Amfibieëntunnels in Vlaanderen werken vaak niet goed
Vlaanderen telt bijna honderd herpetofaunavoorzieningen (amfibieëntunnels, geleidingswanden, opvangoten, enz) om trekkende kikkers, padden en salamanders veilig naar de andere kant van de weg te helpen. Die voorzieningen werken vaak niet goed. Het grootste knelunt is echter gebrek aan onderhoud, aldus een studie van Natuurpunt.
Tot 2018 hadden de wegbeheerders in totaal al 93 herpetofaunavoorzieningen aangelegd, verdeeld over Limburg (25), Vlaams-Brabant (24), Antwerpen (22), Oost-Vlaanderen (14) en West-Vlaanderen (8).
Uit een screening van 22 van deze locaties bleek dat amfibieëntunnels en geleidingswanden niet altijd op een goede manier worden aangelegd. Zo worden tunnels soms op locaties voorzien waar nauwelijks amfibieën trekken. Op plaatsen waar wél veel padden, kikkers en salamanders de weg oversteken, is de onderlinge afstand tussen de verschillende amfibieëntunnels vaak te groot (meer dan 50 meter) of worden geen, te weinig of slechte geleidingswanden voorzien. Geleidingswanden zijn opstaande elementen die trekkende amfibieën naar de tunnels leiden en ervoor zorgen dat ze niet op de weg kunnen terechtkomen.
Het grootste knelpunt is echter het gebrek aan onderhoud. “Herpetofaunavoorzieningen moeten, net als elke weginfrastructuur, regelmatig worden gecontroleerd om na te gaan of alle onderdelen nog goed functioneren. Een jaarlijkse check om te kijken of de geleidingswanden nog goed op elkaar aansluiten of om te controleren of de tunnels niet verstopt zitten door bladval, takken of afval, gebeurt bijna nergens. Hierdoor zorgt een aantal van deze ontsnipperende maatregelen eerder voor een bijkomend knelpunt dan voor een oplossing en dat kan niet de bedoeling zijn”, aldus Natuurpunt.
De organistie pleit voor een dringende optimalisering van de bestaande voorzieningen. “Hierbij kan een belangrijke rol zijn weggelegd voor vrijwilligers die het peter- of meterschap van een ’tunnellocatie’ op zich nemen en eventuele gebreken aan de geleidingswanden of de tunnels tijdig aan de bevoegde wegbeheerder melden. Maar dan moet er door die wegbeheerders ook tijd en geld voorzien worden om de nodige aanpassingen tijdig uit te voeren.”