Benzodiazepines, slik ze niet ondoordacht
Bijna twee op de tien Belgen slikken geregeld benzodiazepines. Om angstgevoelens te onderdrukken, om beter te slapen... Maar tranquillizers zijn allesbehalve onschuldig.
Nog snel een kalmeermiddel voor het slapen gaan of wanneer de dag wat tegen zit. Benzodiazepines (zoals diazepam (Valium), alprazolam (Xanax), bromazepam (Lexomil)) behoren tot de geneesmiddelen die we het vaakst nemen: 20% van de Belgen slikt ze geregeld. Al neemt bij artsen en patiënten het wantrouwen tegenover deze medicijnen toe, omdat ze verslavend zouden werken, nefast zouden zijn voor het geheugen, apathisch zouden maken. Wat is daar van aan? We vroegen het aan prof. Paul Verbanck (psychiater, UVC Brugmann, Brussel), die de context schetst waarin deze geneesmiddelen werden ontwikkeld. “Wie vandaag de rol van benzodiazepines wil begrijpen, moet weten dat de slaapmedicatie waarover we vroeger beschikten, gevaarlijk en potentieel dodelijk was. Denk maar aan de barbituraten. Toen begin jaren ’60 de benzodiazepines op de markt kwamen, waren artsen hoopvol: ze waren veilig en bleken zowel efficiënte hypnotica – slaapmiddelen dus – als doeltreffende angstremmers te zijn.”
Beter niet bruusk stoppen
Vanaf de jaren ’80 waarschuwen studies voor het overmatig gebruik van benzodiazepines, soms recreatief. Maar ook voor het feit dat ze tot gewenning kunnen leiden. Bij langdurig gebruik wordt het lichaam minder gevoelig voor hun effect. Om hetzelfde resultaat te bereiken, is een steeds hogere dosis nodig. Een fenomeen dat zich vooral voordoet bij wie benzodiazepines slikt als slaapmiddel en veel minder bij wie ze neemt tegen angststoornissen. Verbanck: “Uit onderzoek is gebleken dat die laatste groep de dosis niet verhoogt en geneigd is ze na verloop van tijd spontaan af te bouwen.”
Dat benzodiazepines tot lichamelijke afhankelijkheid leiden, is op zich niet problematisch als iedereen zich hievan bewust is. “Ik geef het voorbeeld van een oudere dame. Ze is in goede gezondheid, maar moet naar het ziekenhuis voor een ingreep. Daar vergeet ze te melden dat ze geregeld benzodiazepines neemt en krijgt ze deze medicatie plots niet meer toegediend. Ze gaat ontwenningsverschijnselen vertonen, met mentale verwarring en delirium tot gevolg.” Complicaties die volgens Verbanck vermeden konden worden als ze het gebruik van benzodiazepines had gemeld.
“De dosis geleidelijk afbouwen kan. Maar volledig stoppen is voor sommige patiënten een probleem. Ze gaan zich opnieuw angstig voelen en/of slechter slapen, waardoor ze naar andere, sterkere producten grijpen. Het is dus zaak het gebruik van benzodiazepines af te bouwen tot ze weer veilig zijn, zonder naar een nuldosis te streven”, aldus de specialist. Patiënten die geregeld en al lange tijd benzodiazepines slikken en daarmee willen stoppen, moeten zich daarom laten begeleiden door een arts.
Een nuldosis is niet altijd haalbaar, afbouwen tot een veilige dosis wel.
Benzodiazepines zouden ook niet zonder bijwerkingen zijn. Sinds kort wordt deze medicatie ervan verdacht bij 65-plussers de ziekte van Alzheimer in de hand te werken en dat risico zou toenemen naarmate men het geneesmiddel langer neemt. Aan prof. Verbanck de vraag of dit klopt? “Zo ver zou ik niet durven gaan. Wat wel met zekerheid vaststaat is dat benzodiazepines bestaande geheugenstoornissen kunnen verergeren. Vandaar dat artsen ze almaar minder voorschrijven aan 60-plussers. Te meer omdat ze het risico op valpartijen vergroten, vooral bij wie ’s nachts uit bed moet.”
Behandeling op maat
Het lijkt dus logisch om niet met benzodiazepines te starten, tenzij je daar een heel goeie reden voor hebt. En ze in elk geval niet te blijven slikken. Om gewenning en verslaving te voorkomen, mogen deze geneesmiddelen niet langer dan één tot twee weken aan een stuk worden genomen. “Benzodiazepines zijn aangewezen om erg stresserende gebeurtenissen in het leven te boven te komen – het overlijden van de partner, een geval van agressie – en dat gedurende een zeer korte periode. Probleem is dat deze medicatie soms wordt voorgeschreven om alledaagse voorvallen het hoofd te bieden. Vooral jongere mensen komen dan al snel in een stramien terecht waarbij ze voor elk probleem naar een pilletje grijpen en ze niet meer leren zelf stressfactoren aan te pakken. En dan wordt benzodiazepines slikken verraderlijk en zorgwekkend”, aldus de psychiater.
Net als andere verslavende middelen zoals alcohol, bieden ze tijdelijk een makkelijke uitweg maar staan ze ons natuurlijke aanpassingsvermogen in de weg. “Waardoor we almaar slechter met angst kunnen omgaan en nóg meer medicijnen slikken. Om die vicieuze cirkel te doorbreken moet je je afvragen waarom je een geneesmiddel neemt. En erover praten met de dokter”, voegt Lauriane Fabry (psychologe, UVC Brugmann en coördinator van het alcoholontwenningsprogramma) eraan toe.
Benzodiazepines zijn geen must
Sommige mensen kampen echter met een angststoornis, “waarbij de angst geen reële grond meer heeft”, stipt professor Paul Verbanck aan. Het lijden dat daaruit voortvloeit, mag zeker niet worden gebagatelliseerd. Vaak is het dus verstandig om een psychiater te raadplegen. Die kan een behandeling op lange termijn uitwerken, doorgaans een combinatie van medicijnen en psychotherapie. Zo worden antidepressiva vandaag ingezet als dé eerstelijnsbehandeling bij angststoornissen. In vergelijking met benzodiazepines laat hun effect wel wat langer op zich wachten – reken ongeveer drie weken -, maar ze werken op lange termijn en er is geen risico op gewenning. Bij ernstige angst of blijvende slaapstoornissen – soms houden de twee verband met elkaar – is het dus raadzaam een specialist te raadplegen. Die zal bepalen welke behandeling het meest aangewezen is. Want benzodiazepines zijn geen must. Artsen schrijven benzodiazepines ook voor als hulpmiddel bij alcoholontwenning, om ze dan geleidelijk af te bouwen en zo de ernstige gevolgen van bruusk stoppen met drinken te counteren (epilepsieaanvallen, delirium tremens). Sommige patiënten blijven echter benzodiazepines slikken nadat ze met alcohol gestopt zijn, en verhogen zelfs de dosis. “Wie een verslavingsverleden heeft, raakt nu eenmaal makkelijker verslaafd aan andere stoffen. Bij die mensen bestaat het risico dat het probleem niet ten gronde wordt aangepakt en het ene product gewoon door een ander wordt vervangen”, klinkt het bij psychologe Lauriane Fabry. Anderen beginnen weer te drinken maar blijven intussen benzodiazepines slikken. Een potentieel gevaarlijke cocktail. “Vandaag krijgen wij mensen over de vloer enkel omdat ze willen kappen met benzodiazepines”, legt Lauriane Fabry uit. “Zoiets kan in een ambulante context, maar soms is een opname van een drietal weken nodig om de dosis geleidelijk af te bouwen en een stand van zaken op te maken, want vaak gaat er achter dit geneesmiddelengebruik een angststoornis of depressie schuil.”
Benzodiazepines zijn geen zoethoudertje
Een van de problemen van benzodiazepines is dat ze vaak standaard deel uitmaken van de huisapotheek en soms zonder doktersadvies worden ingenomen, nadat ze eerder voor een ander gezinslid werden voorgeschreven. “Mijn moeder had altijd benzodiazepines in huis”, vertelt Sophie (38). “Ik ben die beginnen nemen toen ik 18 jaar was. Ik zat namelijk met heel wat angst over mijn studiekeuze. Mijn moeder wist dat en raadde mij aan die geneesmiddelen te nemen ‘om wat te kalmeren’, een beetje zoals toen ik klein was en ze, om me te troosten, een pleister op elk klein schrammetje aanbracht. Gaandeweg ging ik op die pillen rekenen. Ik nam ze niet vaak, maar zorgde ervoor dat ik ze altijd in huis had, nam ze altijd mee op reis of als ik bij vrienden ging, voor het geval dat. Later, toen ik ging samenwonen, stelde ik vast dat ik boos werd als mijn partner niet meteen met medicatie kwam aanzetten wanneer ik ziek was. Voor mij was dat de enige vorm van aandacht die telde! Mettertijd ben ik gaan inzien dat ook een luisterend oor wonderen doet. En soms veel doeltreffender is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier