Waarom we nood hebben aan carnaval!
Carnaval van Binche gaat ook in 2022 niet door. Doen de pandemie en de vele polemieken rond racisme en seksisme carnaval en andere volksfeesten de das om? Of reikt het belang ervan veel verder?
Van Aalst over Binche tot de Oostkantons, overal kijken carnavalisten elk jaar rond februari uit naar carnaval. Een jaar lang tellen ze af naar de dag waarop het allemaal weer begint. Uitbundige emoties die niet-ingewijden moeilijk kunnen vatten. “Het lijkt wel of er dan iets in de lucht hangt dat bezit van je neemt”, getuigt Pierre Joie (48), een Gille van Binche. “Door het trommelgeroffel en het masker hoor en zie je niet veel, maar de eerste blik die je uitwisselt met de andere Gilles is magisch.” Helaas zet covid dit ritueel al twee jaar onder druk. Ook dit jaar geen Aalst carnaval.
Voor trouwe carnavalisten is dit een drama. Voor hen is carnaval veel meer dan een volksfeest. “Ik vind het trouwens pejoratief om carnaval folklore te noemen, alsof het enkel gaat om het reproduceren van tradities uit het verleden”, zegt Françoise Lempereur, docent immaterieel erfgoed, universiteit van Luik. “Carnaval, kermissen, stoeten en processies zijn veel meer dan dat. Ze zijn immaterieel maar levend erfgoed, dat van generatie op generatie wordt overgedragen en een wezenlijk onderdeel is van onze geschiedenis. Het is identitair, maar dan in positieve zin. Carnaval is een samenspel van waarden die de identiteit van een gemeenschap mee helpen vormen. Waarden als trots, trouw, gemeenschapszin,... die je probeert over te dragen op je kinderen.”
Voor niet-ingewijden blijft die geestdrift vaak moeilijk te vatten. “Neem nu de Gilles: waarom zou je een met stro gevuld pak aantrekken, op pijnlijke klompen rondlopen en sinaasappels gooien?”, vraagt Françoise Lempereur. “Voor een buitenstaander heeft dit geen zin. Maar voor de Gilles zelf is het een mystieke beleving, een geloofsovertuiging, iets superbelangrijks. Ze zijn geen Gilles voor zichzelf, maar voor en samen met de gemeenschap. Eén zijn met de anderen, erbij horen.”
Opgaan in de groep
Het gevoel erbij te horen is essentieel, want de mens is bovenal een sociaal dier. “Van bij de geboorte zijn we gemaakt om in groep te leven, niet alleen”, aldus Jessica Morton, psychologie-onderzoekster, UCLouvain. “Op groepsevenementen waar je helemaal op dezelfde lijn zit als de anderen – een folkloristisch gebeuren, een popconcert, een voetbalwedstrijd, een politieke meeting – versmelt je als individu met de groep, net als een school vissen of een vlucht wilde ganzen. Dat blijkt uit onderzoek.” Het zorgt ook voor een sterke gemoedsrust. Voor even ben je geen individu meer, je gaat op in de gemeenschap, al je zorgen verdwijnen naar de achtergrond. Dat geeft een enorme boost, je zit beter in je vel, je voelt respect, zelfvertrouwen en een grote sociale verbondenheid.
Om dit te bereiken is levend erfgoed bijzonder efficiënt. “Is het je al opgevallen hoeveel trommelaars je in een carnavalsstoet ziet?”, merkt de psychologe op. “Hun ritme maakt het de aanwezigen – deelnemers én publiek – makkelijk om zich met elkaar te verbinden. Zij die zeggen dat ze folklore haten, zijn meestal mensen die schrik hebben om hun zelfcontrole te verliezen, meegesleurd te worden door de groep.”
Lopend onderzoek lijkt er zelfs op te wijzen dat massa-evenementen als carnaval, kermissen, processies en andere stoeten een meerwaarde zijn voor de volksgezondheid en de sociale cohesie. Toch worden ze in deze woke-tijden vaak scheef bekeken. Niet zelden worden ze afgedaan als vulgair, kitscherig, of als weinig inclusief, seksistisch, racistisch. Niet altijd ten onrechte: vrouwen spelen er vaak een ondergeschikte rol en soms dragen de stoeten negatieve of stereotiepe beelden van ‘de andere’ uit. Denk onder meer aan de joodse karikaturen op Aalst carnaval 2019 en 2020.
“Zulke polemieken hoeven op zich geen probleem te zijn”, meent Françoise Lempereur. “Immaterieel erfgoed is niet star: het is een levend gebeuren. Het moet vooral verbindend blijven, zich kunnen aanpassen aan de tijdsgeest, de omgeving. Deze polemieken gaan folklore niet de nek omwringen, maar haar doen evolueren. Dat is een goede zaak. Kijk maar hoe het uiterlijk van Zwarte Piet de jongste jaren veranderd is. Zwarte Piet blijft een geliefd personage, maar is anders geworden. En in Binche komen nu ook de vrouwen van de Gilles op straat op Vette Maandag (lundi gras).”
Iedereen moet wel bereid zijn zijn overtuiging te laten evolueren. “Dat is vandaag de grote moeilijkheid. Confrontatie lijkt eerder de regel. Er is geen genuanceerde positie meer tussen zij die voor en zij die tegen folklore zijn. Sommigen zoeken resoluut ruzie.” Volgens de erfgoedspecialiste dreigt er bovendien nog een gevaar: de popularisering van levend erfgoed. “Sommigen willen er een show van maken zonder inhoud, waar enkel het feestgedruis en de commercie tellen. Maar zo verdwijnen de waarden en sociale verbondenheid die deze evenementen creëren.”
De covid-pandemie zal uiteindelijk maar een randfenomeen blijven, een kleine pauze zonder verdere gevolgen. “In deze moeilijke periode hebben heel wat mensen trouwens een alternatief gevonden om deels de traditie in ere te houden en tegelijk de coronaregels na te leven”, merkt Françoise Lempereur nog op. “Covid heeft niets uitgehold. Integendeel zelfs. Eens het rijk der vrijheid volledig is teruggekeerd en alles weer toegelaten wordt, zal de emotie tien keer zo groot zijn!”
Koppensnijder Gert Schatteman “Een groot stuk van ons sociaal leven”
Als kind ging ik altijd naar de stoet kijken. Op mijn 18de heb ik samen met vrienden een carnavalsgroep opgericht. Nu ben ik actief bij De Zwiejtzoel’n. Carnaval is een stuk van mijn cultuur, van mijn stad Aalst, het zit in mijn bloed. Het betekent kunnen lachen met alles, je gedacht zeggen op een ludieke manier. Al denken we sinds de hetze rond de jodenkarikaturen wel meer na over wat we tonen. Het is jammer dat er nu spots op ons gericht staan die alles wat we doen uitvergroten. Als koppensnijder ben ik het jaar door met carnaval bezig. Ik ontwerp mee de wagen, teken de karikaturen, werk ze uit in 3D. Aan een wagen werk je als één grote familie, het is een groot deel van ons sociaal leven. Het verenigingsleven boert achteruit, maar niet in Aalst, dankzij carnaval. Dat het weer niet doorgaat, is erg. Je hebt dat feest nodig om trots te tonen waar je een jaar samen aan gewerkt hebt. In de Academie voor Carnavalskunsten geef ik mijn ervaring door aan iedereen die geïnteresseerd is. Sculpturen, kostuums, de wagen maken, houdt veel techniek in, dat wordt soms onderschat. Ik wil zo het ambacht in leven houden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier