Wat te doen tegen verstopping (obstipatie)?
Problemen om stoelgang te maken. Niet echt een onderwerp waar je aan de koffietafel over praat. Toch hebben veel mensen er zoveel last van dat ze hun toevlucht zoeken tot laxeermiddelen. Hoe ontstaat verstopping? En hoe kom je er, als het even kan zonder die middelen, vanaf? Maag-darmspecialist Ben Witteman geeft advies.
Hard persen, met aambeien tot gevolg. Stoelgang zo hard als knikkers. Een opgezette buik of zelfs buikpijn. Een op de drie mensen weet er alles van, en een op de tien grijpt zelfs naar de laxeermiddelen. Verstopping, oftewel obstipatie, komt vaker voor naarmate we ouder worden: vier op de tien 65-plussers en acht op de tien ouderen in verzorgingshuizen hebben er langdurig last van.
Te lang blijven zitten
Er zijn geen regels voor hoe vaak of hoeveel stoelgang je moet maken, benadrukt dr. Ben Witteman: “Ieder mens heeft zijn eigen ontlastingspatroon. Sommigen doen twee keer per dag een grote boodschap en anderen maar een keer per week. En waar de één een mooi gevormde drol achterlaat in het toilet, heeft de ander een brijige ontlasting. We spreken pas van verstopping als de grote boodschap echt een probleem wordt en je last hebt van buikpijn of een opgeblazen gevoel.”
Verstopping ontstaat doordat stoelgang te lang blijft zitten in de dikke darm, de plek waar vocht uit de stoelgang wordt gehaald. Hoe langer de ontlasting hier blijft, hoe harder en droger hij wordt. Het probleem komt vooral voor in de westerse wereld. “Waarschijnlijk omdat we hier relatief weinig vezels eten en weinig bewegen”, zegt Witteman. “Vezels houden vocht vast en zwellen op. Dat geeft volume en heeft een positieve invloed op de darmperistaltiek, de knijpende beweging waarmee de darmspieren de voedselbrij naar het einde van de darm duwen.”
Op vakantie
“We zien dat vrouwen vaker last hebben van verstopping dan mannen. Dit kan hormonaal zijn, maar mogelijk speelt ook gedrag een rol”, vertelt de arts. “Vrouwen ervaren vaker een gevoel van gêne en houden tijdens een verblijf buitenshuis nogal eens hun stoelgang op. Mannen zijn daar wat gemakkelijker in.” Daarnaast kunnen chemotherapie en het gebruik van morfine-achtige pijnstillers leiden tot verstopping. Ook stress kan meespelen, evenals aandoeningen als prikkelbaredarmsyndroom, diabetes en een traag werkende schildklier.
Een week of twee moeilijk naar het toilet kunnen is niet zo erg. Maar houdt het probleem langer aan, of komt het telkens weer terug, dan is het beter naar de dokter te gaan. Witteman schrijft patiënten met verstoppingsklachten meestal osmotische laxeermiddelen voor, zoals lactulose en macrogel. “Die trekken vocht aan en houden dit vast in de darmen. Ze maken de ontlasting dunner en geven er meer volume aan.” Soms volstaan simpele producten als lijnzaad, psylliumzaad, sterculiagom en zemelen.
Verslavend
Voorzichtiger is Witteman met het voorschrijven van contactlaxativa als bisacodyl, en Cassia senna. Deze prikkelen het darmslijmvlies en stimuleren de peristaltiek in de darm. “We schrijven deze producten eigenlijk alleen voor aan patiënten die chemotherapie ondergaan, en dan voor een periode van hooguit twee jaar.”
Contactlaxativa kunnen verslavend werken. “Je darmen raken er steeds meer aan gewend als je ze te lang gebruikt”, benadrukt Witteman. “Langdurig gebruik veroorzaakt schade aan het zenuwweefsel in de darm.”Gek genoeg zijn contactlaxativa gewoon zonder voorschrift verkrijgbaar in de apotheek. “Sommige mensen gaan liever niet naar de huisarts met hun probleem en proberen het zelf op te lossen.” Niet doen dus. “Stap liever over op osmotische middelen. Die werken misschien iets minder goed, maar zijn wel veilig”, benadrukt hij.
Als geen enkel laxeermiddel meer werkt, dan is er altijd nog de darmspoeling, zoals de behandeling voorafgaand aan een kijkonderzoek in de darm (coloscopie). Er zijn twee vormen: een spoeling met picoprep, waarbij je de vloeistof zelf moet drinken, en een met een slangetje via de anus. “Bij ons in het ziekenhuis leren we mensen met ernstige obstipatie hoe ze de spoeling via de anus zelf thuis kunnen uitvoeren.”
Meer vezels
Gelukkig komt het bij de meeste mensen niet zo ver. “Heb je last van obstipatie, probeer dan eerst extra vezels te eten en meer te bewegen”, adviseert Witteman. “Veel mensen denken dat het met hun vezelinname wel goed zit. Maar in werkelijkheid halen maar twee op de tien de aanbevolen hoeveelheid van 30-40 gram per dag.” Iets vergelijkbaars geldt voor bewegen: minder dan een op de twee volwassenen, en slechts een op de drie ouderen, beweegt voldoende. Wittemans advies: ruime porties volkoren producten, peulvruchten, 250 gram groenten en twee stuks fruit per dag. “Eet plantaardig, dan krijg je meer vezels binnen”, voegt hij toe. En verricht minimaal 150 minuten matig intensieve lichamelijke inspanning per week.
Kleine beetjes water
Drink daarnaast minstens anderhalve liter water per dag, zelfs al heb je geen dorst. “Zorg dat je het altijd bij de hand hebt, zowel thuis als onderweg, en drink verspreid over de dag kleine beetjes”, adviseert Witteman. Kun je echt niet zonder laxeermiddelen, neem ze dan ’s avonds in voor een optimaal effect. “Als je slaapt, slaapt je darm ook. Zie of ruik je de volgende ochtend eten, dan geven je hersenen een signaal naar je darmstelsel. Dat leidt tot peristaltische bewegingen; daarom moeten de meeste mensen ’s morgens naar het toilet. Een laxeermiddel versterkt dit.” Ten slotte maakt ook een goede toiletroutine verschil. “Neem de tijd om naar de wc te gaan, en als je voelt dat je moet gaan, maak je dan niet druk over geuren of geluiden. Ga gewoon. Of je nu thuis bent, in een restaurant of elders.”
Bron: Plusonline.nl
Tips voor op het toilet
1. Voel je aandrang, houd het dan niet te lang op en ga naar het toilet.
2. Ga ontspannen zitten met de voeten plat op de grond en de rug iets bol. Zet eventueel de voeten op een krukje voor een optimale hoek tussen romp en bovenbenen. Eigenlijk is de hurkhouding de beste methode, oftewel boven een gat in de grond of een Frans toilet.
3. Adem in en pers zo nodig een beetje terwijl je je adem vasthoudt. Komt de ontlasting niet, adem dan een paar keer rustig in en uit via de buik, en probeer het nog een keer. Blijf niet onnodig lang persen, maar waag later een nieuwe poging. Poepen lukt alleen als de ontlasting in de endeldarm zit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier