5de prijs: Tijl Vermeersch
De doos was niet gevuld met geldstukken. Daarvoor woog hij te licht en toen ze er mee schudde, hoorde ze enkel een droge tik. Rosanne keek om zich heen. Er was niemand te zien. Toch had ze het onbehaaglijke gevoel dat iemand haar in de gaten hield. In haar appartement gooide ze haar boekentas aan de kant en ging aan tafel zitten. Voorzichtig haalde ze het bruine papier van de doos en opende die. Er zat een plastic spaarvarken in. Ze haalde het uit de doos. Het beestje was roze, had een spleet op de rug en keek haar met lieve kraaloogjes aan. Oh, wat een schatje! Dacht ze. Toen zag ze het briefje op de bodem van de doos. Er stond geen uitleg op, geen verklaring, enkel deze vijf woorden: Ik heb honger. Vul mij.
Ze zette het varkentje op de buffetkast naast de schaal waarin ze het geld uit de vorige pakjes gelegd had. Ze twijfelde. Ze had al een van de eurostukken vast, hield het boven de spleet op de rug van het schattige beestje, maar iets weerhield haar. Iemand was een kinderachtig spel met haar aan het spelen. Ze voelde er niets voor om zomaar de rol die haar werd opgedrongen op zich te nemen. Toen ze het muntstuk terug in de schaal legde, meende ze een zacht teleurgesteld knorren te horen.
Rosanne had die avond nog een hoop verbeterwerk. De prestaties van haar leerlingen uit de derde Latijnse waren onthutsend. Ze moest heel erg mild zijn om het klasgemiddelde boven de helft te krijgen. Hoe zou ze ooit al die oude woorden in die ongeïnteresseerde koppen krijgen? Hoe zou jij het aanpakken, varkentje? Hoe dring ik tot die pubers door? Maar het spaarvarken had niets te vertellen en Rosanne besloot dat haar werk er voor vandaag op zat.
Die avond at ze een slaatje met geitenkaas en spek. Ze verorberde haar avondmaal zonder smaak. Haar aandacht keerde steeds terug naar het varkentje op de kast. Er ging een dreigende aantrekkingskracht van uit. De blik die ze eerst nog schattig had gevonden werd dwingender. Het beest leek te smeken om de euro’s in de schaal. Ze werd er zenuwachtig van en met kleine, neurotische slokjes dronk ze veel meer witte wijn dan ze gewoon was.
’s Nachts kon Rosanne de slaap niet vatten. Ze lag te woelen onder de donsdeken. Uren lag ze te piekeren. Wie was haar voor de gek aan het houden? Ze dacht aan haar leerlingen, aan de buren die ze nog steeds niet ontmoet had en aan die ene vreemde man waarmee ze in de lift had gestaan. In gedachten draaide ze de gebeurtenissen van de laatste week om, keerde ze binnenstebuiten, bekeek ze uit alle mogelijke hoeken. Maar ze vond geen logische verklaring. Zou ze toch doen wat het briefje van haar vroeg? Wie weet werd ze dan eindelijk wat wijzer.
Ze stond terug op en sleepte haar vermoeide lichaam naar de woonkamer. Het spaarvarken was omgevallen. Ze zette het weer recht en liet een van de muntstukken in zijn lege buik vallen. Het dier begon te trillen van plezier. Ze nam het in haar handen en voelde hoe de plastic huid warm werd en ging zwellen. Een voor een stopte ze de andere euro’s in de gleuf. Het beest bleef groeien en knorde steeds luider. Ten slotte dropte ze het briefje van vijf euro in de spleet.
Rosanne werd wakker met een brede glimlach. Het was lang geleden dat ze nog zo grappig gedroomd had. Haar stemming sloeg echter helemaal om toen ze in de woonkamer kwam. Het was een chaos. Overal lagen scherven. Kasten waren omvergeduwd. Alles zat onder de modder. Toen hoorde ze een griezelig gegrom. In de deuropening van de badkamer stond een woest varken. Met zijn ene voorpoot woelde hij in het denkbeeldige zand alsof hij kracht vergaarde om aan te vallen. Het deed Rosanne aan het mythische zwijn van Erymanthos denken. Een razend varken dat woonde in de bergen en iedereen die in zijn buurt kwam aan stukken scheurde. Er was een held als Heracles nodig geweest om het beest te vangen. Dit exemplaar zag er net zo gevaarlijk uit. Een adrenalinestoot die van op de Olympus leek gezonden deed haar nog net op tijd uitwijken voor het aanstormende varken. Krijsend vloog het tegen de televisie aan. Rosanne vluchtte naar de slaapkamer en sleepte haar bed voor de deur. Met bonzend hart hoorde ze hoe het monsterlijke beest haar inboedel sloopte. Een paar keer was hij tegen de slaapkamerdeur aan komen rammen, maar de barricade hield stand. Een half uur luisterde Rosanne naar het gekmakende kabaal in haar woonkamer en toen werd het plots stil.
Het bleef stil, een paar minuten lang. Rosanne herademde. Was het gedaan? Was het beest verdwenen? Ze schoof het bed een beetje opzij en opende de deur op een kier. Op de grond zag ze een rozig wezen kronkelen tussen haar kapotte meubels. Het leek in niets meer op het moordlustige monster van daarnet. Het zag er gebroken en weerloos uit. Ze duwde het bed aan de kant en opende de deur. Ze zag nog net hoe een naakte man zich uit haar appartement weg haastte. Hij had een krullend staartje op zijn bleke kont.
Ze meende de man uit de lift te herkennen.
Auteur: Tijl Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier