Hoe (on)gezond is gedroogd fruit?
Gedroogd fruit is een lekkere snack en een verrassend ingrediënt in veel gerechten, van muesli tot stoofpot. Klinkt gezond – het is immers fruit. Maar klopt dat wel helemaal?
Waaróm je fruit zou drogen spreekt voor zich: vers fruit kan bederven, gedroogd fruit niet. Na het drogen bevat het vrijwel geen water meer, waardoor schimmels geen kans maken. In een gesloten verpakking of potje blijft gedroogd fruit dus heel lang goed. De laatste jaren hebben favorieten zoals abrikoos, pruim, appel, rozijn en vijg gezelschap gekregen van exoten als mango, papaja, banaan, ananas en passievrucht. Eigenlijk kun je vrijwel elk fruit drogen, al leent de ene soort zich er iets beter voor dan de andere – en een E-nummer hier of daar helpt ook.
Droge lucht
Voedsel drogen is misschien wel de oudste bewaartechniek. Oosterse beschavingen deden het al vanaf 12.000 v.Chr., gewoon in de zon. Mechanisatie heeft het droogproces vereenvoudigd. Gedroogd fruit dat vandaag de dag in de winkels ligt, komt meestal uit droogtunnels waar hete lucht doorheen wordt geblazen.
Sommige vruchten verliezen met het vocht helaas ook hun aantrekkelijke uiterlijk. Een frisoranje abrikoos is aan het eind van het droogproces veranderd in een donkere gerimpelde vrucht. Om de kleur te behouden worden onder meer abrikozen, appels en druiven (die veranderen in rozijnen!) behandeld met zwavel.
Op het etiket staat in dat geval ‘sulfiet’, ‘natriumsulfiet’ (E221) of ‘zwaveldioxide’ (E220). Deze conserveringsmiddelen, goedgekeurd en vastgelegd in Europese voedselwetten, dus niet schadelijk voor de gezondheid, zijn gangbaar in veel andere voedingsmiddelen. Wie er niet van gediend is, kan kiezen uit allerlei ongezwaveld fruit in biologische winkels. Al heeft dat volgens sommigen een minder lekkere smaak.
Let op: een heel klein percentage mensen is overgevoelig voor sulfiet, de stof waarmee veel gedroogd fruit is behandeld. Dit komt vooral voor bij astmapatiënten.
Weg vitamine C
Er gebeurt nog iets bij het drogen: de vitamine C gaat goeddeels verloren. Dat is meteen een groot verschil met vers fruit. Heel dramatisch is dat echter niet want deze vruchten bevatten sowieso relatief weinig vitamine C. Vruchten die wél veel vitamine C bevatten, zoals bessen en aardbeien, zijn lastig te drogen. Die zul je dus niet snel in gedroogde vorm vinden. Andere voedingsstoffen in fruit, zoals kalium, blijven na het drogen grotendeels bewaard.
Meer eten
Behalve een behandeling met sulfiet is er meestal dus weinig geknutseld aan gedroogd fruit. Goed nieuws. En fruit is toch gezond? Jazeker. Maar in gedroogde vorm ligt overdaad op de loer. Dat wordt duidelijk als je een bakje vult met verse druiven en een bakje met de gedroogde variant: rozijnen. In het tweede bakje is plaats voor meer vruchten (gedroogd zijn druiven veel kleiner), maar je eet het vermoedelijk even snel leeg. Ongemerkt heb je dan veel suiker binnengekregen. Door het vochtverlies is in gedroogd fruit de concentratie suiker per nettogewicht behoorlijk wat hoger dan in vers fruit. Gedroogd fruit bevat maar liefst 45 tot 75 gram suiker per 100 gram. Dat geldt helemaal voor gedroogde vruchten waaraan suiker is toegevoegd, wat vaak het geval is in mixen van ontbijtgranen. O ja, en dat krokante bananenchipje bevat naast zoetstoffen ook behoorlijk wat vet, net zoals de aardappelvariant. Daar is weinig gezonds meer aan. Maar wel lekker.
Handje per dag
Vers fruit verlaagt het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, darmkanker en longkanker. Dit geldt niet voor gedroogd fruit omdat tijdens het drogen enkele belangrijke voedingsstoffen verloren gaan, zoals vitamine C. Bovendien is de concentratie suiker veel hoger in gedroogd fruit. Het advies is daarom om er niet meer dan een handje per dag van te eten. Wel is gedroogd fruit vezelrijker dan vers fruit, wat een positief effect heeft op de stoelgang.
Dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond van februari 2023.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier