![](https://img.static-rmg.be/a/view/q75/w962/h503/f50.00,50.00/7026255/gettyimages-1770175167-jpg.jpg)
6 x beter communiceren met mensen met dementie
Hoe blijf je connectie maken met een persoon met dementie? Meer nog dan een falend geheugen leidt deze ziekte tot pijnlijk communicatieverlies. Toch zijn er manieren om het contact te versterken.
Van steeds terugkerende vragen tot misverstanden, boze of angstige reacties of afwezig gedrag. Communiceren met iemand met dementie kan soms lastig en frustrerend verlopen. “Toch is het belangrijk om de communicatie niet meteen op te geven”, benadrukt dementie-expert Kasper Bormans die tijdens zijn onderzoek geruime tijd in een woonzorgcentrum verbleef tussen mensen met dementie. “Alles start met de beeldvorming die mensen hebben over dementie, waarbij meestal de focus wordt gelegd op de beperkingen. Als je ervan uitgaat dat de ander niet meer bereikbaar is, dan ga je ook niet op zoek om een brug te bouwen. Maar mensen variëren in hun gedrag, behoeften en emoties. Ik vergelijk dementie met een schommel die heen en weer beweegt. Dat beeld zorgt voor een meer verdraagzame houding. Wanneer iemand met dementie bijvoorbeeld boos begint te schreeuwen, denk je niet meer ‘dat is een moeilijke man’ maar wel ‘die heeft een mindere dag’”, aldus Bormans die zo’n 53 communicatietechnieken bundelde. “Niet alles werkt natuurlijk voor iedereen. Maar doordat de verbeelding bij mensen met dementie overeind blijft, nodigen ze ons uit om meer creativiteit aan de dag te leggen.”
1. Het bijzondere effect van deuren
Een heel eenvoudige techniek is hoe je door een deur bij iemand binnenkomt. Wanneer je op bezoek komt en je ouder of partner met dementie reageert boos dan is het een goed idee om rustig de kamer te verlaten om even later terug te keren. De sfeer van de ontmoeting kan de tweede maal compleet omgeslagen zijn want ook hier werkt dat principe van de schommel. Deuren hebben echt een bijzonder effect bij dementie.
Een techniek uit verkoopopleidingen leert dan weer dat je eerst op de ander moet afstemmen (hoe voelt die zich op dat moment?) om dan de communicatie in een bepaalde richting te leiden. Vergelijk het met een ijsblok dat je in warm water dompelt. Dat duurt even voor er een evenwicht qua temperatuur tot stand komt. Wanneer je op bezoek gaat verschilt jouw gevoelstemperatuur eveneens van de ander en moet je tijd nemen om af te stemmen. Dat inzicht helpt ook om afwijzingen niet persoonlijk te nemen of aan iemands karakter te wijten.
2. Toon vaker eerlijk je emoties
“Heel wat mantelzorgers verbergen het wanneer ze het moeilijk hebben met het aanvaarden en het omgaan met hun naaste met dementie. Dat is een gemiste kans. Mensen met dementie beschikken vaak nog over een groot troostend vermogen, zelfs al is er communicatieverlies. Als mantelzorger mag je die gevoelens van verdriet gerust delen met hen. Zo draai je ook de klassieke verhouding om en door hen de kans te geven je te troosten, verandert ook je beeld van dementie.”
3. Geef hen tijd om je te herkennen
“‘Ze herkent me niet (meteen) meer’, betreuren geliefden vaak maar mensen met dementie nemen de wereld vaak vertraagd waar. Vandaar dat het belangrijk is om hen rustig de kans te geven jou te herkennen en je als een vriend te zien. Onbewust pakken we dat nogal eens verkeerd aan. Zo maken mensen bij een bezoek aan iemand met dementie vaak continu oogcontact terwijl ze op hen af stappen. Dat komt bedreigend over en je ontneemt de ander de kans om jou te scannen en te herkennen. In de plaats daarvan maak je bij het binnenkomen beter kort oogcontact als teken dat je de ander gezien hebt, om dat vervolgens te verbreken door bijvoorbeeld je jas weg te hangen. Dat geeft de ander wat tijd om je te herkennen en in te schatten.”
4. Maak ook non-verbaal contact
Ook door een aanraking kan je contact maken zonder woorden maar dan pak je het wel best zo aan dat de ander het als aangenaam ervaart. Dat kan door een kort tikje op de schouder te geven samen met een knikje van herkenning. Zo is de ander even alert gemaakt en kan hij je scannen. Je staat nu 30 seconden in de spotlight. Doe vervolgens iets dat vertrouwen wekt zoals een kledingstuk goed hangen of een pluisje van de trui halen. Of breng een voorwerp mee zoals een kaartje of koekjes. Wanneer je dat overhandigt, kan je bovendien verbinding maken door subtiel even de vingertoppen aan te raken.
5. Gebruik de ja-kamer
Weerstand komt vaak voor bij dementie en dat kan je trachten te omzeilen door eerst enkele inleidende vragen te stellen waarop de ander sowieso ‘ja’ antwoordt, bv. wil je me even helpen? Die gesprekstechniek creëert bij de ander bereidheid en zo verhoog je de kans dat die ook zal instemmen als je je echte vraag stelt, bv. om eens te gaan wandelen. Het kost in het begin een beetje energie om ja-vragen te bedenken maar nadien verloopt het soepeler.
6. Formuleer je vragen anders
Merk je dat de ander het moeilijk heeft, gebruik dan een aangepaste openingsvraag: niet ‘hoe gaat het?’ maar wel ‘hoe gaat het vandaag?’. Zo maak je al een opening naar verandering van gevoel. Bij mensen met dementie is het nuttig om vragen als uitnodiging tot interactie te gebruiken en niet zozeer om informatie te verkrijgen. Voelvragen zoals ‘hoe voelde je je op je trouwdag?’ werken beter dan kennisvragen en stel gerust vragen waarvan je weet dat de ander het antwoord kent. Mik op positieve reacties en zoek overeenstemming. Niet ‘wat wil je eten?’ maar wel ‘heb je ook zo’n zin in frietjes?’ ●
Meer lezen?
Schommelen op het ritme van mensen met dementie, Kasper Bormans, Lannoo, € 29,99, ISBN 9789401403566
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier