Het verschil tussen Alzheimer en dementie
Alzheimer en dementie worden nogal snel op een hoop gegooid of door elkaar gebruikt. Neurowetenschapper Nikki-Anne Wilson legt de belangrijke verschillen en overeenkomsten uit.
Naarmate we ouder worden, kunnen om verschillende redenen veranderingen in het geheugen en het denkproces optreden. Dat is niet altijd een reden tot bezorgdheid. Maar als die veranderingen het dagelijks leven beginnen te verstoren, kan dat duiden op de eerste tekenen van dementie.
Een andere term die kan opduiken als we het over dementie hebben, is de ziekte van Alzheimer, of kortweg Alzheimer. Maar wat is het verschil?
Dementie
Dementie is een overkoepelende term die wordt gebruikt om een reeks ziektebeelden te beschrijven die resulteren in veranderingen in het geheugen, het denken en/of het gedrag als gevolg van degeneratie van de hersenen.
Om te voldoen aan de criteria voor dementie moeten die veranderingen zo uitgesproken zijn dat ze een impact hebben op de dagdagelijkse activiteiten en aanwezig zijn in ten minste twee verschillende aspecten van het denken of het geheugen.
Iemand kan bijvoorbeeld facturen vergeten te betalen of verdwalen op plaatsen die nochtans vertrouwd waren.
Het is minder bekend dat dementie ook bij kinderen kan voorkomen. Dat kan door progressieve hersenschade die op kan treden bij meer dan honderd zeldzame genetische aandoeningen. Het kan leiden tot soortgelijke cognitieve veranderingen als we bij volwassenen zien.
Wat is Alzheimer dan?
Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie, die in 60 tot 80 procent van de gevallen voorkomt. Het is dus niet verrassend dat veel mensen de termen dementie en Alzheimer door elkaar gebruiken.
Veranderingen in het geheugen zijn het meest voorkomende teken van Alzheimer. Iemand met Alzheimer kan bijvoorbeeld moeite hebben om recente gebeurtenissen te herinneren of om bij te houden welke dag of maand het is.
We weten nog steeds niet precies wat Alzheimer veroorzaakt. We weten wel dat het verband houdt met een ophoping in de hersenen van twee soorten eiwitten: amyloïde-β en tau, zoals ze worden genoemd.
We hebben allemaal wel wat amyloïde-β in ons lichaam. Maar als er te veel van dat eiwit zich ophoopt in de hersenen, klontert het samen en vormt het zogeheten plaques of schadelijke afzettingen in de ruimtes tussen de cellen.
Die plaques veroorzaken schade door ontsteking aan omliggende hersencellen en leiden tot verstoring van de tau-eiwitten. Tau maakt deel uit van de structuur van hersencellen, maar bij Alzheimer raken tau-eiwitten “in elkaar verstrikt”. Dat is giftig voor de cellen, waardoor ze afsterven. We vermoeden dat er dan een vicieuze cirkel ontstaat die de productie van meer amyloïde-β en meer abnormale tau aandrijft, waardoor de schade aan hersencellen steeds groter wordt.
Alzheimer kan ook samen voorkomen met andere vormen van dementie, zoals vasculaire dementie. Deze combinatie is het meest voorkomende voorbeeld van een zogeheten gemengde dementie, waarbij kenmerken van beide aandoeningen door elkaar heen lopen.
Vasculaire dementie
Het op één na meest voorkomende type dementie is vasculaire dementie, waarbij de verbinding tussen zenuwcellen kapotgaat door een slechte doorbloeding naar de hersenen.
Omdat de verstoringen in de bloedstroom overal in de hersenen kunnen voorkomen, kunnen de symptomen van vasculaire dementie meer variëren dan de geheugenveranderingen die typisch zijn voor Alzheimer.
Vasculaire dementie kan zich bijvoorbeeld uiten als algemene verwarring, vertraagd denken of moeite met het organiseren van gedachten en handelingen.
Het risico op vasculaire dementie is groter als je hartziekten of een hoge bloeddruk hebt.
Frontotemporale dementie
Sommige mensen realiseren zich niet dat dementie ook het gedrag en zelfs de taal kan beïnvloeden. Dat zien we bij verschillende vormen van frontotemporale dementie.
De gedragsvariant van frontotemporale dementie is, na de ziekte van Alzheimer, de op één na meest voorkomende vorm van jongdementie – dementie bij mensen jonger dan 65 jaar.
Mensen die hiermee leven, kunnen moeite hebben om sociale situaties te interpreteren en er gepast op te reageren. Ze kunnen bijvoorbeeld ongewoon grove of beledigende opmerkingen maken of de persoonlijke ruimte niet respecteren.
Semantische dementie is ook een type frontotemporale dementie, die leidt een moeilijk begrip van de betekenis van woorden of het benoemen van alledaagse voorwerpen.
De snelheid waarmee dementie zich doorzet varieert sterk van persoon tot persoon
Lewy body dementie
Lewy body dementie is dan weer het gevolg van een ontregeling van een ander type eiwit dat bekend staat als α-synucleïne. We zien dit vaak bij mensen met de ziekte van Parkinson.
Mensen met dit type dementie kunnen veranderingen in hun motoriek zien optreden, zoals een gebogen houding, schuifelende gang en veranderingen in handschrift. Andere symptomen zijn veranderingen in alertheid, visuele hallucinaties en ernstige verstoringen van de slaap.
Heb ik dementie en zo ja, welk type?
Als jij of iemand die dicht bij je staat zich zorgen maakt, is het eerste wat je moet doen je huisarts aanspreken. Die zal je waarschijnlijk enkele vragen stellen over je medische geschiedenis en welke veranderingen je hebt opgemerkt.
Mogelijk is het helemaal niet duidelijk of je dementie hebt wanneer je voor het eerst met je arts spreekt. Die kan je aanraden om op veranderingen te letten of je doorverwijzen naar een specialist voor verdere tests.
Er bestaat geen test die duidelijk laat zien of je dementie hebt, of welk type dementie. Een diagnose komt tot stand na meerdere tests, waaronder hersenscans, geheugen- en denkproeven, en een analyse van hoe de veranderingen je dagelijks leven beïnvloeden.
Die periode van onzekerheid voor de diagnose kan uitdagend zijn, dus het is belangrijk om met iemand te praten over je gemoedstoestand of contact op te nemen met ondersteunende diensten.
Uiteenlopende ervaringen
Er zijn niet alleen verschillende vormen van dementie, maar iedereen ervaart de aandoening ook op verschillende manieren. Zo varieert de snelheid waarmee dementie zich doorzet sterk van persoon tot persoon. Sommige mensen zullen nog een tijd goed kunnen leven met dementie, terwijl anderen sneller achteruitgaan.
Er hangt nog steeds een aanzienlijk stigma rond dementie. Dus door meer te leren over de verschillende vormen van dementie en begrip te hebben voor de verschillen in hoe dementie zich ontwikkelt, kunnen we allemaal ons steentje bijdragen om een omgeving te creëren die meer begripvol is voor patiënten met de aandoening.
Nikki-Anne Wilson is Postdoctoraal onderzoeker bij Neuroscience Research Australia (NeuRA) en de Universiteit van New South Wales in Australië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier