Nieuwe richtlijn voor huisartsen voor de aanpak van depressie
Huisartsen krijgen vanaf 14 februari 2017 een volledig vernieuwde richtlijn over de aanpak van depressie bij volwassenen ter beschikking. Bijzondere aandacht gaat naar het stellen van de diagnose, verwijzing en de best mogelijke behandeling. Het correct voorschrijven van geneesmiddelen zoals antidepressiva en antipsychotica komt uitgebreid aan bod.
Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: “Belgen slikken nog veel te veel antidepressiva en dat is lang niet altijd nodig. Deze richtlijn moet ertoe bijdragen dat minder van deze geneesmiddelen voorgeschreven en gebruikt worden, een doelstelling die we in het regeerakkoord gezet hebben.” De richtlijn is bestemd voor huisartsen. Minister De Block: “Dankzij hun positie op de eerste lijn merken huisartsen vaak als eersten signalen van depressie op bij een patiënt. Het is dan ook belangrijk dat zij weten hoe ze het best reageren, welke behandelmogelijkheden er zijn – schrijf je geneesmiddelen voor of niet – en wanneer ze een patiënt moeten doorverwijzen.
Deze richtlijn is een herziening van een oude richtlijn; twee huisartsenverenigingen, Domus Medica en de Société Scientifique de Médecine Générale, hebben voor de update gezorgd.
Zowel over- als onderbehandeling
De richtlijn is opgebouwd rond twaalf klinische thema’s waaronder diagnostiek, zelfmoordrisico, verwijzing, behandeling van milde, matige en ernstige depressie, opvolging, samenwerking en ouderen.
Momenteel is er sprake van zowel over- als onderbehandeling wat psychofarmaca betreft. Heel wat patiënten met een milde of matige depressie krijgen medicijnen terwijl ze daar geen baat bij hebben, en omgekeerd krijgen bepaalde patiënten die er wel nood aan hebben géén psychofarmaca. Daar komt nog bij dat medicatie ook niet altijd correct wordt gebruikt: de behandelduur is soms te kort om een effect te hebben, of de patiënt legt onvoldoende therapietrouw aan de dag.
Niet-medicamenteuze aanpak
Daarnaast focust de richtlijn onder meer op de verschillende mogelijkheden voor de niet-medicamenteuze aanpak van depressie, op de samenwerking met klinisch psychologen en psychiaters, op het belang van tijdig doorverwijzen en op de rol van patiënten bij de therapiekeuze.
Onderdiganose en onderbehandeling bij ouderen
Een apart thema is gewijd aan depressie bij ouderen. Op oudere leeftijd is het vaak moeilijk om depressie te onderscheiden van lichamelijke aandoeningen, van normale ouderdomsverschijnselen en van dementie. Dat leidt tot onderdiagnostiek en onderbehandeling.
Depressie, een groeiend probleem
Depressie is een ernstige en veelvoorkomende psychische aandoening die bovendien steeds frequenter voorkomt, ook in België. In de Gezondheidsenquête 2008 van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid gaf 9,5% van de +15-jarigen aan recent depressieve gevoelens te hebben gehad.
In de Gezondheidsenquête 2013 was dat al gestegen tot 14,8%. Parallel daaraan nam het ambulante verbruik van antidepressiva toe in ons land. In 2008 kochten 1,12 miljoen landgenoten antidepressiva in een openbare apotheek. In 2013 waren dat er al 1,17 miljoen (cijferbron: RIZIV).
In de praktijk
Voor de omzetting van de richtlijn naar de praktijk trekt minister De Block een budget van 250.000 euro uit. Met dat budget zullen onder andere specifieke opleidingen voor huisartsen georganiseerd worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier