Ontspullen is niet altijd zaligmakend
Nogal wat mensen hebben lak aan minimalisme en stouwen hun woning vol met spullen. Waar komt die behoefte vandaan? En vanaf wanneer is er sprake van probleemgedrag?
Een koffiekopje met een stukje af? Dat wil je toch bij-houden, want het was een heel mooi kopje. En het maakt deel uit van je trouwservies, dat kan je niet over je hart krijgen om dat weg te doen. Die inbussleutels die standaard bij elk zelf te monteren meubel zitten en waar je er al massa’s van heb? Die bewaar je, want ze kunnen altijd van pas komen! En die oude schoolrap-porten die op zolder stof liggen te vergaren? Dat zijn herinneringen, die gooi je zeker niet weg!
Als je al wel eens een poging hebt ondernomen om stevig op te ruimen en je jezelf – tot op zekere hoogte – herkent in de situaties hierboven, behoor je hoogstwaarschijnlijk tot dat deel van de bevolking dat geneigd is om dingen te vergaren. In tijden waarin een clean en sober interieur hot is, kan deze gewoonte op almaar minder bijval rekenen. Maar is ze daarom problematisch?
“Meestal niet”, sust dokter Caroline Depuydt, diensthoofd psychia- trie (Fond’Roy ziekenhuis, Brussel). “Het is zelfs vrij normaal, ook al houdt lang niet iedereen alles bij. Aan de ene kant heb je de pathologische weggooiers, aan de andere kant de pathologische hamsteraars. Maar de overgrote meerderheid van de bevolking bevindt zich ergens tussen beide uitersten van het spectrum: sommigen houden ervan nu en dan eens grondig op te ruimen en te ontspullen, anderen omringen zich graag met allerlei hebbedingetjes.”
Bijhouden werkt geruststellend
Blijft de vraag waarom sommigen zo gesteld zijn op een goed gevuld interieur. “Bijna alle dagdagelijkse gedrag is bedoeld om jezelf gerust te stellen”, legt de psychiater uit. “Spullen bijhouden is daar geen uitzondering op. Er zijn mensen bij wie dat kalmerend werkt. Er is de functionele kant van de zaak: je houdt dingen bij omdat je denkt die vroeg of laat nodig te hebben. De gedachte dat je ze in een onverwachte situatie in huis hebt, stelt je gerust. Je wordt daarin gesterkt door het feit dat je weleens iets hebt weggegooid dat jaren tot niets had gediend, maar dat je toevallig enkele weken later uit de nood had kunnen helpen.” En ook al zijn zulke situaties zeldzaam en absoluut niet representatief – volgens professionele opruimcoaches gebruik je 80% van de voorwerpen die je bezit zelden of nooit -, het volstaat dat het één keer gebeurt en je bent zo weer op weg om brol te vergaren voor het geval dat.
Vaak hou je spullen bij onder het mom van dat kan later nog dienen.
Daarnaast hebben tal van voorwerpen ook een sentimentele waarde: ze herinneren je aan een plek, een persoon, een gebeurtenis... Ook die spullen bijhouden werkt geruststellend, omdat ze herinneringen oproepen waar je aan verknocht bent. “Neem nu de objecten die van generatie op generatie worden doorgegeven. Er ontstaat rond die voorwerpen een hele cultus. Ze hebben een geschiedenis, vertellen een verhaal, geven je het gevoel bij een bepaalde groep te horen. En we hebben nu eenmaal allemaal nood aan verbondenheid. Nostalgie is gezond – althans tot op zekere hoogte – en voorwerpen kunnen daar soms bij helpen.”
3 oefeningen om van je rommel af te raken
Opruimcoach Fabienne Goubille reikt drie vrij eenvoudige oefeningen aan om je spullen te rangschikken volgens het belang dat je eraan hecht en zo toch minimaal te ontspullen.
Oefening 1. Stel dat er brand uitbreekt in je huis en je hebt tien minuten om een aantal zaken te redden. Welke spullen sleep je dan inderhaast naar buiten?
Oefening 2. De rest van je inboedel is in vlammen opgegaan, maar de verzekering komt tussenbeide. Wat schaf je dan meteen aan?
Oefening 3. Raak je er bij sommige dingen niet uit of je er aan gehecht bent en of ze ooit nog van pas zullen komen? Stop ze dan in een overgangsdoos. Laat zes maanden verstrijken en stel jezelf, voor je de doos weer open maakt, twee vragen.
Eén. Weet ik nog wat er in de doos zit? Spullen die je vergeten bent en je zes maanden lang niet hebt gemist, mag je wellicht weggooien/wegschenken/verkopen.
Twee. Ben ik echt gehecht aan de voorwerpen die ik me wel herinner, vermits ik zes maanden niet de behoefte heb gevoeld om ernaar te kijken?
Minimalisme is niet aan iedereen besteed
De psychiater tempert dus enigszins het minimalistische interieur dat vandaag als een must naar voren wordt geschoven en de boventoon voert. “Sommigen voelen zich veel beter in een clean en sober huis, dat klopt, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Zo’n interieur is niet zaligmakend. Het is niet iedereen gegeven om afscheid te nemen van kleren, schoenen, snuisterijen. En zeg nu zelf: dat minimalisme is eigenlijk ook wat steriel, het voelt minder doorleefd. Ergens lijkt er in zo’n interieur net iets minder mogelijk.”
Geen paniek dus als jij toevallig een hamsteraar bent. Daar is niets ongezonds of problematisch aan, zolang het maar niet de spuigaten uitloopt. Want bij 2 tot 3% van de bevolking wordt de drang om spullen bij te houden pathologisch. Er is dan sprake van een verzamelstoornis: objecten oppotten wordt een obsessie.
Deze dwangmatige neiging om spullen bij te houden overvalt je niet plots, maar komt geleidelijk. Waardoor je je er zelf niet altijd van bewust bent of blijft ontkennen dat er een probleem is. Tot je uiteindelijk dingen begint te vergaren die almaar minder zin hebben, zoals kranten of verpakkingen. Een objectieve maatstaf om te weten of je verzamelwoede problematisch is, is wanneer ze praktische of gezondheidsproblemen begint te veroorzaken. Als je huis zo volgestouwd raakt dat je nog amper beweegruimte hebt en/of schoonmaken almaar moeilijker wordt, moet je op je hoede zijn, te meer daar er door het opgehoopte stof ook hygiëne- en ademhalingsproblemen op de loer liggen.
“Je kan ook polsen bij je entourage. Of je kan analyseren hoe je reageert wanneer je een voorwerp moet weggooien”, aldus nog dokter Depuydt. “Ga bijvoorbeeld voor je kleerkast staan en beeld je in dat een derde ervan weg moet. Voel je paniek opkomen bij de gedachte dat je een selectie moet maken? Kom je voortdurend met excuses om (bijna) niets te moeten weggooien? Hou je onder tal van voorwendsels alles bij wat door je handen passeert? Dan is er misschien toch wel sprake van overdreven verzamelwoede.”
In dat geval kan het nuttig zijn om te ontspullen. Technieken uit de home organizing – de kunst om je huis op te ruimen en alles wat overbodig is de deur te wijzen – kunnen daarbij helpen.
Help, ik moet verhuizen!
Maar ook een niet-problematische of niet-pathologische drang om spullen te bewaren kan soms tot lastige keuzes leiden. “Ik omring me graag met allerhande snuisterijen”, vertelt Françoise met trillende stem. Zij wordt in december 68 en heeft lange tijd in een groot huis vol familiesouvenirs, oude foto’s en goedgevulde oude kleerkasten gewoond. “Drie jaar geleden heb ik de knoop moeten doorhakken en ben ik moeten verhuizen naar een appartement. Ik moest dus afscheid nemen van meubels die al generaties lang familiebezit waren. Alleen al erover praten, bezorgt me hartzeer: ik had – en heb nog altijd – de indruk dat ik mijn familie heb verraden, dat ik er niet in geslaagd ben het familie-erfgoed te vrijwaren.”
Als je verhuist, moet je soms verscheurende keuzes maken.
Kleiner gaan wonen is een situatie die al bij al vrij vaak voorkomt. In dat geval is het zaak pal achter je eigen keuzes te staan en afscheid te nemen van alles wat je niet langer kan bijhouden. “Als je de doorgeefgedachte belangrijk vindt, kan je al spullen schenken aan je kinderen, kleinkinderen of aan een organisatie die ze kan gebruiken of waar ze tot hun recht zullen komen, zoals een museum of vereniging”, oppert de psychiater. “Maar trek voldoende tijd uit om bewust te kiezen. Wil je souvenirs uit je kinderjaren bewaren, doe dat dan gewoon, ook al lijkt het geen rationele keuze. Maar je zal er wel in moeten berusten dat je bepaalde voorwerpen toch vaarwel zal moeten zeggen.”
Voel je dus zeker niet verplicht om te kiezen voor een sober, strak en rationeel interieur. Want of orde in huis ook rust in het hoofd brengt, is een vraag die ieder voor zich moet beantwoorden. Bij sommigen wel, bij anderen absoluut niet!
Als er maar genoeg wc-papier is
Dat hamsteren geruststellend werkt, is nog maar eens gebleken tijdens de pandemie en recenter de oorlog in Oekraïne. Plots stak de angst voor schaarste de kop op. De rekken in de supermarkten werden leeggeplunderd door ongeruste klanten die zoveel mogelijk voorraad wilden inslaan, waardoor tekorten ontstonden. Het is ons overlevingsinstinct, ons reptielenbrein dat ons aanzet tot dergelijk gedrag. Om de angst de baas te blijven gaan we ons irrationeel gedragen. “Dat verklaart ook de stormloop op wc-papier”, licht dokter Depuydt toe. “Het is geruststellender om goederen op te potten die veel ruimte innemen en dus goed zichtbaar zijn, dan om een voorraad aan te leggen van spullen die belangrijk, maar minder omvangrijk zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier