Vandeurzen stapt af van programmatienormen voor woonzorgcentra
Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen stapt af van de huidige programmatienormen voor woonzorgcentra. Die zijn sterk verouderd en niet wetenschappelijk, zei hij dinsdag in het Vlaams parlement. Vandeurzen werkt aan een nieuw instrument, dat rekening houdt met meer parameters.
Programmatienormen zijn de normen die Vlaanderen zichzelf oplegt om toekomstige behoeften, bijvoorbeeld in woonzorgcentra, in te kunnen schatten. Volgens de huidige normen ligt dat cijfer op 100.000 nieuwe bedden tegen 2022. Maar die cijfers zijn hopeloos verouderd, legt het kabinet van minister Vandeurzen uit. “De prognoses dateren van 1998 en zijn dus 20 jaar oud. Afspraak was om die cijfers om de vijf jaar te actualiseren, maar dat is nooit gebeurd”, klinkt het daar.
Bovendien zijn de criteria waarop de programmatienormen gebaseerd zijn ook niet meer van deze tijd, vult de minister aan. “Die zijn enkel gebaseerd op demografische gegevens, en houden geen rekening met economische, maatschappelijke evoluties en gaan uit van een gelijkblijvend beleid.” De minister wijst erop dat meer mensen nu langer thuis kunnen blijven wonen en dat de verblijfsduur in de woonzorgcentra daalt.
Behoeftenmonitoring
Vandeurzen stapt nu van het instrument af, antwoordde hij dinsdagmiddag in de commissie Welzijn van het Vlaams parlement op een vraag van partijgenote Griet Coppé. “De handhaving van de huidige programmatiecijfers, enkel en alleen gebaseerd op demografische gegevens, zou – gezien de vele ontwikkelingen – getuigen van een zeer kortzichtige en gedateerde wijze van beleidsvoering”, stelt hij.
De minister werkt momenteel aan een nieuw instrument, het ‘behoeftenmonitoringmodel’, dat binnen het kader van de Vlaamse sociale bescherming valt. Dat instrument zal rekening houden met de demografische evoluties, maar ook met de zorgzwaarte en andere sociale en maatschappelijke factoren. De overheid zal in de toekomst aan de hand van dat model simulaties kunnen uitvoeren. Er moet volgens Vandeurzen dan bijzondere aandacht gaan naar de kust, omdat die het sterkst veroudert en de ouderen er vaak niet gedomicilieerd zijn.
Wachtlijsten worden korter
In afwachting baseert Welzijn zich nu op cijfers van het Federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg KCE, omdat dat “het enige wetenschappelijk gefundeerde onderzoek” is. Het KCE gaf aan dat Vlaanderen tussen 2011 en 2025 24.300 extra woongelegenheden bij moeten komen bij gelijkblijvend beleid. Het totaal aantal woongelegenheden zou dan uitkomen op iets meer dan 90.000.
Het kabinet-Vandeurzen wijst er ook op dat de wachtlijsten stilaan lijken op te lossen: het kabinet krijgt bijvoorbeeld geen klachten meer over wachtlijsten voor personen met een zware zorgvraag, ook niet bij de Woonzorglijn. Wel zijn er nog wachtlijsten bij de woonzorgcentra die de beste prijs- kwaliteitsverhouding aanbieden, en ook regionaal kunnen er nog grote verschillen zijn en blijken kandidaat-bewoners zich op meerdere lijsten in te schrijven.