Tom Boonen: ‘Er gaat niets boven de koers’
Precies drie jaar geleden reed voormalig wereldkampioen Tom Boonen (39) zijn laatste koers. Hoe ziet zijn leven er vandaag uit en welke plek heeft de fiets daar in? Plus Magazine mocht op gesprek.
We ontmoeten Tom Boonen in de tv-studio’s van de VRT. Zijn programma ‘Tom Fietst’ is op dit moment te zien op Eén. Nee, het is geen comeback. De sympathieke ex-wielrenner zocht in verschillende landen mensen op wiens leven erop vooruitgaat dankzij de fiets.
Het begin van een televisiecarrière?
Tom Boonen: Er zijn intussen nog vragen gekomen. Over dit programma heb ik toch een jaar getwijfeld. Want dan koos ik er bewust voor opnieuw in de media te komen. En ik wist niet goed of ik dat wel wou. Bovendien moest ik een ander aspect van mezelf laten zien, terwijl ik mij vroeger kon beperken tot afgebakende interviews over de koers. Dat was een hele stap.
Hebben de fietsprojecten je geïnspireerd?
Cycling without Age is een project in Kopenhagen waarbij vrijwilligers bewoners van een zorgtehuis in een riksja rondfietsen. Daar wil ik graag in België mijn schouders onder zetten. Mijn grootvader zit in het rusthuis. Wanneer ik hem bezoek, staat de televisie soms loeihard en kan je niet praten. Ik heb ervaren dat wanneer je met mensen in de buitenlucht gaat, ze wel vertellen. Cycling without Age wil graag internationaal actief worden.
Je bent nu drie jaar met wielerpensioen. Hoe belangrijk is de fiets nog in jouw leven?
De fiets blijft toch iets waar ik nood aan heb. Ik mountainbike heel graag. Ik fiets nog ongeveer één keer in de week, daarnaast doe ik aan fitness en lopen. Ik heb sport nodig. Al sport ik nu meestal maar 5 tot 6 uur per week. Vroeger was dat tot 30 uur. Voor mijn wielerpensioen heb ik een elektrische fiets gekregen van de mannen van de ploeg en van Philippe Gilbert, die een fietswinkel heeft. Ik dacht: wat moet ik daar in hemelsnaam mee doen? Maar dat is geweldig leuk! Je gaat snel zonder dat je zweet en je kan makkelijk parkeren. Ik heb eigenlijk geen elektrisch exemplaar nodig. Ik kan perfect gewoon fietsen, maar weet je, ik heb op dit moment niet eens een gewone fiets.
Kan een fiets voor jou ook een transportmiddel zijn?
Voor mij is de fiets natuurlijk 20 jaar lang een competitiemiddel geweest. Nu kan ik ook genieten van een rustig tochtje. En ja, mijn elektrische fiets is ook een transportmiddel. Zonder veel moeite haalt hij 40 km per uur. Ik heb gekoerst, dus voor mij is die snelheid normaal, ik kan makkelijk situaties inschatten aan 40 tot 45km per uur. Maar voor veel mensen is dat gevaarlijk. Er moet dus dringend iets gebeuren aan de infrastructuur en de wetgeving. En aan de mentaliteit. Vlaanderen is een echte wielernatie. Maar we zien de fiets nog te veel als een vrijetijdsmiddel. Veel zondagse wielertoeristen stappen op maandag weer in hun auto. Terwijl in Nederland bijvoorbeeld, de fiets prominent aanwezig is in het straatbeeld. Of in Kopenhagen, daar zie je haast alleen fietsen, terwijl het weer er nog slechter is dan hier. Zo’n mentaliteitsverandering zou veel zaken oplossen. De auto is prominent aanwezig in onze maatschappij, maar dat model botst tegen zijn limieten.
Je hoofdactiviteit is nu autosport. Vallen de liefde voor de fiets en de auto wel met elkaar te rijmen?
Weet je, bijna al mijn collega’s in de autosport zijn fietsfanaten. En al mijn collega’s uit de wielersport zijn geïnteresseerd in auto’s. Al van kindsbeen af hou ik zeer veel van mechaniek, of het nu om fietsen of sportauto’s gaat. Met een snelle wagen de straat op: die fase ligt intussen achter mij. Maar racen is veel meer dan alleen maar gas geven en snel rijden. Ik ben trouwens heel blij dat ik mij op de autosport heb kunnen storten. Want ik kan mij niet voorstellen dat ik sportief doelloos door het leven zou gaan. Ik ben nu volledig gefocust op de autosport en ben daar ook ambitieus in. Mijn doel is de 24 uur van Le Mans rijden.
Het lijkt bijzonder gevaarlijk.
Eigenlijk is racen veel minder gevaarlijk dan wielrennen. Er is de snelheid. Maar de veiligheidsmaatregelen zijn veel groter. Op de fiets heb je enkel een helm, maar die volstaat niet altijd. Ik heb zelf een schedelbreuk opgelopen. Als je met de fiets aan 40 km per uur valt, heb je meestal wel iets gebroken. Met de racewagen kreeg ik tot nu toe één ongeluk en daar heb ik zelfs geen blauwe plek aan overgehouden. Een echte racewagen is qua structuur ook niet vergelijkbaar met een gewone auto.
Het is wel een vervuilende sport.
Op dit moment is de autoracerij een ontwikkelingsplatform. Met elektrische en hybride wagens is men gestart in het racecircuit. Er kunnen veel zaken getest en ontwikkeld worden die later op gewone auto’s worden toegepast. De vervuilende factor van een autorace wordt zwaar overschat. Mijn team is CO2-neutraal. Onze vervuiling compenseren we. Da’s voor mij erg belangrijk. Ik heb op sportief gebied twee grote liefdes in mijn leven: toen ik koerste, volgde ik de autosport. Nu ik aan autosport doe, volg ik de koers. Maar de fiets is toch mijn grootste liefde.
Wanneer wist je dat?
Tussen mijn 15 en 17. Ik besef dat het zeldzaam is dat je op die leeftijd een duidelijke missie hebt in je leven. De meeste mensen weten op hun 25 nog niet wat ze gaan doen. Maar je moet anderzijds wel stoppen op een leeftijd waarop je capabel bent om verder te gaan. Op de leeftijd waarop de meeste mensen pas echt carrière maken. Heel onnatuurlijk.
Je mist het professionele wielrennen.
Ik heb er vrede mee dat ik gestopt ben, maar ik zou liegen als ik zou zeggen dat ik het niet mis. Vooral de wedstrijden. Al de rest zou ik willen overslaan: trainen in de regen en in de kou, de druk van de pers. Enkel koersen zou ik onmiddellijk opnieuw doen. Ik ben een competitiebeest. Ik rij écht graag een koers. Begrijp mij niet verkeerd. Ik zit niet thuis te kniezen. Ik mis gewoon de wielersport. Ik kan perfect morgen een job uitoefenen in de wielerwereld, maar daar heb ik geen zin in.
Ik ben er trouwens achter gekomen dat ik best geniet van gewoon rustig thuis zijn. Ik was ook bang dat ik het hectische leven – veel reizen – ging missen. Maar dat is niet het geval. Trouwens met het autoracen ben ik ook vaak weg. Al is de autosport toch anders. Ik kan te weinig aan competitie doen. Als wielrenner reed ik 85 koersen per jaar en trainde ik elke dag. Nu race ik 13 tot 14 weekends per jaar. Er zal nooit nog iets zijn wat de koers overtreft! Maar dat moet ook niet.
Op welke manier volg je de wedstrijden?
Het is nu een hele mooie periode. Ik volg de wielerwedstrijden intenser dan vroeger. Toen ik er zelf in zat, had ik nooit echt de beleving van een klassieker. Op het ogenblik dat je een wedstrijd rijdt, probeer je je focus zo klein mogelijk te maken en niet te denken: ik ben hier de Ronde van Vlaanderen aan het rijden. Je fixeert je heel erg op jezelf. Nu kijk ik totaal anders. Ik zie meer het geheel. Liefst van al volg ik de wedstrijden thuis. Ik ben de Ronde van Vlaanderen twee keer op locatie gaan bekijken. Maar dat vond ik niks, al die mensen die mij aanspraken. Ik wou gewoon de koers zien.
Klampen mensen je nog vaak aan?
Ach, eigenlijk viel het altijd wel mee. Buiten de koers kan ik makkelijk de straat op. Maar bekendheid is bijzaak. Ik had het liefst gewoon gefietst zonder bijbehorende roem.
Dus het gewone leven bevalt je.
Ik heb mij perfect aangepast. En daar ben ik zeer trots op, maar er is wel altijd een leegte. Het is moeilijk ergens dezelfde voldoening uit te halen als uit het wielrennen. Het wielerleven is supersimpel. Je hebt één doel. Iedereen weet dat, iedereen gedraagt zich daar ook naar. Je krijgt geen vragen in de trant van ‘wil je mee dit of dat doen?’ Nee, want Tom moet rijden of rusten. Alles was heel eenvoudig. Er waren de trainingen en in de namiddag kon ik zonder schuldgevoel in de zetel gaan liggen, want dat rusten hoort erbij. Ik moest gewoon voor mezelf zorgen en maken dat de prestaties er waren. En ik kreeg er bovendien erg veel voor terug. Want je kan erg voldaan uit zo’n koers stappen, met het meest tevreden gevoel dat je je kan inbeelden. Ik heb topsport trouwens nooit als hard ervaren. Er is competitie voor die paar plekjes aan de top, maar die strijd is leuk. Het is een spel en je maakt dat zo erg als je zelf wil.
Is dat jouw levensfilosofie?
O, ik heb heel veel levensfilosofieën. Mijn favoriete is: na veel gezwoeg en hard labeur bereikt de slak de ark. Je moet werken om ergens te geraken.
Geef je die mee aan je kinderen? Hoop je dat ze aan topsport gaan doen?
De tweeling is pas vijf, dus het is een beetje vroeg. Jacqueline pakt af en toe een tennisracket vast. Dus wie weet? Ons Valentine is nog niet echt met iets bezig. Met dansles zijn ze gestopt want ze moesten te veel luisteren. Elke zaterdagochtend ga ik met ze zwemmen. Dat vinden ze wel heel leuk. Ze mogen zeker topsport doen wat mij betreft. Graag zelfs!
Tom fietst. Nog tot 8/4, elke woensdag op Eén.
Tom Boonen
15/10/1980, Geboren in Mol
2002-2017
Profwielrenner
Wordt o.a Wereldkampioen, 2 x Belgisch kampioen, 3 x winnaar van de Ronde van Vlaanderen
Privé
- Partner van Lore Van de Weyer
- Vader van Jacqueline en Valentine
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier