Opgepast: breekbaar!
Iets gebroken? Laat dan eens controleren hoe het met je botten gesteld is, zeker als 50-plusser. Blijk je osteoporose te hebben, dan zijn daar medicijnen tegen. En wist je dat bepaalde vitamines je botten sterker maken?
Als je een botbreuk oploopt, moet je daarmee naar de dokter – zoveel is duidelijk. Maar als je je gewoon gezond voelt, ben je al snel geneigd weer vrolijk verder te gaan als de breuk eenmaal genezen is. Als je ouder dan 50 bent, is dat echter niet verstandig, zegt Joop van den Bergh. Hij is als endocrinoloog verbonden aan de universiteiten van Maastricht en Hasselt. “Van de 50-plussers die zich met een botbreuk melden in het ziekenhuis, heeft een derde osteoporose.” Osteoporose wordt ook wel botontkalking genoemd, maar die naam dekt niet de hele lading. Het bot ontkalkt namelijk niet alleen, het verliest ook massa en verandert van structuur, waardoor het brozer en breekbaarder wordt. Dit kan komen door het gebruik van glucocorticoïden (bijvoorbeeld als ontstekingsremmer), een verlaagde oestrogeenspiegel na de menopauze of (op hoge leeftijd) door het normale verouderingsproces.
Wie gezond is en geen medicatie gebruikt die de botten kan aantasten, hoeft niet op controle. “Maar andere 50-plussers die een breuk oplopen, moeten zich wél laten onderzoeken. Met een bloedprik vinden we bij ongeveer een kwart van deze patiënten een onderliggende aandoening die de botten aantast. Dan gaat het vaak om problemen in de nieren of de (bij)schildklier, of om een tekort aan bepaalde hormonen. De meeste aandoeningen kunnen we prima behandelen, als we tenminste weten dat iemand eraan lijdt.”
Oei, osteoporose
Naast bloedonderzoek wordt met een zogeheten DXA-scanner de botdichtheid gemeten. “Ligt deze onder een bepaalde grenswaarde, dan heb je osteoporose,” legt Van den Bergh uit. “Daarvoor moet je dan medicijnen nemen.” Vaak gaat het om medicijnen die de werking van de osteoclasten remmen, dat zijn botcellen die zorgen voor de afbraak van bot. Meestal wordt hun werk door beenvormende osteoblasten in balans gehouden, maar dat evenwicht is verstoord bij osteoporose (zie het kader hierboven: Hoe ontstaat osteoporose?). “De meeste patiënten krijgen bisfosfonaten als medicijn, die zijn verkrijgbaar in tabletvorm, als drankje of infuus. Ze binden zich aan het bot en saboteren de osteoclasten die dat bot proberen af te breken.” Dat laatste wordt veel osteoclasten uiteindelijk fataal. Daarom raden artsen aan om na een paar jaar een nieuwe scan te laten maken. “Blijkt het bot weer sterk genoeg, dan is het beter om de behandeling stop te zetten.” De eff ecten van het gebruik van bisfosfonaten op de langere termijn is namelijk nog niet bekend.
Momenteel laat 40 procent van de 50-plussers zich na een breuk niet controleren. Een aanzienlijk deel van hen krijgt dus niet de medicijnen die ze nodig hebben. Maar er is soms ook sprake van overbehandeling. “We krijgen hier bijna elke week mensen over de vloer die al meer dan tien jaar medicijnen tegen osteoporose nemen,” vertelt Van den Bergh. “Die zijn vaak al heel lang niet meer naar de dokter of het ziekenhuis geweest voor controle, ze halen gewoon braaf hun voorschrift bij de dokter.” Het beste is om na een jaar of vijf na te gaan of dat nog wel nodig is. “Omdat de bisfosfonaten zich aan het bot binden, werken ze ook na het beëindigen van de behandeling doorgaans nog wel een tijdje door.”
Hoe ontstaat osteoporose
Botten maken misschien niet zo’n dynamische indruk, maar ze zijn springlevend en worden gedurende je leven voortdurend langzaam geremodelleerd. De hoofdrollen zijn weggelegd voor twee celtypes: osteoclasten die oud bot afbreken en osteoblasten, die bot bijmaken.
Eén van de belangrijkste ingrediënten van nieuw bot is calcium – 95 procent van het calcium in je lichaam zit in je botten. Dat verklaart waarom een tekort aan dat mineraal botten verzwakt. Verder staat de activiteit van de botcellen onder invloed van vitamine D. Dit is een vitamine die je lichaam met behulp van zonlicht aanmaakt (iets waaraan het ons in het noorden nogal eens aan ontbreekt) en geslachtshormonen (waarvan de aanwezigheid rondom en na de menopauze afneemt).
Bij gebrek aan (een van) deze stoffen gaan beide botceltypes in overdrive. Maar de osteoclasten (de cellen die oud bot afbreken) doen daarbij ongeveer dubbel zo hard hun best als de botvormende osteoblasten. Daardoor worden de botten bij veel vrouwen brozer na de menopauze.
Daarnaast is er een sprake van een toename van de productie van parathyreoïd hormoon in de schildklier naarmate we ouder worden. Dat heeft een vergelijkbaar effect op de botcellen, en het leidt op hogere leeftijd bij zowel mannen als vrouwen tot een verzwakking van de botten en een verhoogd risico op breuken.
Gelukkig, geen osteoporose
Blijkt uit de botscan dat je geen osteoporose hebt, dan zijn er verschillende andere diagnoses mogelijk. “We raden aan om altijd ook een zijwaartse opname van de wervelkolom te maken,” zegt endocrinoloog Van den Bergh. “Zo wordt zichtbaar of er inzakkingen zijn van de wervels.” Want bijna 25 procent van de mensen die zich met een breuk melden, blijkt ook een wervelbreuk te hebben waar ze vaak weinig of niets van gemerkt hebben. “Omdat zij aanzienlijk meer kans lopen op een nieuwe breuk, worden ook zij doorgaans behandeld voor osteoporose,” aldus Van den Bergh. “Zo’n scan is dus erg nuttig.”
Daarnaast kan uit een botscan ook blijken dat je osteopenie hebt – een verlaagde dichtheid van de botten, maar niet laag genoeg om van osteoporose te spreken. “In dat geval krijg je geen medicijnen, maar zal de arts wel nagaan of je voldoende vitamine D en calcium opneemt.” Circa twee derde van de mensen die zich melden bij Van den Bergh met een breuk blijkt een tekort aan vitamine D te hebben. En bijna de helft krijgt te weinig calcium binnen.
“Vrouwen boven de 50 en mannen boven de 70 jaar doen er verstandig aan om extra vitamine D te slikken, zeker in de wintermaanden,” zegt Van den Bergh. “En dan heb ik het over lagere doseringen, die je ook in de supermarkt kunt krijgen.” Mensen met osteoporose krijgen een supplement met een hogere dosering. “We vragen ook altijd hoeveel calcium iemand binnenkrijgt via zuivel. Drie consumpties per dag zijn aan te raden – bijvoorbeeld twee glazen melk en een potje yoghurt.” Heb je dan nog een calciumtekort, dan kunnen tabletten helpen om het tekort aan te vullen.
Gezonde voeding en eventueel supplementen zijn geen garantie dat je nooit meer breuken zal oplopen of osteoporose zal krijgen, benadrukt Van den Bergh. “Vitamine D en calcium kunnen niet alle problemen voorkomen of genezen. Maar één ding staat vast: hoe kleiner het tekort, hoe lager het risico.”
Het helpt ook om niet te roken en minder alcohol te drinken. “Dat zijn twee belangrijke risicofactoren, voor veel dingen, maar ook voor breuken. Zo zien we bij zware rokers met longproblemen veel vaker wervelbreuken.”
Liever lopen dan fietsen
Verder is het natuurlijk van belang om te voorkomen dat je valt. “Zeker bij 65-plussers zouden we systematisch aandacht moeten besteden aan het valrisico,” vindt Van den Bergh. “Vallen komt frequent voor, het veroorzaakt behalve breuken vaak ook ander letsel én het maakt mensen bang om te bewegen.” Daarnaast is het zo dat mensen die eenmaal iets hebben gebroken in de jaren daarna meer kans hebben om opnieuw een breuk op te lopen.
“Het is belangrijk om dat risico zoveel mogelijk te minimaliseren,” benadrukt Van den Bergh. Dat kan allereerst door je huis te ontdoen van losliggende matjes en andere valstrikken. Een antisliplaag in bad helpt ook. “Bespreek daarnaast met je arts of medicijnen zoals slaapmiddelen en antidepressiva wel echt nodig zijn. En of je misschien baat hebt bij specifi eke oefeningen om de spieren te trainen.”
Wat je zeker níet moet doen, is lekker op de bank blijven zitten. “Je denkt misschien dat je minder kans loopt op een breuk als je zo min mogelijk beweegt, maar dat klopt niet. Door inactiviteit worden niet alleen je botten zwakker, maar ook je spieren. Juist daardoor neemt het risico op vallen en botbreuken toe.”
Dat wil niet zeggen dat je dan maar de marathon moet gaan lopen of anderszins de atleet moet uithangen. “Meestal is gewoon bewegen in het dagelijkse leven al genoeg; een half uur per dag wandelen in plaats van de auto te nemen, eventueel met een rollator.” En zwemmen of fietsen? “Dat is ook gezond, maar voor je botten is wandelen beter.”
Bron: Plus Special Gezondheid
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier