Huisdier mee op vakantie: denk aan hondsdolheidvaccinatie
Omdat hondsdolheid in ons land niet meer voorkomt, is het niet meer verplicht om uw huisdier ertegen te vaccineren. Maar de ziekte is in bepaalde landen nog steeds erg aanwezig. Iets om rekening mee te houden als Max of Minou meegaat op vakantie.
Sinds 1 maart 2016 is vaccinatie tegen hondsdolheid (rabiës) niet langer verplicht voor huisdieren in België. Tenminste, zolang ze het Belgische grondgebied niet verlaten. Theoretisch moet elk dier dat naar het buitenland reist, worden gevaccineerd en voldoende immuunrespons vertonen. Hondsdolheid is lang geen onschuldige ziekte, maar een ongeneeslijke en – zowel voor mens als dier – steeds fatale virale infectie, zodra de symptomen duidelijk worden. Jaarlijks sterven er meer dan 55.000 mensen aan. Dat betekent elke 10 minuten één, vooral in Afrika en Azië.
Buiten West-Europa – waar hondsdolheid vrijwel overal is uitgeroeid – is de kans groot dat een niet-gevaccineerd dier dat op vakantie wordt meegenomen (of tersluiks van daar wordt mee terug gesmokkeld) besmet raakt bij een beet of krab van een soortgenoot. De infectie kan gemakkelijk onopgemerkt blijven: de incubatietijd tussen besmetting en het optreden van de eerste symptomen kan behoorlijk lang duren, soms tot enkele maanden. “Deze vertraging varieert afhankelijk van de afstand tussen het centrale zenuwstelsel en de besmettingszone”, legt Laurent Gillet, specialist in virusziekten bij dieren aan de faculteit diergeneeskunde van de ULiège, uit. “Een dier kan het virus echter wel al uitscheiden en overdragen terwijl het zich nog in de niet-symptomatische fase bevindt, dus wanneer de ziekte zich nog niet duidelijk gemanifesteerd heeft.”
Vaccinatie
Probleem: de enige kans om een infectie van hondsdolheid te stoppen is het toedienen van een behandeling “binnen de 24 uur na contact met een besmet dier”, waarschuwt het FAVV. Hoeft het nog gezegd dat het beter is om geen enkel risico te nemen en uw huisdier vóór vertrek te laten vaccineren.
Het is ook verboden om dieren uit een ander land van de Europese Unie mee terug te brengen, tenzij het naar behoren is geïdentificeerd (gechipt) en ingeënt tegen hondsdolheid. Let op: een basisvaccinatie is ten vroegste 21 dagen na de injectie geldig. Voor dieren van buiten de Europese Unie zijn de regels nog strenger: naast de identificatievoorwaarden “moet het dier in de meeste gevallen minstens 3 maanden voor aankomst in België een bloedonderzoek hebben ondergaan, en moeten minstens 30 dagen verlopen zijn sedert de vaccinatie, benadrukt het FAVV. Als je ten slotte tijdens jouw vakantie in een risicoland zelf bent gebeten of gekrabd door een ander dier dan het jouwe, raadpleeg dan onmiddellijk een arts om zo snel mogelijk met een profylactische behandeling te beginnen.
Booster nodig?
Houd er rekening mee dat zelfs als uw huisdier al is ingeënt tegen rabiës, het soms nodig is om hem een booster te geven voordat je op vakantie gaat. Afhankelijk van het vakantieland is een anti-rabiës-titratie (een bloedtest om zeker te zijn dat de hoeveelheid antilichamen in het bloed voldoende hoog is) soms verplicht om het vreemde land binnen te mogen... en nog vaker om terug te keren. Elk jaar moeten baasjes hun dier in quarantaine laten in het buitenland omdat het antilichaamgehalte te laag blijkt... Zorg er dus voor dat je dit minstens 3 maanden voor jouw vertrek op vakantie uitzoekt en regelt, om onaangename verrassingen te voorkomen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier