Depressie kan ook anders worden behandeld dan met antidepressiva
Antidepressiva bieden een uitkomst, maar volstaan niet altijd. Anders gaan leven, mindfulness, transcraniële elektrische stimulatie, zijn vandaag enkele van de mogelijke alternatieven.
Je bent verdrietig, het ontbreekt je aan motivatie, je slaagt er niet in beslissingen te nemen over belangrijke (en bijkomstige) zaken, je kan niet meer genieten. Je hebt last van eet- en slaapstoornissen, je worstelt met donkere gedachten, je hebt een laag zelfbeeld (‘Ik ben een loser’, ‘Dat lukt me nooit’), maar je hebt ook hoofdpijn, buikpijn, rugpijn. Een depressie uit zich in een hele rist psychische en lichamelijke symptomen.
Hoewel er nog altijd een beetje een taboe op rust, komt deze aandoening vandaag erg veel voor. Een op de vijf vrouwen en een op de tien mannen maken in hun leven minstens één depressieve fase door. In het beste geval is je depressie van voorbijgaande aard, omdat er een link is met een zware tegenslag in je leven: het overlijden van een dierbare, een scheiding, echtelijk geweld, problemen op het werk, overspannen zijn, uitgesloten worden, enzovoort.
Naar schatting raakt ongeveer 60% van de mensen die een depressieve fase doormaken er binnen de zes maanden weer bovenop. Maar het is niet altijd mogelijk om een depressie te overwinnen op eigen kracht of via een alternatieve aanpak. Vaak is medicatie een must om het eindeloze gepieker te stoppen en je de kans te geven opnieuw te functioneren, zij het vaak anders. Zeker bij risicofactoren zoals een persoonlijke of familiale voorgeschiedenis van depressie, traumatische ervaringen tijdens de kindertijd (verwaarlozing, mishandeling, seksueel misbruik...), sociaal isolement en/of een ongezonde manier van leven.
Antidepressiva
Vandaag helpen antidepressiva – tricyclische antidepressiva of selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) – bij naar schatting 60 tot 65% van alle depressieve patiënten. “Een antidepressivum werkt niet altijd meteen. Soms moet je er verschillende uitproberen of combineren voor je resultaat hebt. En helaas bestaat er momenteel geen enkele manier om vooraf te weten wie positief zal reageren op welk antidepressivum”, verduidelijkt professor Charles Kornreich (diensthoofd psychiatrie, UZ Brugmann, Brussel). Een behandeling opstarten blijft dus altijd aftasten en daar kunnen patiënten – die hopen snel beter te worden – al eens ontmoedigd door raken. En zelfs wanneer de behandeling aanslaat, kunnen gevreesde of bewezen bijwerkingen ervoor zorgen dat de patiënt afhaakt. “De meest problematische bijwerkingen zijn gewichtstoename en seksuele problemen, zoals een verminderd libido”, licht professor Charles Kornreich toe. Vandaar ook de zoektocht naar alternatieven.
Depressie na 50 = meer somatisch
Bij vijftigplussers komt depressie vaak voor. Eenzaamheid, het overlijden van de partner of ziekte kunnen de aandoening in de hand werken. Ook bepaalde hormonale factoren, voedingstekorten of een neurodegeneratieve aandoening zoals de ziekte van Alzheimer, doen het risico op een depressie toenemen. “Eenmaal de 50 voorbij neemt somatisering toe: de depressie uit zich vaker in lichamelijke klachten, in een forse daling van het energiepeil, in de neiging om zichzelf te laten gaan, in prikkelbaarheid...”, analyseert professor Charles Kornreich. “Helaas zijn zowel antidepressiva als transcraniële stimulatie minder doeltreffend bij vijftigplussers. Dat komt omdat de cortex van nature krimpt naarmate we ouder worden. De afstand tussen de cortex en de schedel neemt dus toe, waardoor de cortex minder ontvankelijk wordt.”
Andere levensstijl en meer lichaamsbeweging
Wie kampt met een depressie is gebaat bij een actieve levensstijl en een goede slaaphygiëne. Om je herstel te bevorderen, spring je best matig om met alcohol (en drugs). Lichaamsbeweging is doeltreffend gebleken bij milde depressies. Dat komt omdat het lichaam tijdens het sporten neurotransmitters aanmaakt, zoals endorfines, die inwerken op je humeur. “Probleem hier is dat je behoorlijk gemotiveerd moet zijn om geregeld te bewegen. Maar bij ernstige depressie ontbreekt het patiënten net vaak aan energie”, aldus professor Charles Kornreich. Ook je gesteund weten door je omgeving is belangrijk. Activiteiten plannen, mensen ontmoeten, is cruciaal, maar soms onmogelijk. “Het is uitkijken voor de vicieuze cirkel: als je depressief bent, kruip je vaak in je schelp, zonder je je af. Ook repetitieve activiteiten – zoals knutselen, tuinieren, naaien... – zijn een prima optie bij milde depressie.”
Wie kampt met depressie is gebaat bij een actieve levensstijl en een goede slaaphygiëne.
Transcraniële gelijkstroomstimulatie
Bij transcraniële gelijkstroomstimulatie (transcranial direct current stimulation of tDCS), een vorm van niet-invasieve neuromodulatie, wordt laagstroom ingezet ter hoogte van de prefrontale cortex om de activiteit van de neuronen in het brein te moduleren. De techniek is minder duur en eenvoudiger toe te passen dan transcraniële magnetische stimulatie (TMS) en maakt vandaag deel uit van de klinische behandeling van depressie.
“Typisch voor depressie is de verminderde neuroplasticiteit, alsof de neuronen er niet in slagen nieuwe verbindingen te maken. Dat transcraniële gelijkstroomstimulatie werkt, komt net omdat deze techniek de neuroplasticiteit verhoogt en de neuronen opnieuw vlotter nieuwe verbindingen gaan maken. Van deze methode weten we trouwens al lang dat ze het geheugen, de reactiesnelheid en het concentratievermogen verbetert. Sommige videogamers gebruiken ze zelfs als doping.”
De techniek is pijnloos en heeft nagenoeg geen bijwerkingen. Dat ze doeltreffend is bij de behandeling van depressie is intussen bewezen, al is ze nog altijd minder efficiënt dan hooggedoseerde antidepressiva. “Wel blijkt de combinatie van beide doeltreffender dan elke behandeling afzonderlijk. Idealiter wordt tDCS dus ingezet als aanvullende behandeling, maar de methode kan ook een alternatief zijn voor patiënten die veel nevenwerkingen ondervinden van antidepressiva.” Het UZ Brugmann combineert deze techniek met alternatieve behandelingen zoals lichaamsbeweging, meditatie, voedingsadvies en kunsttherapie.
Een sessie met gelijkstroomstimulatie duurt 20 tot 30 minuten. Intussen kan de patiënt lezen of rusten. Net zoals antidepressiva, is deze methode doeltreffend zolang de behandeling loopt, maar zal ze je niet genezen. “We raden aan om aan onderhoudsstimulatie te doen, vooral omdat er nu ook toestelletjes zijn waarmee je jezelf thuis kan stimuleren: de duur en de intensiteit kunnen vanop afstand door de arts worden gecontroleerd”, legt professor Charles Kornreich uit. Maar hij waarschuwt voor de toestelletjes die via het internet worden verkocht. “Je vindt er al van 200 euro, maar je hebt geen enkele garantie dat ze ook gelijkstroom leveren. Bij ongecontroleerd gebruik is er een risico op overstimulatie, met mogelijk nefaste gevolgen voor de hersenen en bepaalde cognitieve functies.”
Mindfulness
In combinatie met medicatie, is cognitieve gedragstherapie (CGT) het meest efficiënt gebleken om depressie te behandelen. De therapie werkt in op je gedachten en overtuigingen om zo een gedragswijziging op gang te brengen. Vandaag maakt de derde generatie cognitieve gedragstherapie ook gebruik van mindfulness. Eind jaren ’70 paste de Amerikaanse arts Jon Kabat-Zinn deze vorm van open meditatie (dus niet gericht op een bepaalde gedachte of voorwerp) al toe om patiënten met stress of depressie te behandelen. “Inmiddels is wetenschappelijk aangetoond dat mindfulness een terugval bij depressie helpt te voorkomen”, aldus nog professor Charles Kornreich.
Mindfulness is een vorm van aandachtstraining, waarbij je je aandacht focust op wat je op het moment zelf ervaart, wat je dan denkt en voelt. Ze helpt je elke gedachte, elke emotie en elke lichamelijke gewaarwording te registreren en te aanvaarden, zonder te oordelen. Net zoals neuromodulatie, kan je via dit proces geleidelijk aan bepaalde hersenverbindingen wijzigen en de weg openen om anders te functioneren. Zowat overal in België kan je een standaard gevalideerde achtwekencursus volgen, a rato van één groepssessie per week. Er is MBSR (mindfulness based stress reduction) of stressreductie op basis van mindfulness, en MBCT (mindfulness based cognitive therapy) of cognitieve therapie op basis van mindfulness.
Reminiscentieen life-reviewtherapie
Hoe ouder we worden, hoe meer we geneigd zijn om naar het verleden te kijken. Ben je erin geslaagd om conflicten in je leven op te lossen, dan kan terugblikken helpen om positieve eigenschappen te ontwikkelen waarmee hoge leeftijd gepaard gaat, zoals innerlijke rust en wijsheid. Maar ben je er niet in geslaagd om conflicten van vroeger op te lossen, dan kan het verleden je in een depressie doen belanden. Twee therapeutische benaderingen kunnen dan helpen: reminiscentietherapie en life-reviewtherapie.
Reminiscentietherapie stimuleert je om gestructureerd na te denken en te praten over positieve ervaringen uit het verleden, zodat je opnieuw de positieve kant van het leven herontdekt. Life-reviewtherapie is intensiever en gerichter: je haalt er negatieve ervaringen mee naar boven, zodat je ze op een serene manier een plek kan geven in je leven. Hoewel bij ons nog vrij onbekend, zijn deze vormen van therapie uitermate geschikt om depressie bij vijftigplussers te behandelen. Zij blijken namelijk minder baat te hebben bij klassieke psychotherapie.
Ketaminebehandeling
Ketamine, door (dieren)artsen gebruikt als snel werkend algemeen verdovingsmiddel, is een dissociatieve drug. Vandaag gaat geneesmiddelenonderzoek na in welke mate ketamine kan helpen bij resistente depressie (wanneer minstens twee verschillende antidepressiva niet hebben geholpen). Deze behandeling door middel van een puffer zou naar verluidt al binnen twee tot drie jaar op de markt kunnen komen. “Door voor dissociatie (loskoppeling) te zorgen, verzwakt ketamine de gebruikelijke verbindingen die verantwoordelijk zijn voor het feit dat iemand mentaal rondjes blijft draaien. De behandeling heeft al enkele uren na toediening ook een rechtstreekse impact op zelfmoordgedachten”, geeft professor Charles Kornreich nog mee.
Dit moet je weten over antidepressiva
- Het effect van antidepressiva laat zich pas een drietal weken na aanvang van de behandeling voelen: het is dus volkomen normaal dat je je niet meteen beter voelt.
- Vaak moet je minstens twee antidepressiva proberen alvorens een middel te vinden dat aanslaat.
- Antidepressiva moet je minstens zes maanden aan één stuk door innemen.
- Heb je last van bijwerkingen? Praat er dan over met je arts. Hij of zij kan je dan andere antidepressiva voorschrijven of de dosering aanpassen.
- Een behandeling met antidepressiva vul je best aan met cognitieve gedragstherapie (CGT).
- Stoppen met antidepressiva moet geleidelijk gebeuren, in overleg met de arts. Bruusk stoppen kan namelijk voor ontwenningsverschijnselen zorgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier