren met make-up?
Prof. dr. Carina Koppen: make-up kan een potentiële bron van infecties zijn. Daar spring je dus best voorzichtig mee om. Er bestaan intussen ook al speciale make-upsoorten bestemd voor lenzendragers. Belangrijk om weten: doe eerst je lenzen in voor je make-up aanbrengt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier