Durf je kind los te laten
Heidi De Pauw, CEO van Child Focus, wordt elke dag geconfronteerd met problematische situaties. Toch kijkt ze met veel vertrouwen naar jongeren en de wereld waarin ze opgroeien.
Het was in de nadagen van de zaak Dutroux dat Child Focus werd opgericht. De instelling die ervoor moet zorgen dat ouders nooit meer alleen staan in de zoektocht naar hun verdwenen kind. Wanneer ik het gebouw in Brussel binnenstap, vallen meteen de affiches met verdwijningen, de krantenartikels over tienerpooiers, de gevaren van het internet op. Een mens zou er bang van worden. Maar Heidi De Pauw heeft een geruststellende boodschap: ‘geen paniek’. Zo luidt ook de titel van het boek waarin ze ons aanmaant kinderen en jongeren te vertrouwen en ze met een gerust hart los te laten.
Je hamert erop dat de vreemde man die uit de bosjes springt erg uitzonderlijk is.
Ontvoering door onbekenden is zéér uitzonderlijk. Het is lastig om te zeggen, omdat nog maar kort geleden de zaak Julie van Espen het land heeft opgeschud. Zo’n case krijgt natuurlijk veel media-aandacht en mensen kunnen zich hier in herkennen. Het is de oerangst van elke ouder. Maar angst en paniek zijn slechte raadgevers. En dus benadruk ik: dit komt zelden voor. De meeste meldingen die wij hier krijgen zijn weglopers, ouderontvoeringen (een van de ouders die het kind zonder toestemming van de andere meeneemt), en steeds vaker suicide. Seksueel misbruik gebeurt het vaakst in bekende kring of familie, niet door onbekenden. We moeten de gemediatiseerde zaken dus in perspectief plaatsen.
Ik ben als moeder banger voor het verkeer dan voor een ontvoering.
Je bent zelf moeder van een tienerdochter. Ben je door je functie sneller ongerust?
Nee, absoluut niet. Ik zit al meer dan 20 jaar in deze harde sector. Ik ben net minder angstig dan andere mama’s omdat ik weet hoe uitzonderlijk een ontvoering door onbekenden is. Ik ben veel banger voor het verkeer dan voor een verdwijning. Mijn dochter is nu 19 en opvoeden gaat ook bij mij met vallen en opstaan. Maar zij vertelt mij zeer veel en dus leer ik elke dag bij over haar leefwereld. Ik heb Maxine altijd veel vrijheid gegeven en doe dat nog altijd. Want dat is mijn fundamentele boodschap: de meeste mensen zijn te vertrouwen! Aan de kust lopen elke zomer honderden kinderen verloren. En het zijn goedmenende volwassenen die hen terugbrengen. We mogen kinderen niet grootbrengen met een angstgevoel of de idee dat ze volwassenen niet kunnen vertrouwen. We moeten ze empoweren: leren omgaan met risico’s.
Hoe pak je dat aan, hen weerbaar maken, maar niet bang voor volwassenen?
‘Ga niet mee met een vreemde’, zeggen we onze kinderen. Maar eigenlijk werkt dat niet. Voor een kind is ‘een vreemde’ een totaal ander concept dan voor ons. Een clown op een feestje is voor ons een vreemde, voor een kind niet. Je kan beter zeggen: als je met iemand wil meegaan, vraag het dan aan mama of papa, de babysit, of wie er ook bij jou is. Zég altijd tegen iemand waar je bent. Die tip is voor hen veel concreter. Er zijn sociale experimenten geweest die aantonen dat kinderen nu eenmaal makkelijk ingaan op de verleiding van een snoepje of een schattige puppy.
Essentieel is dat je een sterke vertrouwensrelatie met je kinderen opbouwt en goed naar hen luistert. Ze moeten bij jou terecht kunnen met hun grote en kleine noden. We hebben twee oren en één mond en moeten ze proportioneel gebruiken. Als je die vertrouwensband hebt opgebouwd, zullen kinderen je ook vertellen wanneer er iets niet oké is. Laat hen ook aangeven wanneer ze iets niet comfortabel vinden. Verplicht hen bijvoorbeeld niet om met nieuwjaar nonkel Herman met zijn prikkende baard een kus te geven wanneer ze dat niet willen. Want in een situatie waarin ze misbruik ondergaan moeten ze ook ‘nee’ kunnen zeggen.
Heeft het internet de wereld onveiliger gemaakt?
Er zijn altijd risico’s geweest. Vroeger beperkte zich dat tot de leefomgeving, met het internet en de smartphone hebben we de wereld binnengehaald in huis. Mensen met slechte bedoelingen raken makkelijker in contact met kwetsbare kinderen en jongeren. Ze hebben voelsprieten voor wie ze moeten benaderen. Internet vergemakkelijkt dat. Ouders zijn vaak geneigd negatief te reageren op internetgebruik. We vragen geïnteresseerd naar hobby’s, de school van zoon of dochter, maar niet naar wie ze online hebben ontmoet. Terwijl jongeren uren op het internet doorbrengen. Voor hen zijn offline en online één wereld. Toon ook daar interesse voor. Dan gaan ze jou misschien ook inlichten wanneer er iets niet klopt. Je kan natuurlijk concrete tips geven. Ik heb mijn dochter altijd aangeraden nooit iemand op Facebook toe te laten die ze niet minimum een half uur in levende lijve heeft gesproken. Je moet hen doen nadenken. We hanteren bijvoorbeeld ook de simpele regel: als je een foto niet bij oma op de kast zou zetten, zet hem dan ook niet online.
We moeten dus toch alert zijn.
Ja, net zoals wanneer je je kinderen de straat laat oversteken. Mensen vragen mij soms: wat moeten we doen om onze kinderen te beschermen? Ik doorprik die luchtbel: je kan ze nooit 100% beschermen! We moeten kinderen in vrijheid laten opgroeien en openbloeien met vallen en opstaan. Ik geloof in hun draag- en veerkracht.
Je gelooft ook in de behandeling van pedoseksuelen.
Dat is absoluut noodzakelijk. Child Focus heeft samen met de centra voor dadertherapie erg geijverd voor een hulplijn voor mensen met pedofiele gevoelens. Want je moet je voorstellen dat je een jonge man of vrouw bent die zich seksueel aangetrokken voelt tot kinderen. Dat is niet iets wat je zomaar vertelt. Daarom is in Vlaanderen de hulplijn ‘Stop it now’ actief en we merken dat het werkt. Misschien klinkt het raar om mensen met pedofiele gevoelens te helpen. Maar als we hen kunnen begeleiden, voorkomen we misschien dat kinderen slachtoffer worden. Dan leggen we niet de verantwoordelijkheid bij het kind, maar bij de man of vrouw met zulke gevoelens. Want het is een ziekte, en daar kan je voor behandeld worden. Therapie kan seksueel delinquenten genezen. Al zijn er natuurlijk kernpsychopaten die niet te genezen zijn en nooit meer mogen vrijkomen.
Ben je persoonlijk betrokken bij elke zaak?
Niet bij elke zaak. Ik ben hier begonnen op het terrein. Nu ben ik al zeven jaar CEO en beschik ik over een heel goed team. Ik blijf wel back-up. Als er een onrustwekkende verdwijning is, ben ik een van de drie mensen die kan worden gebeld. Ik wil ook altijd aanspreekbaar zijn voor de ouders. Eigenlijk ben ik 24/24, 7 dagen op 7 bereikbaar. Ik zie dat niet als werken. Het maakt integraal deel uit van mijn leven. Ik zou ook niet willen dat mijn team een hele nacht met een verdwijning is bezig geweest, terwijl ik als een roos lag te slapen. Ik doe dit met hart en ziel.
Is het een job die je emotioneel kan leegzuigen?
Ik heb een goed coping mechanisme, een pantser. De dag dat ik niet meer slaap van cases moet ik ermee stoppen. Bepaalde zaken kleven natuurlijk aan je ribben, daar moet ik niet flauw over doen. Ik compenseer dat door te sporten. Dat heb ik nodig voor mijn mentale evenwicht. Ik haal heel veel energie uit kleine dingen, even me-time, met vrienden babbelen, koken, een goed boek lezen. Ik kan heel snel opladen.
Vooral voor onze medewerkers en vrijwilligers is het werk zwaar. We hebben hier mensen die elke dag twee uur meldingen van kinderporno analyseren. Ze moeten naar die beelden kijken om in te schatten of het om minderjarigen gaat, hoe zwaar het misdrijf is, en dat komt erg hard binnen. Onmiddellijk daarna gaan ze verplicht de zenruimte in, om een half uur Tetris of Candy Crush te spelen. Dat klinkt misschien raar, maar het is bewezen dat het spelen van zo’n hersenloze spelletjes verhindert dat verschrikkelijke beelden zich in je hersenen nestelen en je een trauma oploopt. Het gaat om een ingewikkeld neurologisch proces. Deze medewerkers doen ook andere taken en ze kunnen praten met een psycholoog. Ook een onrustwekkende verdwijning genereert altijd veel adrenaline. Je hoopt het beste, maar je moet altijd voorbereid zijn op het slechtste.
Hebben de zaken die je hier behandelt je mensbeeld niet aan het wankelen gebracht?
Nee, ik blijf geloven in de goedheid van mensen, de meesten toch.
Heidi De Pauw
18 februari 1972 Aalst
Behaalt Master Criminologie aan UGent. Start als adjunctadviseur bij Binnenlandse Zaken.
1998
Staat mee aan de wieg van Child Focus. Wordt case manager verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen.
2006
Algemeen secretaris Eurochild.
2006-2012
Algemeen directeur bij vzw PAG-ASA, voor slachtoffers van mensenhandel.
2012
Algemeen directeur Child Focus.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier