Dieren verlagen de opstap naar zorg
Psychiatrisch verpleegkundige en dierentherapeut Vanessa De Puydt begeleidt mensen in Villa Samson, het nagelnieuwe centrum voor dierentherapie van het UZ Brussel, maar ook in het Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) in de hoofdstad.
“Jaren geleden merkte ik al het enorme effect van therapiedieren op mensen met allerlei klachten zoals depressie, burn-out of angst. Na mijn opleiding tot dierentherapeut ben ik op zoek gegaan naar geschikte hondenrassen en zo kwam ik bij de Cavalier King Charles uit, een heel sociaal dier met een enorm hoge aaibaarheidsfactor en ogen die je begripvol aankijken. Een paar keer per week neem ik mijn twee honden mee naar het werk, als mijn werkmaatjes.”
De dieren bieden zowel ondersteuning bij motorische therapie en revalidatie, als bij de aanpak van psychologische problemen. “Afhankelijk van de noden van elke patiënt kan een hond of kat heel uiteenlopende functies vervullen. Maar het dier zelf is geen therapeut, dat is de taak van de zorgverlener. Dierentherapie werkt ook niet voor iedereen. Belangrijke voorwaarde is dat mensen van honden of katten houden, ervoor openstaan”, verduidelijkt Vanessa De Puydt.
“Bij sommige mensen zet ik de hond gewoon in om de drempel naar de zorg te verlagen. Zij voelen zich minder angstig tegenover een hulpverlener omdat er een huisdier bij is. Dat verkleint de afstand. De hond kan ook helpen om gevoelige onderwerpen aan te snijden. Door het dier te aaien en te knuffelen, ontspant de patiënt en krijgt hij voldoende vertrouwen om zich open te stellen. Bij eetstoornissen laat ik mensen snoepjes aan de hond voeren, wat vaak naadloos overgaat in een open gesprek over hun eigen manier van eten. Bij anderen, zoals mensen met een verslavingsprobleem, is de hond een geweldige motivatie gebleken om de therapie te blijven volgen. Het vooruitzicht om de hond terug te zien, zorgt ervoor dat ze hun afspraak beter nakomen.”
Spiegel
“Vaak fungeert de hond als een spiegel. Hij voelt haarscherp aan hoe iemand echt in zijn vel zit en reflecteert dat ook. Dan werk ik met opdrachten waarbij de patiënt de hond bijvoorbeeld langs een parcours moet begeleiden. Als iemand gespannen is, kan je dat meteen aflezen aan de mindere prestaties van de hond. Als de patiënt tot rust komt en geduldig blijft, zal de hond een veel betere respons geven. Dat geeft een enorme voldoening en zo ontdekt de patiënt via de hond het effect van zijn eigen gedrag. Mensen met depressie bijvoorbeeld, die moeilijk tot initiatief komen of die niet meer willen bewegen, zie je op die manier veranderen.” Ook bij de aanpak van angst tekent de hond present. “Ik heb al mensen begeleid die doodsbang waren om buiten te komen of het openbaar vervoer te nemen. Dankzij de hond durven ze het toch proberen. Ze vertrouwen erop dat het dier hen bij onraad tijdig zal verwittigen. Zo opent de hond de poort naar therapie.”
Geslaagde pijnstiller
Bij motorische revalidatie betekent de hond vaak een onverwachte meerwaarde. “Op allerlei manieren. Patiënten die niet gemotiveerd zijn om revalidatieoefeningen te doen, zoals in een bal knijpen, kan je er wel toe bewegen om de hond te aaien of zachtjes te masseren. Op die manier doen ze toch de gevraagde bewegingen. Of ze zijn bereid om rond te stappen zodra de hond mee wandelt. De hond zorgt ook vaak voor afleiding, waardoor mensen even hun pijn vergeten.”
Dat bevestigt ook professor dr. Marc De Ridder, diensthoofd radiotherapie (UZ Brussel) en hondenkenner: “De ontmoeting met een dier werkt positief in op de pijnsensatie en op het globale genezingsproces. Vaak hebben mensen zelfs minder nood aan pijnstillers. We merken ook een positieve invloed op de productie van feelgoodhormonen zoals oxytocine en serotonine, wat mee zorgt voor een beter hartritme en een lagere bloeddruk.”
Met katten ligt de aanpak anders. “Die zijn erg territoriaal, waardoor je ze niet zomaar kan meenemen voor een therapie. Bovendien kan je de meeste katten ook minder inschakelen als therapieassistent wanneer ze daar geen zin in hebben. In Villa Samson hebben we daarom gekozen voor Maine Coonkatten, een groot kattenras met het relaxte karakter van een rustige hond. Zij verblijven hier permanent. Dit ras kan je wel kunstjes leren en ze laten zich uitgebreid strelen, maar houden toch de touwtjes in handen. Therapie met deze katten beperkt zich vaak tot een meet-and-greet: ze helpen om even je gedachten te verzetten. Hun gespin en het duwen en trekken met hun pootjes werkt bij de meeste patiënten heel erg ontspannend”, weet Vanessa De Puydt. Maar lang niet alle dieren lenen zich tot therapie. “Konijnen en fretten bijvoorbeeld zijn helemaal niet geschikt. Konijnen zijn verlamd van de stress wanneer ze worden geaaid en fretten blijven roofdieren.”
Lees ook: Dierentherapie maakt je sterker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier