4 x anders wandelen
Wandelen is je ene voet voor je andere zetten. Maar je kan dit eenvoudige principe op verschillende manieren en met een andere snelheid invullen, waardoor je een heel ander effect bereikt.
1. Brisk walking
Brisk of power walking betekent zoveel als sportief wandelen. Bij deze vorm zet je er stevig de pas in, maar niet in die mate dat je aan het atletische snelwandelen doet. Bij brisk walking stap je tegen een tempo van 6 tot 9 km per uur, terwijl je bij een gewone wandeling zo’n 4-5 km per uur haalt. Je ademhaling verhoogt, je hartslag versnelt, maar je kan nog steeds vlot een gesprek voeren. Het grote voordeel van sportief wandelen tegenover hardlopen is dat je gewrichten en pezen minder belast worden, waardoor je minder kans loopt op blessures.
ZO DOE JE DAT. Je maakt geen grotere passen maar je zet meer stappen. Lopen met kleinere stappen is efficiënter. Ook je armen, met je ellebogen in een hoek van 90 graden, bewegen actief mee. Je armen sturen je benen aan. Wanneer je armen het tempo verhogen, volgen je benen.
VOORDELEN. Door sportief te wandelen doe je aan cardio- of uithoudingstraining. Hiermee verbeter je je conditie, wat beschermend werkt tegen onder meer diabetes, hoge bloeddruk, osteoporose en hart- en vaatziekten. Een grote Amerikaanse studie, die zes jaar lang het effect hiervan onderzocht bij zo’n 33.000 deelnemers, stelde vast dat deze wandelvorm zelfs gunstiger uitviel voor de gezondheid dan hardlopen.
2. Chi Walking
Deze vrij nieuwe manier van stappen haalt haar inspiratie bij de principes van Tai Chi. Het is een zachte manier van wandelen waarbij de beweging niet vanuit je benen maar vanuit het bovenlichaam start. Zowel geoefende als ongeoefende wandelaars kunnen ermee aan de slag.
ZO DOE JE DAT. Uitgangspunt bij chi walking is dat je je schouders, heup en enkels op één lijn brengt. Je rug- en buikspieren zijn in deze houding licht aangespannen, terwijl je je armen, benen en voeten relaxed houdt. Door vanuit deze positie je bovenlichaam iets naar voren te brengen, volgen je benen en voeten de beweging automatisch mee. Dan hoef je je voeten gewoon maar op te tillen, wat minder kracht vergt. Je duwt je voeten niet actief af, maar maakt gebruik van de weerstand van de ondergrond om te stappen. Je stapt hierdoor met kleinere passen en een iets lagere frequentie. Maar doordat het minder energie kost, kan je veel langer doorwandelen en recupereert je lichaam nadien vlotter.
Bij chi walking start de beweging niet vanuit je benen maar vanuit je bovenlichaam.
VOORDELEN. Stijve of vermoeide beenspieren, blaren op de voeten, laat staan blessures, komen quasi nooit voor bij deze techniek. Bovendien train je zowat je hele lichaam en ligt de nadruk bij het stappen niet louter op je beenspieren. Deze techniek wordt ook aanbevolen bij mensen met parkinson. Dit bevordert niet enkel hun fitheid en loopvermogen, maar ook het evenwicht en het lichaams- bewustzijn.
3. Stiltewandeling
Wandelen met enkel het geluid van je eigen voetstappen, de wind op je gelaat, het ruisen van bladeren. Stiltewandelingen zijn erop gericht om tot rust te komen, je zintuigen open te zetten en je bewust te worden van je omgeving. Het tempo ligt een stuk lager, zodat je alle tijd kan nemen om stil te staan bij wat er zich om je heen afspeelt.
ZO DOE JE DAT. Deze wandelingen kan je in je eentje doen of je kan kiezen voor een georganiseerde stiltewandeling. Zowel natuurorganisaties, wandelcoaches als stiltecentra richten deze trips in. De stiltetochten zijn erop gericht om je in contact te brengen met de natuur, in het reine te komen met jezelf of een combinatie van beide. In een groep ervaar je de stilte nog intenser dan alleen. Bovendien kan een wandelcoach onderweg aandachtsoefeningen geven of er een wandelmeditatie van maken.
VOORDELEN. Stiltewandelingen zijn pure ontspanning, ze laden je helemaal op met energie en blijken vaak een voedingsbodem voor nieuwe creatieve ideeën.
4. Nordic Walking
Wat begon als een training voor langlaufers is vandaag uitgegroeid tot een populaire intensieve bewegingsvorm. Dankzij de twee stokken (poles) stap je een stuk intensiever en doe je een totale body work-out.
ZO DOE JE DAT. Bij Nordic Walking beweeg je je vloeiend voort met een soort zwevende stap tegen zo’n 6 km per uur. Tijdens het stappen vindt een kruiscoördinatie plaats tussen je tegenovergestelde arm en been. Bij elke stap grijp je de ene pole (in een lus rond je pols) en duw je jezelf af, waarna je die arm helemaal naar achter brengt en tegelijk je hand rond je pole opent. Alsof je iets grijpt en het vervolgens achter je gooit. Die beweging gebeurt afwisselend rechts en links.
VOORDELEN. Maar liefst 90% van je spieren zijn bij Nordic Walking aan het werk. De kruisbeweging zorgt bovendien voor hersengymnastiek. Je energieverbruik ligt veel hoger dan bij gewoon wandelen en deze cardiotraining boost je conditie. De ritmische beweging verbetert verder je longfunctie en zuurstofopname. Doordat de belasting daalt dankzij het gebruik van de poles, verminderen ook pijnklachten aan knieën, enkels en heup.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier