Obesitaschirurgie, maar voor wie?
Circa een op de honderd landgenoten onderging al een operatie om gewicht te verliezen. Zo’n ingreep is doeltreffend, op voorwaarde dat je nadien je hele leven lang anders gaat eten en leven.
Vandaag kampt een op de drie volwassen in ons land met overgewicht – BMI tussen 25 en 29,9 – en is 16% zwaarlijvig – BMI >30. Zoals bijna overal ter wereld stijgen deze cijfers jaar na jaar. “De situtatie is ronduit alarmerend”, meent dokter Yannick Deswysen (slokdarm- en maagchirurg, universitair ziekenhuis Saint-Luc, Brussel). Nochtans wordt obesitas nog al te vaak gehekeld als een gebrek aan wilskracht. Meer bewegen en minder en gezonder eten zouden volstaan om kilo’s kwijt te raken. In werkelijkheid is het een pak minder eenvoudig.
Sleeve of bypass?
De meest gebruikte technieken bij obesitaschirurgie vandaag zijn de gastric bypass en de sleeve. Een regelbare maagband wordt nagenoeg niet meer aangebracht.
Sleeve. Met deze restrictieve techniek wordt je maag zowat 80% kleiner gemaakt, door die deels dicht te nieten. Dankzij de sleeve daalt de hoeveelheid ghreline, het door de maag afgescheiden hongerhormoon. Daardoor voel je je sneller verzadigd. In België wordt bij 35% van de obesitasoperaties gebruik gemaakt van een sleeve.
Gastric bypass. Deze malabsorptietechniek vermindert de opname van bepaalde, door voeding aangeleverde bestanddelen. Het principe is hetzelfde als bij een sleeve – er blijft slechts een klein maagzakje over zodat je je sneller verzadigd voelt -, maar daar komt nog een omleiding bij ter hoogte van je darm, waardoor het contact tussen het voedsel en de spijsverteringsenzymen wordt uitgesteld. In België wordt bij 63% van de obesitasoperaties gekozen voor een gastric bypass.
“We moeten erkennen dat obesitas een ziekte is. Een chronische ziekte bovendien. En een probleem voor de volksgezondheid”, vindt dokter Deswysen. “Als je zwaarlijvig bent, wil je helemaal niet zo zijn. En obesitas verdwijnt heus niet als bij toverslag. Zelfs na een operatie moet je er elke dag opnieuw voor gaan, wat sowieso medische follow-up vereist.”
Strikte voorwaarden
Er mag dan al een rechtstreekse link zijn met de overvloed aan junkfood die onze industriële samenleving ons voorschotelt, het is een feit dat we vaak een zittend leven leiden en maaltijden almaar minder als een ritueel worden gezien. Soms houdt obesitas ook verband met je familiale voorgeschiedenis en/of je eigen psychologische, sociale of economische belasting en moeilijkheden. Paradoxaal genoeg kan de aandoening ook in de hand worden gewerkt door herhaaldelijk diëten en het bijbehorende jojo-effect. De oorzaken zijn dus bijzonder complex en van obesitas afraken is aartsmoeilijk.
In ons land heeft al ongeveer 1% van de bevolking zich al laten opereren om gewicht te verliezen (cijfers Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg KCE, 2020). Obesitaschirurgie, ook wel bariatrische chirurgie genoemd, is bedoeld voor mensen met een BMI van minstens 40 of een BMI van minstens 35 én een bijkomende aandoening, zoals diabetes type 2, slaapapneu, hoge bloeddruk die niet onder controle te krijgen valt, een eerdere obesitasoperatie die niet succesvol was. “Bovendien moet je als patiënt al tevergeefs hebben geprobeerd om af te vallen door je eetgewoonten te veranderen”, stipt dokter Deswysen aan. Helaas mondt een aantal van deze ingrepen op lange termijn toch weer uit in gewichtstoename. Vandaar dat het KCE vandaag pleit voor een medische, voedings- en psychologische follow-up vóór en minstens twee jaar na de ingreep. Je krijgt als patiënt ook de raad om je te laten opereren in een ziekenhuis en door een chirurg die beantwoordt aan een aantal criteria, met name jaarlijks minstens een bepaald aantal bariatrische operaties verrichten.
Obesitas is een chronische ziekte, die niet zomaar verdwijnt, en een probleem voor de volksgezondheid.
Medische voordelen
Over de ingreep moet zeer ernstig worden nagedacht, want zoals bij elke operatie is er een risico op complicaties. “Inmiddels is het een courante ingreep, maar daarom is het nog geen fluitje van een cent”, verduidelijkt dokter Deswysen. Tussen de eerste raadpleging en de eigenlijke ingreep verstrijken er best minstens twee tot drie maanden. “Het is cruciaal om patiënten terdege te selecteren en hen de kans te geven zich op de operatie voor te bereiden. We werken in een multidisciplinair team, met onder meer een psycholoog en een dieetkundige. En soms beslissen we om niet over te gaan tot een operatie. Hoe dan ook is het voor een patiënt al een enorme stap om op consultatie te komen en te erkennen dat er een probleem is. Dat is heel erg moedig”, aldus de specialist.
Inwendige revolutie
De minimumleeftijd voor een bariatrische ingreep is 18 jaar, maar een wettelijke bovengrens is er niet. “Niettemin opereren we in de praktijk geen mensen boven de 60-70 jaar, omdat het de bedoeling is dat zowel de levenskwaliteit als de levensverwachting verbeteren.” Dat veel patiënten zich door het gewichtsverlies beter in hun vel voelen, is prima, maar de operatie dient in de eerste plaats medische doeleinden.
“Dankzij de ingreep kunnen sommige bijkomende aandoeningen in ernst afnemen of verdwijnen. Het cardiovasculaire risico bijvoorbeeld, maar ook het risico op kanker, aangezien obesitas een risicofactor is voor tal van kankers”, benadrukt dokter Deswysen. Chirurgie is een belangrijk hulpmiddel bij gewichtsverlies, maar impliceert ook forse inspanningen op lange termijn qua eetgewoonten. De hoeveelheid voeding waarmee je het net na de operatie moet stellen, past op een klein schoteltje. Nadien wordt die hoeveelheid geleidelijk aan opgedreven, tot je na ongeveer een jaar weer een normaal bord mag leegeten. De voordelen van de operatie blijven behouden, op voorwaarde dat je niet snackt tussen de maaltijden.
Met de nodige ondersteuning krijg je lichaam en geest weer op één lijn.
“Door dergelijk gewichtsverlies verandert er veel, ook op psychologisch en relationeel vlak. De dynamiek binnen een koppel kan eveneens wijzigen”, analyseert dokter Deswysen. “En sommige patiënten, die door hun eetgedrag onbehagen of stress probeerden te verdringen, kunnen een andere verslaving ontwikkelen en bijvoorbeeld overmatig alcohol gaan gebruiken.” Dan biedt sporten, aanvankelijk onder medische begeleiding, vaak een goede ondersteuning, net zoals psychologische opvolging. Zo komt een positieve spiraal op gang en krijg je je lichaam en geest weer op één lijn, met meer zelfvertrouwen en een betere gezondheid als bonus.
Lees ook: Afvallen via een prikje
Thando: “Wanneer ik foto’s zie van net voor de operatie, herken ik mezelf niet meer.”
Drie jaar geleden drong ik bij mijn arts aan op een consult om me eventueel te laten opereren. Mijn zoon was toen drie, ik had een verhoogde cholesterol, hoge bloeddruk en diabetes type 2 die dreigde te ontsporen. Ik vond dat ik daar iets moest aan doen. Ik kon het risico niet nemen arbeidsongeschikt te worden en nog amper te kunnen bewegen, vooral omdat ik als kok vlot door de keuken moet kunnen bewegen. Ik woog wel 150 kg. Mijn vriendin heeft zich op hetzelfde moment laten opereren als ik, wat het makkelijker maakte om onze dagelijkse gewoonten te wijzigen. Na drie maanden woog ik nog maar 79 kilo. De kilo’s vlogen eraf, iets te snel zelfs. Dat is nu drie jaar geleden en globaal gezien is het effect tamelijk positief. Ik heb geen diabetes meer, slaap veel beter en kan eindelijk een kledingzaak binnenstappen, wetende dat ze mijn maat hebben. Ik val weer binnen de norm.
Veel mensen die zo’n operatie ondergaan weigeren erover te praten, maar voor mij is het geen taboe. Als iemand mij vraagt wat ik heb gedaan om zoveel gewicht te verliezen, zeg ik dat gewoon. Eigenaardig is wel dat er ook dingen zijn veranderd die ik niet had verwacht: zoals mijn smaak en een gevoeligheid voor bepaalde geuren... Zo kon ik een hele tijd de geur van knoflook niet verdragen, wat vervelend is als je in een keuken werkt. Het heeft te maken met bepaalde hormonen die veranderen. Soms is het ook vechten tegen herinneringen: aan gerechten waar ik ooit dol op was en nu niet meer, aan uitgebreid tafelen, wat niet meer voor mij is weggelegd. Maar gelukkig zijn er ook veel bemoedigende momenten: ik kan nu de trap op zonder buiten adem te raken en wanneer ik in de spiegel kijk, zie ik mezelf zoals ik was vóór al die kilo’s erbij kwamen. Anderzijds herken ik mezelf niet meer wanneer ik nu foto’s zie van net vóór de operatie. Ik voel geen verwantschap meer met die man. Vandaag ben ik een pak zelfverzekerder.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier