Wie herinnert zich nog dat gênante moment?
Het is ons allemaal al eens overkomen: dat moment waarop je in de grond zinkt van schaamte na een gênante uitspraak of een pijnlijke situatie. En het schaamtegevoel dat je blijft achtervolgen. Maar dat spotlighteffect, waardoor je denkt dat alle blikken voortdurend op je gericht zijn, klopt niet.
Je zit tegenover een belangrijke klant en merkt dat er een vlek op je bloes zit. Je wandelt door de stad en constateert plots dat je gulp openstaat en je die onmogelijk discreet kunt dichtritsen. Je wil troostend uit de hoek komen, maar je slaat de bal compleet mis. Of je struikelt en gaat midden in een druk winkelcentrum letterlijk op je bek.
We hebben het allemaal al wel eens meegemaakt. Het zijn momenten waarop je je eenzaam voelt en door de grond zinkt van schaamte. “Geen prettig gevoel, maar volkomen normaal”, sust Vincent Yzerbyt, professor sociale psychologie aan de UCL, gespecialiseerd in sociale perceptie en relaties tussen groepen. “We focussen heel sterk op alles wat met ons persoontje te maken heeft en denken dat anderen dat ook doen. Als we iets zeggen of doen dat uit de toon valt, zijn we er stellig van overtuigd dat dit iedereen rondom ons is opgevallen en nadien blijvend zal worden herinnerd. Maar dat klopt helemaal niet: uit studies is gebleken dat de meeste omstaanders doorgaans helemaal niets hebben gemerkt.”
We worden voortdurend heen en weer geslingerd tussen de drang om ons te onderscheiden van de massa en het verlangen om te zijn zoals iedereen.
Deze inschattingsfout – men spreekt ook wel van een cognitieve bias – heeft een naam: het spotlighteffect. In gezelschap hebben we voortdurend de indruk dat we in de schijnwerpers staan en dat anderen ons nauwlettend in de gaten houden. En dus hechten we buitensporig veel belang aan onze eigen woorden en daden. Een gevoel dat sterker wordt zodra we ietwat afwijken van de norm. “Dit mechanisme stelt ons in staat om te functioneren in de maatschappij, het herinnert er ons aan dat er normen zijn. We worden namelijk voortdurend heen en weer geslingerd tussen de drang om ons te onderscheiden van de massa en het verlangen om te zijn zoals iedereen. Het spotlighteffect bezorgt ons een onbehaaglijk gevoel wanneer we té hard opvallen en helpt ons te kiezen voor de gulden middenweg.”
Het internet, een web van blunders?
Het gebeurt zelden, maar soms blijft een flater mensen hun hele leven achtervolgen, vooral als het voorval uitermate ongewoon is en/of massaal wordt gedeeld. Een trend die – nu smartphones, camera’s en sociale media overal zijn – in stijgende lijn gaat, zou je denken. “Het zijn inderdaad tools die ervoor kunnen zorgen dat blunders minder vaak onopgemerkt blijven”, bevestigt Vincent Yzerbyt. “Maar tenzij je een publieke figuur bent – een politicus of een celebrity – blijft het toch een randverschijnsel.” Het internet mag dan al bulken van de filmpjes over valpartijen en andere bloopers, je moet die dingen in hun context zien: elke dag worden miljoenen flaters begaan en al leven we in een tijd waarin ook informatie globaliseert, slechts een fractie ervan belandt uiteindelijk op het internet. Verhoudingsgewijs is de kans dus klein dat de hele wereld te zien krijgt welke bok je hebt geschoten. “En zelfs dan is het zaak om die negatieve spiraal te doorbreken”, nuanceert Vincent Yzerbyt. “Neem een voorbeeld aan beroemdheden: die gebruiken hun flaters als handelsmerk. Ze geven blijk van gevoel voor humor en doen daar hun voordeel mee. Waarom zou jij, net als bij jiujitsu, je zwakheid niet ombuigen in kracht, en tonen dat je prettig gestoord bent?”
Alles gaat voorbij
Uiteraard blijven niet al onze flaters onopgemerkt. Niets zo vernederend dan te merken dat de anderen meesmuilend lachen of een veelbetekenende blik uitwisselen. Laat ze maar lachen, zou je kunnen denken, maar zo’n flater zorgt voor een moment van verlegenheid, dat wel een eeuwigheid lijkt te duren. Toch hoef je je geen zorgen te maken: tenzij dat gênante moment echt heel ongewoon is, verdwijnt het snel en zonder gevolgen naar de achtergrond. “De anderen letten echt niet méér op jou dan jij op hen”, stelt Vincent Yzerbyt gerust. “Beeld je in dat iemand valt zonder veel erg of dat iemand per ongeluk iets heel stoms zegt. De persoon in kwestie zal zich wellicht diep schamen, maar zeg nu zelf: hoelang is dat voorval je bijgebleven? Zelf weet ik nog heel goed dat ik op mijn twaalfde een keer plat op mijn buik ben gegaan op een podium, maar ik denk niet dat een van mijn kameraden van toen zich daar nog iets van herinnert.”
Beter nog: een pijnlijke situatie kan anderen zelfs soms positief stemmen. “Uit een experiment is gebleken dat een kandidaat die tijdens een sollicitatiegesprek zijn kop koffie omgooide, op meer sympathie kon rekenen dan te rigide of te gladde sollicitanten. Net door die kleine onhandigheid kwam deze kandidaat veel menselijker over bij de rekruteerders. Met andere woorden: de anderen kijken veel welwillender en begripvoller naar jou, dan jij naar jezelf.”
Als de schaamte toch aanhoudt
De meeste van je blunders worden door derden nauwelijks opgemerkt. Of ze zijn snel vergeten. Rest enkel nog jezelf daarvan te overtuigen. “Het is volkomen normaal dat je de eerste uren of dagen na een gênant moment aan niets anders kunt denken: jeetje, hoe pijnlijk, hoe dom moet ik er wel niet hebben uitgezien! Het is ook normaal dat je nu en dan aan dat voorval terugdenkt”, weet de professor. “Problematisch wordt het als je eindeloos blijft piekeren over wat er is gebeurd en je niet in staat bent het voorval te relativeren of het van je af te zetten. Net zoals bij een cognitieve bias, kunnen ook sommige schaamtegevoelens pathologisch worden. Je krijgt dan angstgevoelens of een sociale fobie en je gaat de eventuele gevolgen van je flater compleet overschatten.”
Dan kan het nuttig zijn om in psychotherapie te gaan en zal een behandeling heel vaak vruchten afwerpen. “Zelf kreeg ik al patiënten over de vloer die ervan overtuigd waren dat bepaalde dingen die ze hadden gedaan, enorme proporties hadden aangenomen”, bevestigt Marilyn Merlo, een psychologe gespecialiseerd in psychotherapie. “Vaak hebben ze een verkeerde kijk op het voorval: ze hebben het gevoel dat de anderen een oordeel over hen hebben geveld, terwijl ze eigenlijk zichzelf aan het beoordelen zijn.”
Psychotherapie is dan vooral gericht op het herstellen van het zelfbeeld. “Als je beseft dat je waardevol bent als mens, zal je minder belang hechten aan wat anderen denken”, licht de psychologe toe. Nadien is het zaak om beetje bij beetje de confrontatie met de realiteit aan te gaan. “Je moet terug naar de plaats van het voorval, je moet de anderen durven vragen wat ze toen dachten, enz. Door die confrontatie zal je inzien dat de anderen veel minder hard oordelen dan je dacht en kan je eindelijk ophouden met vechten tegen het verleden. Als je het van je af kunt zetten, verdwijnt ook het schuldgevoel.” En slaag je erin – waarom ook niet? – om eens goed om die blunder te lachen!
Zo overleef je een pijnlijk voorval
- Relativeer! Ook al is flateren op het moment zelf beschamend, weet dat je veel strenger bent voor jezelf dan anderen voor jou. In de overgrote meerderheid van de gevallen heeft je blunder geen gevolgen, wordt hij zelfs niet opgemerkt. En ook al reageren mensen op het moment zelf spottend of afkeurend, het incident verdwijnt even snel weer naar de achtergrond.
- Ga de confrontatie aan met de realiteit. Denk je dat de anderen altijd de spot met je zullen blijven drijven en zullen blijven lachen om je miskleun? Dat is normaal, maar het klopt niet. Het heeft geen zin om de plaats van het voorval voor eeuwig te mijden of het contact met mensen die er getuige van waren te verbreken. Door er met hen over te praten en klaarheid te scheppen, help je eventuele misverstanden de wereld uit. Je zal tot het besef komen dat die wereld is blijven draaien en je op veel meer medeleven kan rekenen dan spot.
- Die zeldzame keer dat een blunder toch blijft hangen, moet je ermee leren leven: buig die zwakheid om in kracht. Bewijs dat je gevoel voor humor hebt en leer erom lachen. Je moet je flater niet tot elke prijs willen verbergen, want dan dreig je net het omgekeerde te bereiken.
- Het is normaal dat je er af en toe aan terugdenkt, net zoals het normaal is dat die gênante situatie soms nog een keer ter sprake komt. Daar is niks mis mee. Problematisch wordt het als je voortdurend over dat pijnlijke moment blijft tobben. Aarzel in dat geval niet om een psycholoog te raadplegen. “Psychotherapie helpt om kortetermijndoelstellingen vast te leggen en om stappen te zetten die je op eigen initiatief nooit zou nemen”, legt Marilyn Merlo uit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier