50+ als spil van de familie
De pandemie maakte van 50-plussers plots een risicogroep, een kwetsbare generatie. Toch gingen vooral hun kinderen door een moeilijke periode. Zij klopten bij hun ouders aan voor hulp, niet omgekeerd.
Een van de allerlaatste Thalys-treinen van Parijs naar Brussel, net voor de eerste lockdown, net voor alles op slot ging. “Ik ben letterlijk op die trein gesprongen toen bekend werd dat we huis- arrest opgelegd kregen”, herinnert Guillaume zich. Een paar jaar geleden verliet deze jonge dertiger België om een start-up op te zetten in de Lichtstad. “Toen er door corona een lockdown werd afgekondigd, zag ik het absoluut niet zitten om weken aan een stuk in mijn eentje met mijn vingers te zitten draaien in een flat van 20 m2. Ik voelde me daar niet toe in staat. Instinctief heb ik meteen mijn ouders gecontacteerd en gevraagd of ik terug thuis mocht komen wonen, op het platteland, tot de gezondheidssituatie zou opklaren. Uiteindelijk ben ik maandenlang gebleven!”
Deze expat-ondernemer is zeker niet de enige die in deze moeilijke periode een beroep deed op zijn ouders. Andere jongvolwassenen klopten bij ma en pa aan voor een financieel ruggensteuntje. Of raakten hun job kwijt, zagen hun inkomsten kelderen, kregen een relatiebreuk te verwerken en trokken daarom weer bij hun ouders in. Om nog maar te zwijgen over de psychologische steun die ze bij ma en pa zochten via de telefoon of skype. En dan moest het besef dat hun kinderen niet langer bij oma en opa terecht konden, wat telewerken tot een hel maakte, nog komen!
“Plots werd duidelijk dat de ouders van volwassenen – vaak al grootouders – binnen families een cruciale rol vervullen”, concludeert Anne Jaumotte, sociologe en actief bij seniorenbeweging Enéo. “Aan de ene kant wilde men de oudere generatie beschermen en moest ze beducht zijn voor het virus. Aan de andere kant werd pijnlijk duidelijk welke impact het heeft als je deze generatie van de rest van de familie afsnijdt!”
MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIE
Dat jongvolwassenen een beroep doen op hun ouders is geen nieuw fenomeen. Dit is al 20 jaar aan de gang: denk maar aan de vele nestklevers, de boemerangkinderen enz. Maar de coronacrisis heeft deze gang van zaken opnieuw onder de aandacht gebracht en aangescherpt. “Het model van de jaren 60 en 70, toen jongvolwassenen massaal de deur van het ouderlijk huis achter zich dichttrokken, de knop omdraaiden, een eigen leven opbouwden, heeft afgedaan”, meent de Franse socioloog Rémy Oudghiri, die daarover een boek schreef.
Hoe dat komt? Het statuut van jongvolwassenen is in een groeiend deel van de samenleving in hoge en toenemende mate precair geworden. “Vroeger sloeg je kind zijn vleugels uit toen het begon te werken. Op dat moment hield het op afhankelijk te zijn van de ouders”, aldus Anne Jaumotte. “Vandaag is die zelfstandigheid van jongeren vaak een fragiel gegeven, zowel financieel als organisatorisch. Niet zelden is het goochelen met flexi- of interimjobs, wisselende arbeidsuren, de strakke schooltijden van de kinderen... En voor jonge vrouwen is het nog moeilijker.”
De pandemie werd naar voor geschoven als een mogelijke bron van een nieuw generatieconflict. maar dat klopt helemaal niet.
De situatie van jongvolwassenen nu staat in schril contrast met die van hun ouders, die dankzij hun job, pensioen of sociale voorzieningen wel autonoom zijn. “En dus is het tij gekeerd: vandaag zijn het de ouders op leeftijd die hun volwassen kinderen helpen, terwijl dat vroeger andersom was.”
Daarbij komt nog dat de verschillende generaties vandaag nagenoeg identieke waarden aanhangen, althans binnen een en dezelfde familie. “Een twintiger of veertiger verschilt nu niet meer zo sterk van mening met zijn ouders als enkele decennia geleden. Toen ging het om twee verschillende werelden, die elkaar niet begrepen”, legt Rémy Oudghiri uit.
“Over het algemeen praten generaties nu meer met elkaar en zijn ze minder geneigd om de band te verbreken. In de jaren 60-70 wilden veel jongeren maar wat graag ontsnappen aan het gezag van hun vader en de moraliserende lessen van hun moeder. Dat is vandaag geen punt meer. En dus hebben de generaties minder scrupules om elkaar om hulp te vragen of te helpen, simpelweg omdat ze het beter met elkaar kunnen vinden! Vooral omdat thans wordt aanvaard dat een volwassene enigszins fragiel kan zijn. Volwassen zijn betekent vandaag niet meer per definitie dat je helemaal op eigen benen moet staan en alles alleen moet beredderen.”
CORONA ALS CEMENT TUSSEN GENERATIES
Nochtans werd de pandemie naar voren geschoven als een mogelijke bron van nieuwe spanningen tussen de generaties. Omdat het virus 50-plussers harder trof, kregen studenten en jonge werknemers bikkelharde maatregelen opgelegd, in een poging om massale sterfte onder de oudere generaties te voorkomen. Soms klinkt het dat we de jongeren hebben opgeofferd om de ouderen te redden. Toch lijkt het in de praktijk weinig waarschijnlijk dat dit alles zal uitmonden in een nieuw generatieconflict, zoals dat in mei 68 het geval was.
“Ik durf er in elk geval heel wat op te verwedden dat de gezondheidscrisis die we vandaag beleven, de band tussen de generaties net zal aanhalen”, klinkt het bij Rémy Oudghiri. “We voelen ons door de pandemie inniger met elkaar verbonden. Er gaat opnieuw veel aandacht naar de familie. Dat wijst erop dat de familie voor structuur zorgt, dat generaties niet zonder elkaar kunnen. Dat jongeren vandaag niet in opstand komen, is precies te danken aan het feit dat die familie er is en voor hen klaarstaat wanneer de samenleving tekortschiet.”
ULTIEM ANKERPUNT
Maar dreigen ouders van jongvolwassenen daardoor niet te verzanden in een situatie waarin ze opnieuw aan handen en voeten gebonden zijn? Anne Jaumotte beklemtoont dat “de tijd van bomma en bompa al lang voorbij is. Vandaag zitten 50-plussers boordevol plannen en zijn ze met allerlei dingen bezig. Ingaan op een verzoek van de kinderen om hen te helpen, betekent vaak dat ze die plannen of activiteiten on hold moeten zetten. Vandaar dat het voor 50-plussers belangrijk is om grenzen te trekken en het evenwicht te bewaren”, voegt Jaumotte er nog aan toe. “Je moet vermijden dat je kinderen helpen een corvee wordt en dat je uiteindelijk met tegenzin bijspringt.” Dat cliché van de afgepeigerde ouders is nochtans waar tal van komische films om draaien. “Ik denk dat heel wat van die films een verkeerd beeld ophangen”, corrigeert Rémy Oudghiri.
“Natuurlijk willen ouders tijd voor zichzelf, maar zonder daarom de rol te verloochenen die ze voor hun kinderen opnemen. Films steken vaak op een milde manier de draak met dat fenomeen. Maar de meeste ouders helpen graag en brengen graag tijd door met hun kinderen en kleinkinderen. En dat feit is een blijver. In onze moderne samenleving geeft de familie weer zin aan het leven. Religie biedt niet langer een houvast, werk hebben betekent niet meer dat je safe zit, en de pandemie leert ons hoe moeilijk het is om plannen te maken voor de toekomst. De wereld is minder stabiel dan vroeger. Maar familie, dat blijft een vast gegeven. Familie verandert minder snel dan de wereld rondom.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier