Sandwichvrouwen moeten vaker aan zichzelf denken!
Ze werken én runnen het huishouden, springen de kinderen bij, vangen de kleinkinderen op, helpen hun bejaarde ouders,... Misschien moeten ze eens ophouden superwoman te spelen.
Gemangeld worden tussen verschillende generaties, dat is de sociologische realiteit waarmee 48- tot 65-jarigen te maken krijgen. Ze zijn al grootouder, maar hebben ook nog hun eigen ouders die zorg vragen. En omdat ze vaak uit een klein gezin komen, kunnen deze babyboomers voor die zorg niet altijd op de solidariteit van broers en zussen rekenen.
Vooral van vrouwen wordt veel gevergd! Deze eerste generatie feministen heeft vaak een job met een eigen huishouden gecombineerd of doet dat nog steeds. En ook als ze de pensioenleeftijd bereikt hebben, wordt van hen verwacht dat ze op alle fronten actief blijven. “Deze vrouwen zijn opgegroeid met de idee dat ze moeten goochelen met hun tijd en dat zoiets volstrekt normaal is!”, klinkt het bij Anne Jaumotte, projectverantwoordelijke bij de Franstalige seniorenbeweging Enéo. “En vaak wordt het nog erger wanneer ze niet meer werken of werkloos zijn, want dan gaat iedereen ervan uit dat ze toch niets anders te doen hebben. Terwijl je, wanneer je met pensioen bent, eindelijk naar wat tijd voor jezelf verlangt.”
Mede door stress zien we dat de evolutie van de levensverwachting van vrouwen voor het eerst in de geschiedenis sputtert.
De sandwichgeneratie wordt geacht alles aan te kunnen. Maar uit recente gegevens blijkt dat vrouwen voor die tomeloze inzet in alle domeinen van het leven in werkelijkheid een zware tol betalen. In Europa verdampt het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen stilaan. In 2014 is de levensverwachting bij Belgische mannen met 228 dagen toegenomen (tot 78,56 jaar), die van vrouwen met slechts 215 dagen (tot 83,50 jaar). Voor het eerst in onze geschiedenis moeten we vaststellen dat de evolutie van de levensverwachting van vrouwen sputtert! Boosdoeners zijn vooral de hart- en vaatziekten, momenteel de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen, nog voor kanker. En ook al is deze evolutie deels het gevolgd van meer roken en drinken, toch speelt ook stress – die deze verslavingen in de hand werkt – een doorslaggevende rol.
“Wat ik voor de ene doe, moet ik ook voor de andere doen”
Onvoldoende kinderopvang, de schooluren die niet overeenstemmen met de werkuren, dure crèches: er zijn redenen genoeg om de grootouders in te schakelen. En het klopt dat die soms blij zijn dat ze kunnen helpen. In het begin, althans. “Toen mijn oudste dochter haar eerste kind kreeg, vroeg ze me of ik het drie dagen per week kon opvangen. Ik moet toegeven dat ik dat in het begin best leuk vond. Het was zo lang geleden dat ik nog een kleintje had bemoederd. Maar een maand later kondigde de vriendin van mijn zoon aan dat ze zwanger was. Plots had ik er twee voor de prijs van één! Vandaag vang ik vier kleinkinderen op en is nummer vijf onderweg. En ik voel me een beetje verplicht om voor de ene te doen wat ik voor de andere doe”, legt Vinciane (65) uit. Ze is vol lof over haar man – ook hij is heel erg met zijn kleinkinderen bezig -, maar geeft toch toe dat zij de gezinsagenda beheert, de vakanties plant, voor het eten zorgt, enz. “Ik had me mijn pensioen enigszins anders voorgesteld. Maar ik zie me nog niet zo gauw tegen mijn kinderen zeggen dat ik de kleintjes niet meer van school kan halen omdat ik naar de yogales moet. Ze zouden nogal raar opkijken”, geeft Vinciane toe. Sinds een jaar laat ze zich op woensdagnamiddag helpen door een kinderoppas – “dan zijn al mijn kleinkinderen er tegelijk”. En die kosten betaalt ze zelf. “Ik nam het initiatief. Ik kan mijn kinderen dan toch moeilijk vragen om te betalen”, vindt ze.
Soms gaat er achter die betrokkenheid bij de opvoeding van de kleinkinderen een complexere dynamiek schuil: sommige grootouders behouden zo (onbewust) de grip op hun eigen kinderen. “Op een bepaald moment moet je het kleintje centraal stellen en je afvragen of zo’n ukkepuk er echt mee gebaat is dat hij vaker bij de grootouders is dan bij zijn eigen ouders”, luidt het advies van Anne Jaumotte. Dat geldt ook voor volwassen kinderen die door omstandigheden tijdelijk weer bij hun ouders intrekken (de boemeranggeneratie). Je moet de realiteit onder ogen durven zien: op termijn veroorzaakt zo’n situatie spanningen. “Men heeft het dan over de clubsandwichgeneratie! Er komt nog een derde laagje bij”, legt Anne Jaumotte uit.
Het is toch normaal dat je helpt!
Tal van babyboomers vangen niet alleen hun kleinkinderen op, ze zorgen ook voor hun eigen, niet meer zo zelfredzame ouders. Of voor hun eigen hulpbehoevende partner... Dat handje toesteken wordt soms een heuse dagtaak. “Die kan oplopen tot wel 20 uur per week. En het probleem is dat deze vrouwen al dat geredder volkomen normaal vinden. Ze zijn er zich niet van bewust dat ze eigenlijk mantelzorgers zijn! Pas wanneer ze echt té diep gaan, beseffen ze waar ze mee bezig zijn”, stipt Anne Jaumotte aan. Van alle kanten wordt een beroep op hen gedaan, waardoor sommige vrouwen een burn-out of een depressie krijgen. Ze voelen dat ze fysiek of materieel niet langer in staat zijn al die rollen te vervullen. “Je mag niet vergeten dat zestigers zelf een dagje ouder worden! Het ritme van toen ze nog werkten en bruisten van energie, kan met de jaren heel zwaar gaan wegen”, aldus nog Anne Jaumotte.
Sandwichvrouwen denken vaak dat ze al die taken alleen aan kunnen. Maar dat is een illusie.
Michèle Bister is psychologe en leidt een praatgroep voor mantelzorgers in Namen. Ze ontmoet er heel wat vrouwen die totaal op zijn. “Ook het isolement is een probleem. Deze vrouwen zijn de hele tijd druk bezig en tegelijk zien ze niemand meer. Zich twee uur per maand vrijmaken om naar een praatgroep als deze te komen, is soms al erg moeilijk. Ze moeten niet alleen opboksen tegen het oordeel van hun omgeving – familie, buren -, maar ook tegen hun eigen schuldgevoelens”, legt ze uit. Nochtans kan mensen ontmoeten die in dezelfde situatie zitten erg veel deugd doen. “Ze worden er zich van bewust dat ze niet de enige zijn die – met recht en rede – droevig, moe, opstandig zijn.”
Hulp vragen mag!
Je naasten willen helpen is uiteraard menselijk en lovenswaardig. Maar denken dat je al die taken in je eentje aankunt, is een illusie. “Je moet hulp zoeken, in plaats van zelf de spil te willen zijn van alle hulp. Zoiets gaat niet zonder plannen en organiseren, maar uiteindelijk win je er bij”, vindt Anne Jaumotte. Die hulp kan van buitenaf komen: de sociale dienst van je gemeente of je ziekenfonds kan je helpen de juiste ondersteuning te vinden. Praatgroepen voor mantelzorgers geven je de kans om te herbronnen, maar ook respijtzorg waarbij een team van vrijwilligers de zorg voor je zieke familielid van je overneemt, zodat jij even kunt uitblazen. “Mantelzorgers moeten ook een beroep durven doen op de solidariteit van hun familie, zussen en broers. Niet alleen dochters kunnen voor hun ouders zorgen! En ook tegen je kinderen moet je eerlijk durven zijn. Vaak is er nog een tweede paar grootouders met wie je de taken kunt delen. En ook de opa’s kunnen inspringen”, aldus nog Anne Jaumotte. Beter een gemengde sla dan een sandwich die op de maag blijft liggen!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier