Nieuwe hoop op een echte artrosebehandeling
Franse wetenschappers hebben goede hoop dat ze dichtbij een behandeling staan die de afbraak van kraakbeen niet alleen tegengaat maar die ook nieuw gewrichtskraakbeen weet te reconstrueren. Voorlopig is deze nieuwe therapie op basis van stamcellen alleen getest bij dieren.
Artrose is een frequente aandoening, die naar schatting 13 % van de volwassen treft. Vrouwen hebben er vaker mee af te rekenen dan mannen. Bij artrose raakt het kraakbeenlaagje dat ervoor zorgt dat de gewrichten vlot bewegen, door verzuring aangetast en verandert de structuur. Daardoor wordt het oppervlak minder glad en zullen de botten meer tegen elkaar gaan aanschuren wat tot pijn en ontstekingen kan leiden. Typische klachten zijn startpijn bij het bewegen na een periode van rust of bij het opstaan en een gevoel van stijfheid in de gewrichten. Een behandeling die deze aandoening kan genezen of de schade terugdraaien bestaat vooralsnog niet.
Franse onderzoekers (Universiteit Straatsburg en Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale) rapporteerden vorige week dat er mogelijk een doorbraak op handen is. Deze onderzoeksgroep ontwikkelde een speciaal soort gewrichtsimplantaat dat in staat zou zijn om de letsels ten gevolge van artrose aan te pakken.
Hoe werkt het ?
De innovatieve implantaat is samengesteld uit twee lagen die elk een specifieke functie hebben. De eerste is een membraan of een soort vlies dat bestaat uit nanovezels met een soort kleine blaasjes waarin zich groeifactoren bevinden in dezelfde hoeveelheid als onze eigen cellen aanmaken. Het tweede laagje van het implant bevat de echte behandeling. Dat is een hydrogel die bestaat uit hyaluronzuur en uit stamcellen van het beenmerg van de patiënt zelf. Het is dat onderdeel dat zorgt voor de reconstructie van het aangetaste kraakbeenlaagje, melden de onderzoekers.
Deze nieuwe aanpak leverde tot nu toe succesvolle resultaten op bij proeven met knaagdieren maar ook bij schapen en geiten. Daardoor staat het licht op groen om in een volgende fase deze aanpak ook bij mensen uitgebreid te testen.
Bron: Nature Communications
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier