Wat we van de Noren leren kunnen
De winter kan flink op het gemoed werken. Toch hoeft het koudste seizoen geen beproeving te zijn. Dat leren ons de inwoners van de Noorse stad Tromsø.
Tromsø ligt ruim 300 km boven de poolcirkel. De zon gaat er onder op 21 november en komt pas weer op ergens half januari. Ruim twee maanden poolnacht dus, waarbij de temperatuur flink onder het vriespunt zakt en de sneeuw met bakken uit de hemel valt. Toch kampen de inwoners van Tromsø relatief weinig met winterdepressies. Dat was ook de Amerikaanse Stanford-studente psychologie Kari Leibovitz opgevallen. Ze trok naar Tromsø om uit te zoeken hoe dat komt en ondervroeg meer dan 200 inwoners. Ze wilde vooral ook weten of we elders in de wereld iets van de Noorse strategie kunnen leren.
Positieve mindset
Vreemd genoeg komen winterdepressies meer voor in de zuidelijkere delen van Noorwegen en van de wereld, waar de winter een pak minder streng is. Met andere woorden: hoe moeilijker de omstandigheden, hoe veerkrachtiger we blijken te zijn. Toen Leibovitz de mensen in Tromsø vroeg waarom hier niet meer winterblues voorkwam, kreeg ze als antwoord: waarom zou dat? Waar elders de winter vooral beschouwd wordt als een donkere periode, waar je doorheen moet tot er weer warmere en lichtere tijden aanbreken, omarmen ze in Tromsø het seizoen als een waardevolle periode. Leibovitz’ conclusie lijkt misschien banaal, maar is het niet: mensen met een positieve houding ten aanzien van de winter, hoe hard ook daar boven de poolcirkel, hebben geen last van winterdepressie.
Mooiste tijd van het jaar
Om te beginnen werkt een sombere of opgewekte stemming aanstekelijk. Terwijl wij in de winter vooral klagen over het weer, enthousiasmeren de inwoners van Tromsø elkaar over de leuke aspecten van de winter. Meer zelfs, Leibovitz sprak mensen die het gewoon het beste seizoen van het jaar vinden.
Want bewoners van het hoge noorden zien de poolnacht niet enkel als duisternis, maar ook als een periode van ongelooflijke schoonheid. Twee maanden lang komt de zon niet boven de horizon en gedurende een drietal uur per dag is het zachte, indirecte licht te vergelijken met een zonsopgang of zonsondergang. In combinatie met de sneeuw zorgt dat voor een mooi, blauwig kleurspektakel. Als je geluk hebt, kan je ook het buitengewone noorderlicht zien.
In Tromsø sneeuwt het overvloedig. Een laag van anderhalve meter is in de donkerste maanden een minimum. Maar in plaats van te foeteren op de ongemakken, gaan de inwoners pendelen op ski’s, ijsschaatsen en sneeuwmannen maken.
Slechte kleren
Binnen maken ze het ‘koselig’ of ‘knus’. Een beetje zoals kerst, maar dan zonder de stress. Vanaf november gaan overal de open haarden en kaarsen aan. De restaurants, cafés en huizen worden aangenaam verlicht en zelfs op kantoor wordt het gezellig gemaakt. Rolluiken en gordijnen blijven open, zodat ook voorbijgangers van het licht kunnen genieten. En binnen kruip je lekker onder een zacht dekentje met een warme drank.
Dat betekent niet dat iedereen zich isoleert en in de sofa wegzakt. In de winter is er in Tromsø een druk sociaal leven met veel activiteiten en festivals. Naar buiten gaan is altijd goed voor je mentale welzijn en dat doen de Noren in alle omstandigheden. Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleren, luidt het motto in Tromsø. Ze vinden het fijn zich lekker warm aan te kleden voor een frisse wandeling, in de wetenschap dat ze het nadien warmer zullen hebben en zich gelukkiger zullen voelen.
Kunnen we iets overnemen van de Noorse manier van denken? Naar het werk pendelen op ski’s zit er bij ons misschien niet in, en het poollicht zullen we hier wellicht ook niet waarnemen. Maar op een andere manier naar het weer kijken – waar je toch niets aan kan verhelpen, dat lukt ons misschien wel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier