Slechtziendheid aanpakken met het juiste licht
Licht heeft een belangrijke invloed op de visuele capaciteiten van personen met een visuele handicap. Een passende verlichting kan hen helpen om hun resterend zicht beter te gebruiken. Om slechtzienden te helpen, richtte de Brailleliga het lichtlabo in.
Bij blindheid kunnen we ons allemaal wel iets voorstellen maar dat ligt helemaal anders wanneer het om slechtziendheid gaat. “Dat is veel een vager begrip, dat zich bovendien op heel wat verschillende manieren kan uiten. Dat maakt het voor de omgeving van de slechtziende soms lastig om ermee om te gaan. Partners en kinderen geloven het soms niet. ‘Hoe kan het dat mijn moeder niet alleen meer durft te winkelen omdat ze te slecht ziet, maar wel de vlek opmerkt op mijn jurk?’. Dat soort reacties horen we regelmatig. Dat kan dus perfect dat iemand zeer slecht zijn omgeving kan zien, maar wel nog op bepaalde details kan inzoomen”, legt Ronald Vrijdag van de Brailleliga uit. Slechtziendheid kan uiteenlopende oorzaken hebben die elk een andere impact hebben op het zicht.
Van tunnel tot zwarte vlek
Een aantal oogaandoeningen zijn leeftijdsgebonden en komen meer voor vanaf de leeftijd van 60 jaar. Leeftijdsgebonden maculadegeneratie bijvoorbeeld tast vooral het centrale gezichtsveld aan . Eerst gaat het beeld vervormen en van zodra beide ogen getroffen zijn, verschijnt een zwarte vlek in het midden van het beeld. Dagelijkse activiteiten zoals lezen, televisie kijken of huishoudelijke klussen worden daardoor erg bemoeilijkt. Bij glaucoom verliezen mensen vooral het perifere of zijdelingse zicht. Op termijn evolueert dat tot een soort tunnelzicht. Een derde frequente oorzaak, retinitis pigmentosa, tast de staafjes en kegeltjes in het oog aan die nodig zijn om licht, kleuren en details waar te nemen. Bij sommigen kan zich dat vertalen in lichtschuwheid. Al die uiteenlopende vormen van slechtziendheid vergen een oplossing op maat om zolang mogelijk zelfstandig actief te blijven.
Aangepast licht
Een aangepaste verlichting kan een erg grote invloed hebben op het gezichtsvermogen van slechtzienden. Maar wat voor de ene werkt, doet dat niet voor andere. Om het juiste type verlichting eruit te pikken, beschikt de Brailleliga sinds deze maand over een eigen lichtlabo op haar hoofdzetel in Brussel. Slechtzienden kunnen hier gratis terecht voor individueel lichtadvies. Zo’n adviesgesprek verloopt in drie fasen. “Eerst bepalen we welke mate van slechtziendheid er speelt. Dan zoeken we uit bij welke lichtsterkte de slechtziende zich het meest comfortabel voelt. Vervolgens gaan we in het labo uittesten welk soort lampen, armaturen, directe of indirecte verlichting, opstellingen enzovoort het meest aansluiten bij de behoeften”, vertelt Veerle Sandermans. Het lichtlabo is ingericht zoals een klein appartement, met een leefruimte, een eigen keuken, bureau en eetplaats. “De lichtbehoefte varieert ook naargelang de activiteit. In een keuken kan het bijvoorbeeld helpen om verlichting in de kasten te voorzien die naar beneden schijnt zodat alle laden in de schijnwerpers staan. We besteden ook aandacht aan het effect van contrasten. Eten op een witte tafel kan extra verblinden. Dat kan je oplossen door een onderlegger in de juiste contrastkleur. In het lichtlabo testen we samen met de slechtziende opstellingen uit, om na te gaan wat het best werkt voor zijn thuisomgeving.”
Tijdige diagnose
Een beeld waaruit bepaalde voorwerpen lijken te ‘verdwijnen’, een zicht dat troebeler wordt,.... Je merkt het niet altijd meteen op wanneer je slechtziender wordt. Maar het is belangrijk om er tijdig bij te zijn, ook omdat de ondersteuning leeftijdsgebonden is. Wie in België na zijn 65ste geconfronteerd wordt met een visuele handicap, heeft immers geen recht meer op bepaalde tussenkomsten voor aangepaste hulpmiddelen. Wie dus merkt dat er wat schort aan zijn gezichtsvermogen contacteert best zo snel mogelijk de Brailleliga.
Meer info: Brailleliga
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier