6 vragen over hoortoestellen
Het aanbod aan hoortoestellen was nooit groter. Het ene onderdrukt ruis, het andere is verbonden met je smartphone. Maar hoe vind je het toestel dat bij je past? We legden ons oor te luisteren bij twee audiologen.
1. Wanneer heb je nood aan een hoorapparaat?
Audiologen Hanna Philips en Isabel Blommaerts (UZ Antwerpen) leggen uit: “Gehoorverlies ontstaat vaak geleidelijk aan, waardoor het een poos kan duren voor je doorhebt dat je minder goed hoort. De typische eerste signalen zijn dat je vaker moet vragen om iets te herhalen, dat de radio of televisie luider moet of dat je in groep of bij achtergrondlawaai problemen ondervindt om anderen te verstaan. Bij gehoorverlies ben je aan het einde van de dag moe van de luisterinspanning. Omdat je woorden vaak maar deels hoort en dus zelf moet trachten aan te vullen, vergt dit een veel grotere mentale inspanning. De eerste stap is dan een NKO-arts raadplegen om te achterhalen wat de oorzaak van je gehoorverlies is. De diagnose bepaalt wat voor jou de beste oplossing is: een hoortoestel, een implantaat, een beengeleidingshoortoestel of chirurgie.”
Je gehoor blijven stimuleren is een must, zelfs bij licht gehoorverlies.
2. Opteer je best zo snel mogelijk voor een hoortoestel?
“Gehoorverlies verbetert nooit vanzelf. Hoe langer je talmt met een hoortoestel, hoe langer het duurt om eraan te wennen en hoe lastiger het is om snel goede hoorresultaten te boeken. Dat komt omdat je gehoorzenuw en je hersenen lange tijd minder geluid hebben doorgekregen. Vanaf een gemiddeld gehoorverlies van 40 decibel heb je recht op een gedeeltelijke terugbetaling van een hoortoestel door de ziekteverzekering. Daarvoor heb je wel een voorschrift van de NKO-arts nodig. Bij mensen jonger dan 65 bestaan er uitzonderingsregels, waardoor tussenkomst ook daar soms sneller mogelijk is.”
3. Volstaat een klassiek hoortoestel of kies je beter een meer gesofisticeerd?
“Dat is heel individueel. De zoektocht start met een intakegesprek, waarbij de klachten in kaart worden gebracht. Je hebt bovendien hoortoestellen in verschillende prijscategorieën. Hoe meer technologische mogelijkheden, zoals het onderdrukken van ruis of wind, en hoe meer aanpassingsmogelijkheden, hoe duurder. Bij deze toestellen betaal je een groter deel zelf. Moet je geregeld vergaderen of in een rumoerige omgeving functioneren, dan heb je een meer gesofisticeerd toestel nodig. Maar woon je in een rustige omgeving en voer je vooral een-op-eengesprekken, dan volstaat een goedkoper basistoestel. Een testperiode kan helpen om te achterhalen welk toestel het beste past in verschillende situaties. Minstens even belangrijk is je hoortoestel goed laten afstellen. En dat ook verder laten opvolgen, aangezien gehoorverlies kan blijven evolueren en je de kans moet krijgen om aan het nieuwe geluid te wennen.”
4. Welke extra snufjes zijn interessant?
“Ook dat is maatwerk. Om beter te horen tijdens bijvoorbeeld vergaderingen zijn er microfoontjes die je op tafel plaatst en die via Bluetooth rechtstreeks verbonden zijn met je hoortoestel. Gelijkaardige gebruiksvriendelijke verbindingen zijn mogelijk tussen je hoortoestel en je smartphone of tv-toestel. Het geluid komt dan rechtstreeks in je hoortoestel binnen en wordt via streaming meteen op maat versterkt, waardoor de volumeknop van je tv niet meer hoger moet en telefoongesprekken vlotter lukken. Sinds kort zijn de oplaadbare hoortoestellen in opmars. Die stop je ’s avonds in een lader, die de losse batterijen vervangt.”
5. Een toestel in of achter het oor?
“Vandaag zijn er drie conventionele types hoortoestellen. Welk type het beste past, hangt af van je gehoorverlies. Bij het achter-het-oortoestel kan je werken met een dopje of een oorstukje op maat. Deze toestellen zijn zeer geschikt voor mensen met ernstiger gehoorverlies of als je vaak last hebt van veel oorsmeer in je gehoorgang. Er zijn ook achter-het-oortoestellen waarvan de luidspreker in het oor zit, waardoor het stukje achter je oor kleiner is. Dit toestel is zowel geschikt voor licht als zwaar gehoorverlies.
Een in-het-oortoestel wordt vaak gekozen omdat het minder zichtbaar is. Maar dit is niet voor iedereen geschikt en kan soms met ongemakken gepaard gaan, omdat het je oor meer afsluit dan een gewoon oordopje. En vandaag zijn er ook al toestellen achter het oor in onopvallende uitvoeringen.”
6. Welke problemen kan je zoal ondervinden ALS je een hoortoestel gebruikt?
“Bij het eerste gebruik is het voor je hersenen altijd wat wennen aan de nieuwe klanken, die verschillen van het natuurlijke gehoor. Om die omschakeling te realiseren is het erg belangrijk dat je het toestel continu draagt. In het begin klagen mensen vaak over een metaalklank of een microfooneffect, maar dat verdwijnt meestal na langer gebruik. Vandaar het grote belang van een proefperiode van enkele weken, tijdens dewelke het toestel kan worden bijgesteld.
Opnieuw horen kan ook overweldigend zijn. Zo signaleren mensen soms dat ze continu hun klok of koelkast horen. Of ze schrikken van het verkeer, omdat ze die normale geluiden al lang niet meer hebben gehoord of omdat ze nu veel luider binnenkomen. Motivatie en counseling zijn erg belangrijk, net als het stimuleren van je gehoor. Ook als je een hele dag alleen thuis bent, blijft het belangrijk om je toestel te dragen, zelfs wanneer er niet wordt gesproken. Zo kan je wennen aan alle achtergrondgeluiden die steeds aanwezig zijn. Je gehoor blijven stimuleren is een must, zelfs bij licht gehoorverlies. Zo blijft je gehoorzenuw geprikkeld, wat een positief effect heeft op al je hersenfuncties.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier