Voor u getest: rijden met een elektrische auto
Aan elektrische wagens blijven vooroordelen als onhandig, lelijk en raar kleven. Adjectieven die haaks staan op het blits imago van een merk als BMW, dat nochtans ook een elektrische auto opnam in zijn gamma. Dàt moeten we dus zien! En voelen...
In mijn studentenjaren mocht ik wel eens meerijden in een van de elektrische wagentjes die toen aan mijn alma mater uitgebreid bestudeerd werden door de ingenieurs. Het waren blauwe koekendozen, die hoewel ze eerder gezapig bolden en absoluut niet sexy oogden, moeiteloos parkeerden op onooglijke plekjes en zich makkelijk lieten volstapelen met in- en aankopen. Bovendien ontbrak het niet aan belangstelling en rare blikken van voorbijgangers voor de blauwe bakjes en hun inhoud: is er iets dat rebelse studenten leuker vinden?
De studentenjaren liggen al een paar decennia achter mij en die blauwe monstertjes. Alleen draait dat vooral heel erg goed uit voor die elektrische autootjes, die er een pak mooier en interessanter op zijn geworden. Na het gestage succes van de eerste golf hybride auto’s, die benzine en elektriciteit combineerden, sprongen zowat alle automerken op die markt. En nu gebeurt dus hetzelfde met de puur elektrische wagens. BMW wachtte vrij lang met die eerste hybride, misschien daarom dat ze nu vrij snel met de i3 kwamen aanzetten.
Test
Liefde op het eerste gezicht is het niet van mijn kant. De i3 is onmiskenbaar een BMW, maar daar heb ik sowieso niet echt iets mee. Het is ontegensprekelijk een stadswagentje en dat is ook niet echt een segment waar ik wild van word. Oké, dit is dus een milieuvriendelijk klein stadswagentje en al is die dan wel minder lelijk dan dat geval uit mijn studententijd: echt mooi kan je hem niet noemen.
Maar dan blijkt dat mijn oma gelijk had toen ze zei van nooit zomaar op het uiterlijk af te gaan. Zodra de deur opengaat, klapt ook mijn hart al een beetje open. De achterste portieren van de i3 draaien open vanuit de voorste, zodat meteen de hele binnenkant zich ontsluit als je ze opent. Dat is een leuke verrassing!
Yesss!
We houden de niet oncomfortabele, maar wel voor in- en uitstappen nogal onhandige achterbank voor bekeken en proberen de passagierszetel uit. Comfortabel, maar toch zitten we meteen op het puntje van die stoel om het dashboard uitgebreid te bekijken en te betasten. Want in tegenstelling tot het spuuglelijke namaakhout en/of tot plasticlook verknoeide echt hout dat in de meeste luxewagens gebruikt wordt, is dit écht. Bamboe blijkt het bij navraag. Gekozen omdat het de snelst groeiende houtsoort ter wereld is en BMW de milieuvriendelijkheid niet tot de aandrijving wilde beperken. Ook de kunststof waarmee de rest van het interieur afgewerkt is, blijkt milieuvriendelijk en en passant vernemen we dat de BMW-fabriek in Leipzig – waar de i3’s het levenslicht zien – ook enorm milieuvriendelijk werkt.
Tijd om dan toch eens van dat aangenaam aanvoelende bamboe af te blijven en achter het stuur te gaan zitten. Het is even wennen aan het feit dat je de i3 helemaal anders bedient dan een doorsnee wagen. Het heeft iets van een spelconsole, dat ding bij mijn rechterhand dat zich laat bedienen door draaien en klikken. En natuurlijk is de goede oude handrem allang naar de prehistorie verbannen (niet zo in mijn Fred Flintstone wagen thuis!). Maar eenmaal in gang glijdt de i3 heerlijk weg. Bijna geruisloos, zoals alle wagens op elektriciteit. Dat je er optioneel een geluid kan laten opzetten, vertelde Pieter van BMW zonet nog. “Voor als je het beu bent dat voetgangers je niet horen aankomen”, legde hij uit toen hij mijn verbaasde blik zag. Komaan zeg, zo’n i3 is toch de kusttram niet?
Traploos plezier
Van voetgangers hebben we sowieso geen last meer als ik de autosnelweg opdraai. En ik dénk zelfs niet meer aan hen als ik moeiteloos, zonder schokken of de minste hapering aanzienlijk versnel om in te voegen. Vooral bij de minst sterk gemotoriseerde traditionele automaten voel je nog wel eens waar de versnellingstrappen liggen, maar dat heb je dus totaal niet bij deze i3. Logisch natuurlijk, want hij heeft die trappen gewoon niet, maar toch: leuk! Verder blijkt het stadswagentje ook op de snelweg zijn mannetje te staan, hij moet qua vinnigheid niet onderdoen voor de poenerige BMW-broertjes waarmee we de weg delen. We krijgen er plezier in, maar kijken toch een beetje ongerust naar de verklikker die aangeeft hoeveel ‘brandstof’ we nog hebben. Genoeg om ons doel te halen, zo blijkt, maar als we beginnen te spelen met de airco vallen die beschikbare kilometers snel weg. Het blijkt echt véél uit te maken of je voor de Comfort, Eco of Eco+-modus kiest. Dat brengt ons bij het grote bezwaar tegen elektrische wagens: de beperkte actieradius. Vooral een Belgisch probleem, zo blijkt. In ons landje staan evenveel oplaadpalen als Amsterdam er op haar eentje telt: werk aan de winkel!
Epiloog
Het is een beetje met tegenzin dat ik de i3 achterlaat: dit is echt meer een auto voor mij dan ik aanvankelijk dacht. Voor zowel stadsverkeer als verplaatsingen binnen de 30 km, enkel een buitenlandse reis lijkt me hiermee onmogelijk. Nog één bezwaartje dan maar en dat is de kleine koffer. Tenminste dàt had dat blauwe monster voor op deze schoonheid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier