Anouk Buelens-Terryn
Een zucht van opluchting
Dr. Anouk Buelens-Terryn is huisarts in opleiding en schrijft over wat haar raakt.
Ze is door het oog van de naald gekropen, vertelt de zoon. Hij zit samen met zijn mama voor het eerst tegenover mij. De afgelopen weken heeft ze comateus doorgebracht op intensieve zorg omwille van een zware infectie. Gerecupereerd en wel ziet ze er goed uit, maar gek genoeg oogt ze niet gelukkig. Hoewel de afspraak geboekt werd om de nieuwe aandoening en medicatie te bespreken, is er duidelijk nood aan een ander soort gesprek.
“Ik had er eigenlijk liever niet meer geweest. Kan u daar in komen?”, vraagt ze onomwonden. Ze is niet alleen teleurgesteld dat de artsen en verpleegkundigen alles uit de kast hebben gehaald, ze is vooral vol onbegrip. “Mijn euthanasiepapieren waren toch in orde?” Het is helaas een veelvoorkomende vergissing. De euthanasieverklaring is enkel in specifieke situaties van toepassing. De allerbelangrijkste voorwaarde daarbij is dat je zélf op dat moment moet kunnen verklaren dat je wil sterven. In haar comateuze toestand was dat niet mogelijk. De euthanasiewens bleef dus onbeantwoord. En dan doen zorgverleners alles wat in hun macht is om je leven te redden.
Wat ze kan doen om dat volgende keer te voorkomen? Ik bespreek met haar de opties van de voorafgaande negatieve wilsverklaring. Met dit document kan je bepaalde zorg weigeren eenmaal je wilsonbekwaam bent. Dus of je nu in coma ligt of dementie ontwikkelt: wanneer de behandelende zorgverleners dit ondertekend document in handen krijgen, zijn ze verplicht je eerder verklaarde wensen uit te voeren.
Ze slaakt een zucht, opgelucht. “Dus ik hoef nooit meer naar intensieve zorg?” Niet als ze dat optekent in de wilsverklaring, verzeker ik haar. Gretig bladert ze door de documenten die ik haar voorleg. Hoewel ik haar aanbied om er wat nachtjes over te slapen voor we de papieren overlopen en ondertekenen, wil ze die graag meteen opstellen. Ze weet duidelijk wat ze wil. Antibiotica, beademing, reanimatie en een opname op intensieve zorg weigert ze, zodra ze zelf haar wil niet meer kan uitdrukken. Met een vrolijke zwier ondertekent ze de aangekruiste opties. Ze vraagt bovendien aan haar zoon of hij haar medische vertegenwoordiger wil zijn. Of hij wil opkomen voor haar wens als ze dit zelf niet meer kan?
Ze vraagt haar zoon of hij wil opkomen voor haar wens als ze dit zelf niet meer kan.
Hij slikt. Terwijl zijn moeder tijdens het gesprek opklaarde, werd hij steeds stiller. “Staat dit alles nu in steen gebeiteld? Is er geen weg meer terug?” Ik verzeker hen dat mama op eender welk moment het document nog kan aanpassen. Hij ontspant wat. Het is duidelijk dat hij haar liever niet ziet gaan. Wanneer hij dat onder woorden brengt, worden de vier ooghoeken tegenover mij vochtig. Hoewel dit geen gemakkelijk gesprek is, lijken ze allebei opgelucht dat ze hun moeilijke gedachten en wensen hebben gedeeld. “Het was voor jou ook zwaar he, om mij uitgeteld te zien liggen.” Hij knijpt in haar hand en beaamt dat het zover niet meer moet komen. Als ze de volgende keer juiste documenten kunnen voorleggen, zal dat ook niet meer gebeuren. Dat stelt hen beiden duidelijk gerust.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier