Bij een discografie worden de tussenwervelschijven in beeld gebracht.
De wervelkolom bestaat uit 33 wervels die het ruggenmerg bescherming bieden en de lichaamsromp stabiliteit geven. Tussen alle wervels bevinden zich vezelachtige weefselbundels, de tussenwervelschijven. Deze schijven doen dienst als schokbrekers voor de ruggengraat en vangen de druk van alledaagse bewegingen op. Overmatige druk, overbelasting of letsel aan een tussenwervelschijf kan schade aan de schijf toebrengen, met chronische pijn als gevolg.
Een arts voert een discografie uit om te bepalen in hoeverre de schijf oorzaak is van de pijn. Tijdens een discografieprocedure wordt in de rug, in het midden van de tussenwervelschijf, een lange naald ingebracht. Daarmee wordt een speciale kleurstof in de schijf ingespoten, en daardoor wordt de schijf op een röntgenopname duidelijk zichtbaar. Medische benaming: discogram. Met behulp van de door de injectie opgewekte druk wordt bepaald of de onderzochte schijf inderdaad aan de pijn bijdraagt. De arts bekijkt de hele procedure op een doorlichtingsscherm en beoordeelt de inwendige structuur van de schijven. Na voltooiing van het onderzoek kan de arts een behandelingstraject adviseren.
