Ma of pa heeft een nieuwe partner
Een vader of moeder van 70 die trots een nieuwe partner voorstelt, het gebeurt steeds vaker. En het is niet omdat de kinderen al lang het huis uit zijn en een eigen gezin draaiende houden, dat zij die nieuwe relatie meteen omarmen.
De grijze scheiding is een feit. Steeds meer vijftigplussers zetten er na meer dan 20 jaar huwelijk een punt achter. In 2017 zagen meer dan 8.300 vijfenvijftigplussers hun huwelijk stranden, 261 van hen waren zelfs ouder dan 75 bij het inzetten van de scheiding. Daarnaast worden mensen steeds ouder in goede gezondheid. Iemand van 60 die nog 20 gezonde jaren in het vooruitzicht heeft, staat ook open voor een nieuwe relatie. Rika Ponnet, die bijna 25 jaar geleden een relatiebemiddelingsbureau oprichtte, zag het aandeel 50- en 60-plussers in haar klantenbestand groeien. “Die groep is er altijd al geweest. Maar nu is het een grote groep, omdat de babyboomers een hele grote generatie vormen. Het is ook een generatie die zich spiegelt aan jongere generaties -hun kinderen. Ze zien hen uit een relatie stappen waar ze zich niet goed bij voelen en een nieuwe liefde tegenkomen. Ook zij hebben na een breuk of overlijden nog het verlangen om er iets van te maken.”
Omgekeerd ouderschap
Je zou dan verwachten dat die volwassen kinderen – die zelf volop aan een leven aan het bouwen zijn – ma of pa, na het wegvallen van hun partner, alle geluk toewensen met een nieuwe liefde. Maar dat is niet altijd het geval. “Zeker in het begin zie je dat heel wat kinderen die nieuwe partner met een zekere argwaan benaderen”, zegt Luc Van de Ven, klinisch ouderenpsycholoog, Universitair psychiatrisch centrum, KU Leuven. “Kinderen, of ze nu jong zijn of volwassen, hebben een loyauteit naar hun beide ouders. Wanneer ze hun ouder zien met een nieuwe partner worden ze opnieuw geconfronteerd met het overlijden van de andere ouder of met de echtscheiding van hun ouders, die ook op hen een impact heeft gehad. Die geschiedenis alleen al, maakt dat er altijd wat frictie zal zijn tussen de kinderen en de nieuwe partner van moeder of vader.”
Soms spelen nog andere, erg persoonlijke zaken een rol, die verschillen van gezin tot gezin. En uiteraard klopt er ook iets van het cliché dat kinderen hun erfenis niet graag zien verdwijnen in de handen van het nieuwe lief van ma of pa. Luc Van de Ven: “Zeker bij een overlijden van een van de ouders zie je dat de kinderen het gezinspatrimonium, de centen, willen beschermen. Want dat geld is niet alleen van de achtergebleven ouder, maar van de hele clan. Stel, vader en moeder runden samen een bedrijf. Moeder overlijdt. Vader verhuist enkele jaren later met een nieuwe vriendin naar het mondaine Knokke en hangt daar de grote jan uit. Met het geld dat ook van moeder was, en dus van de clan. Anders vertaald: van de kinderen. Je maakt het voor iedereen gemakkelijker om die financiën goed te regelen.”
Vaak zie je ook dat volwassen kinderen hun ouder willen beschermen. Net zoals ze het lief van hun zoon of dochter screenen, doen ze dat ook met de nieuwe partner van hun ouder. “We noemen dat omgekeerd ouderschap”, zegt Luc Van de Ven. “Ze willen niet dat hun moeder of vader nog eens gekwetst wordt. Ze willen de drijfveer kennen van die nieuwe partner. Zal hij of zij wel goed voor mama of papa zorgen wanneer die ziek wordt? Ze willen garanties van trouw, van engagement.” Meestal ebt die argwaan na verloop van tijd weg. Maar daarvoor is geduld nodig en openheid naar elkaar toe.
Eenoudergezinnen
Rika Ponnet ziet vooral weerstand bij kinderen die lang met één ouder – vaak de moeder – alleen hebben gewoond. “Wanneer een moeder na een overlijden of een scheiding alleen achterblijft met de kinderen, heeft ze vaak geen tijd of zin in een nieuwe relatie. Wanneer de kinderen dan het huis uit zijn en de moeder zich openstelt voor een nieuwe liefde, zie je een soort concurrentiestrijd ontstaan. De moeder heeft altijd haar engagement en emotionele noden op de kinderen gericht. Door de nieuwe partner is ze minder beschikbaar voor de kinderen en kleinkinderen. Sommige kinderen zien die partner daardoor als een bedreiging en aanvaarden hem niet.” Voor de ouder in kwestie is dit heel moeilijk. Een ouder is immers ook loyaal naar de kinderen toe en voelt zich schuldig.
Gelukkig is het niet enkel kommer en kwel. “Soms zijn het net de kinderen die hun ouders naar ons toe sturen”, bekent Rika Ponnet. Ook Luc Van de Ven ontmoet geregeld kinderen die de nieuwe relatie van moeder of vader toejuichen. “Stel dat een moeder altijd gebukt is gegaan onder de tirannie van de vader. Na zijn overlijden zien ze haar openbloeien en een nieuwe man ontdekken. Die zal in eerste instantie ook tegen het licht worden gehouden, om te zien of hij niet van hetzelfde laken een broek is. Maar als ze zien hoe gelukkig hun moeder is, zullen ze hem snel aanvaarden.”
Geen sprookje
Er zijn zaken die het introduceren van de nieuwe partner in de familie wat kunnen vergemakkelijken. Eerst en vooral mag het verliefde stel niet verwachten dat de kinderen meteen hoera roepen wanneer ze hun nieuwe liefde voorstellen. “Je moet geduld hebben en niet willen dat bij het eerste feestje samen, alles plezant is. Heb begrip voor de voorzichtigheid of zelfs de achterdocht van de kinderen. Dring je als nieuwkomer niet i op en geef je partner alle vrijheid om de kinderen te ontmoeten”, raadt Luc Van de Ven aan. Anderzijds moeten kinderen ook accepteren dat hun ouder in staat is om een volwassen keuze te maken. “Het feit dat je bezorgd bent om je ouder, maakt dat je de dingen niet altijd vertrouwt. Maar wantrouwen helpt je vaak niet vooruit. Soms zeg je beter: ma, pa, ga ervoor, want het is jouw keuze.”
Zestigers die een romantische klik voelen, laten er doorgaans niet te veel gras over groeien. Ze voelen snel aan of ze met iemand verder willen. “Hoe natuurlijker je het contact met de kinderen laat verlopen, hoe beter. Als je je partner snel introduceert, geef je hem de plaats die hem toekomt. Hoe langer je wacht om erover te praten met je kinderen, hoe ongemakkelijker het wordt”, ervaart Rika Ponnet. “Ga er wel van uit dat de reactie van je kinderen niet altijd positief zal zijn. Maar als jij standvastig bent over die nieuwe relatie, geef je kinderen ook minder ruimte om zich tussen jullie in te manoeuvreren. En als je partner het gevoel heeft dat je voor hem of haar kiest, zal die ook meer openstaan voor je kinderen.”
Wat als die nieuwe partner écht niet deugd, als je het gevoel hebt dat jouw ouder ongelukkig wordt van de relatie? “Als je een goede ouder-kindrelatie hebt, dan kan je dit bespreken met elkaar. Als kind heb je het recht, en misschien zelfs de plicht, om je bezorgdheid te uiten onder vier ogen. Al zijn dat geen gemakkelijke gesprekken”, weet Luc Van de Ven. “Je doet niemand kwaad door te zeggen: mama, ik ben bezorgd. Waarmee je niet zegt dat ze de relatie moet stopzetten. Dat is haar eigen keuze.”
In goede en slechte dagen
Er komt misschien een moment dat moeder dement wordt of papa naar een woon-zorgcentrum moet verhuizen. Dan moet je als kind moeilijke gesprekken voeren met de partner van je ouder. Ouderenpsycholoog Luc Van de Ven: “Misschien vind jij dat de nieuwe vriendin van je vader te vaak op stap gaat met vriendinnen en je dementerende vader te veel alleen thuis zit. Moet die vriendin inbinden of moet er meer zorg aan huis komen? Dan kom je al snel bij de vraag: wie mag zich met wat moeien? De vriendin wil beslissen over haar huishouden. De kinderen willen het beste voor hún pa.” Als er wederzijdse acceptatie is en respect, dan kan er doorgaans snel gepraat worden over wat nu goed is voor vader. Is dit niet het geval, dan dreigt de zorgbehoevende ouder het slachtoffer te worden. “Als er chronische zorg nodig is, dan is in elke familie een gesprek daarover obligaat. In het Universitair psychiatrisch centrum hebben wij de gewoonte om na de diagnose dementie sowieso de familie uit te nodigen voor een gesprek. Al was het maar om te peilen of mensen met elkaar kunnen praten of niet. Of er een positieve betrokkenheid is voor elkaar en of er rekening wordt gehouden met de bezorgdheden van iedereen, ook die van de nieuwe partner. Mijn ervaring is dat dit bij klassieke gezinnen, afhankelijk van hun geschiedenis samen, al complex kan zijn. Bij nieuw samengestelde gezinnen is het door de band genomen niet gemakkelijker.”
Voorkeur voor een latrelatie
Steeds meer vijftigplussers kiezen ervoor om niet meer samen te wonen en gaan een latrelatie aan. Bij een bevraging van datingwebsite Parship in 2012, zei zes op de tien vijftigplussers die op zoek zijn naar een nieuwe partner, het liefst een latrelatie te beginnen. “Voor volwassen kinderen geeft dit toch een andere invulling aan de nieuwe relatie van hun ouder. Het is neutraler. Het geeft de indruk minder bindend te zijn, minder serieus”, zegt ouderenpsycholoog Luc Van de Ven. “Door sommige kinderen wordt een latrelatie makkelijker geaccepteerd. Die relatie dringt ook minder binnen in het privéleven van de kinderen. Als je je ouder gaat bezoeken, zit je niet automatisch op het terrein van de nieuwe partner.”
Wanneer een van beide partners dan zorg nodig heeft of wanneer hij minder mobiel wordt, komt er best overleg tussen de partner én de kinderen, langs beide kanten. “In het ideale geval speelt zoon- of dochterlief chauffeur zodat de twee geliefden elkaar nog kunnen ontmoeten. Dat gebeurt zeker, maar in sommige families ligt dat gevoelig.”
Nathalie (45) nu mijn moeder ziek is, kunnen haar partner en ik beter bij elkaar terecht
Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 19 was. Mijn vader ging redelijk snel met zijn nieuwe vriendin samenwonen. Ik herinner me niet dat ik het daar erg moeilijk mee had. Ik denk dat ik het lastiger vond om mijn vader te zien samenleven met haar jongere kinderen. Mijn moeder is lang alleen gebleven. Toen ze haar huidige vriend leerde kennen, was ik blij voor haar. Ik ging samenwonen, kreeg kinderen; zij maakte haar nieuwe leven. Iedereen gelukkig. Het contact met de intussen niet meer zo nieuwe partners van mijn ouders verliep altijd vlot – zo voel ik het toch aan. Het zijn twee prachtige mensen die ik graag ben gaan zien.
Nu mijn moeder ziek is, moet ik wel een nieuw evenwicht zoeken in mijn relatie tot haar partner. Waar het vroeger eerder vrijblijvend was, moeten we nu soms moeilijke gesprekken voeren over de manier waarop we mijn mama zo goed mogelijk kunnen opvangen. Dat is zoeken, maar ik heb het gevoel dat we steeds beter bij elkaar terecht kunnen. Ik ben vooral bezorgd dat ik niet op tijd zal merken dat hij meer ondersteuning nodig heeft. Wanneer je ouders nog samen zijn, spring je als volwassen kind misschien sneller spontaan bij hen binnen. Dat heb ik jarenlang niet gedaan omdat iedereen druk bezig was zijn eigen weg te gaan. Het is een drempel waar ik nu over moet.
Lieve (63) ik mis mijn zoon, maar ik heb mijn nieuwe relatie niet stopgezet
“Ik wou al scheiden van mijn ex-man toen mijn enige zoon 14 was. Hij had vriendjes die na een scheiding om de week moesten verhuizen en dat zag hij niet zitten. Ik begreep dat en ben bij mijn man gebleven in de hoop dat onze relatie toch nog zou beteren. Mijn zoon en ik hadden een hele sterke band. Na een huwelijk van 34 jaar – mijn zoon was intussen het huis uit en had een dochtertje van twee maanden oud – besloot ik toch weg te gaan. Ik durfde het in eerste instantie niet aan mijn zoon vertellen. Het is mijn schoondochter die hem op de hoogte heeft gebracht van mijn beslissing. Zijn reactie was nogal koeltjes, maar we hadden geregeld contact omdat ik één dag in de week op mijn kleindochter pas. Tot ik mijn nieuwe partner ontmoette. Hij is een oude kennis die ik na mijn scheiding beter heb leren kennen. Het klikte en toen ik voelde dat we samen verder wilden gaan, heb ik mijn zoon verteld van onze beginnende relatie. Het eerste wat hij zei is dat die man nooit een voet in zijn huis mocht zetten. Ik was verstomd, maar dacht dat het wel goed zou komen. Je moeder samen zien met een andere man dan je vader, is wellicht niet gemakkelijk. Maar het is niet goed gekomen. Mijn zoon komt nooit meer langs. Mijn schoondochter en kleindochter zie ik wel nog, al wil ik niet dat zij ruzie hebben met mijn zoon om mij.
Ik heb nooit overwogen om mijn nieuwe relatie stop te zetten, hoe hard ik mijn kind ook mis. Hij heeft zijn leven en ik heb recht op het mijne. Hoewel mijn ex geen slechte man was, besef ik nu pas hoe ánders een relatie kan zijn. Mijn vriend en ik kunnen goed praten, hebben dezelfde interesses. Ik had nooit gedacht dat ik op 63 nog zo gelukkig kon zijn en nieuwe dingen ontdekken. We wonen intussen samen en hebben een appartement gekocht. Ik kan alleen maar hopen dat mijn zoon het ooit aanvaardt. Of dat hij op z’n minst openstaat voor een gesprek, zodat ik weet waarom hij het er zo moeilijk mee heeft.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier