Zij bleven bewust kinderloos
Het bleef lang stil rond dit thema, maar vandaag verschijnen verschillende boeken over vijftigplussers en vrouwen van nu die er bewust voor kozen om kinderloos te blijven. Een onderwerp dat taboe blijft in een maatschappij die kinderen verheerlijkt.
Millennials die er bewust voor kiezen om geen kinderen op de wereld te zetten durven daar vandaag voor uitkomen. Al stuit hun gekozen levenspad nog op veel onbegrip. Maar vrouwen – en koppels – kunnen sinds de jaren ’60, met de komst van de pil, veel makkelijker aan geboortebeperking doen en dus kiezen voor nul kinderen. Wat sommigen ook deden. Toch hoor je hun stem veel minder. Het viel ook Lisette Schuitemaker, 64 en zelf kinderloos, op. Zij brengt op 8 maart – Internationale Vrouwendag – haar boek Gelukkig zonder kinderen. Mensen wereldwijd over hun keus en hun leven uit. “De aanleiding voor mijn boek was een lang gesprek met een aantal vrouwen met en zonder kinderen. Het viel ons op dat je hier wel eens over praat als je 20 of 30 jaar bent, op het moment dat je vruchtbaar bent. Maar daarna heb je het er eigenlijk nooit meer over. Ik realiseerde me dat ik van vrienden die geen kinderen hebben niet wist hoe dat nu precies zat. We hadden daar nooit over gesproken, terwijl het zo’n levensdefiniërend gegeven is.”
Lisette Schuitemaker: “Mijn moeder vond me een moeilijk meisje en dacht dat als ik zou trouwen en kinderen krijgen, het wel goed zou komen.
Wij-generatie
“Vroeger was dit onderwerp zeker taboe”, weet relatietherapeut en seksuoloog Sybille Vanweehaeghe. “Babyboomers zijn opgevoed vanuit een solidariteitsgevoel. Het gevoel dat iedereen het goed mag hebben en dat welvaart gedeeld moet worden, dus ook met kinderen. Deze wijgeneratie stelde kinderen krijgen amper in vraag. En wie geen kinderen wou, werd beschouwd als egoïstisch: hoe kan het dat je je moeder geen kleinkinderen gunt. Millennials vinden het normaal om te kiezen voor hun geluk en als daar geen kinderen bij horen, is dat zo.” De zeldzame babyboomers die ervoor uitkwamen geen kinderen te willen, deden dat vaak omdat ze een erfelijke ziekte hadden of vanuit een soort trauma. Omdat ze zelf geen gelukkige jeugd hadden gekend en dit scenario niet wilden herhalen. En er waren ook toen al mensen zo begaan met het milieu en de overbevolking dat ze liever geen kinderen op deze wereld zetten. “De jaren ’70, dat was ook de tijd van de dolle mina’s, militante feministen die opkwamen voor gelijkheid van mannen en vrouwen. Sommige vrouwen lieten zich steriliseren als statement. Om aan te tonen dat zij een vrouw waren, een persoon, en geen lijf dat kinderen moet baren. Maar dat was toch een heel kleine minderheid”, herinnert Sybille Vanweehaeghe zich.
Bizar gelukkig
Ook Lisette Schuitemaker was absoluut geen militante vrouw die opkwam voor een leven zonder kinderen. “Er was geen moment waarop ik bewust die beslissing genomen heb. Ik heb gaandeweg ontdekt dat kinderen niet op mijn levenspad lagen. Ik ben de oudste dochter en vond dat niet zo’n makkelijke rol. Mijn moeder was huisvrouw, ik zag mijn vader elke dag de deur uitgaan en zijn leven op kantoor leek me veel boeiender dan het huishouden doen. Mijn moeder vond mij een moeilijk meisje en dacht dat als ik zou trouwen en kinderen krijgen, het wel goed zou komen. Ik heb hard geprobeerd om mijn moeder te plezieren, maar dat lukte niet echt. Ik ben zelfs verloofd geweest. Tot ik droomde dat ik voor het altaar stond en ‘nee’ zei. Ik kreeg steeds meer signalen dat dit niet mijn bestemming was. Tegen de tijd dat mijn vriendinnen trouwden, een huis kochten en baby’s kregen, verhuisde ik naar Amsterdam en startte ik mijn eigen bedrijf. Hoe meer ik van dat conventionele pad af ging, hoe beter ik me voelde.”
Voor haar boek hield Lisette Schuitemaker een enquête bij 700 mensen in 30 verschillende landen. De respondenten bleken, vergeleken met andere groepen mensen, ‘bizar gelukkig’. “Mensen zonder kinderen zien als voornaamste voordeel de vrijheid. Ze hebben het gevoel hun leven in eigen handen te kunnen nemen en een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij op de manier die zij zelf willen. Mensen zonder kinderen hebben de flexibiliteit om te wonen waar ze willen, ze doen aan vrijwilligerswerk, hebben hobby’s,... Ze kunnen hun leven aanpassen aan de ontwikkeling in zichzelf. Met kinderen moet je je leven toch heel lang in het teken zetten van de ontwikkeling van je kroost.”
Druk van de maatschappij
‘En wanneer beginnen jullie aan kinderen?’ Het is – nog steeds – een klassieke vraag die koppels van rond de dertig geregeld geacht worden te beantwoorden. Ondanks het feit dat een behoorlijk aandeel mensen gewild of ongewild kinderloos is, blijft een gezin met kinderen de norm. Lisette Schuitemaker: “Uit mijn onderzoek blijkt dat mensen die bewust de keuze voor een leven zonder kinderen maken, van huis uit al onconventionele mensen zijn. Ze zijn dat visje dat tegen de school inzwemt. Soms geeft dat je het gevoel dat je alleen staat, maar het geeft anderzijds ook een zekere kracht omdat je gehoor geeft aan wat binnenin je zit en niet wat schijnbaar van je verwacht wordt.”
Wat Lisette Schuitemaker wel verbaast, is dat werkelijk iedereen uit haar onderzoek steeds met dezelfde drie vragen geconfronteerd wordt: vind je het niet egoïstisch van jezelf, zal je er later geen spijt van krijgen en wie zal je komen opzoeken als je oud bent? “Een vrouw uit India maakte zich een tijdlang heel erg boos om die vragen. Tot ze het eens aankaartte bij haar ouders en besefte dat zij met hun vragen vooral wilden aangeven dat ze bezorgd waren om wat er met haar zou gebeuren als zij er niet meer zijn. Die vragen mogen best gesteld worden, als ze tot een open gesprek leiden en niet als verwijten klinken.”
Toegewijd
Maakt zij zich soms zorgen over de toekomst? Over een eenzame oude dag? “Ikzelf maak me daar geen zorgen over, wellicht deels omdat ik een partner heb. Ik kan mezelf ook heel goed bezighouden als ik alleen ben. En ik hoop dat ik geëngageerd genoeg blijf zodat er ook later nog mensen bij mij op bezoek komen. Ik heb wel mensen gesproken – veelal alleenstaanden – die daar wakker van liggen. Soms zijn ze bang voor eenzaamheid, soms gaat het om heel praktische zaken zoals ‘wie gaat mijn administratie doen als ik alzheimer krijg?'”
Uit het doctoraatsonderzoek van socioloog Leen Heylen naar de risicofactoren voor sociale en emotionele eenzaamheid bij ouderen, blijkt dat nooit gehuwde ouderen een goed uitgebouwd sociaal leven hebben, wat bescherming biedt tegen eenzaamheid. Anderzijds blijkt de relatie tussen ouders en hun volwassen kinderen een van de meest betrouwbare binnen het netwerk van ouderen. De kans dat vriendschapsbanden afnemen door ziekte of overlijden is reëel, waardoor kinderloze ouderen volgens het onderzoek meer risico lopen op eenzaamheid. “Dit is een veronderstelling”, geeft dr. Leen Heylen nog mee. “Op basis van de data die we hadden, kunnen we niet achterhalen of kinderloze ouderen kinderen missen.” En wat met ouderen die wel kinderen hebben, maar hen nooit of amper zien? Zou hun eenzaamheid niet dieper snijden dan bij iemand die sowieso geen kinderen heeft?
Het viel Lisette Schuitemaker tijdens haar gesprekken met mensen zonder kinderen trouwens op hoe toegewijd zij zijn: aan vrienden, aan een goede zaak, aan hun werk, maar ook aan kinderen van anderen. “Heel vaak zijn ze een extra volwassene in het leven van kinderen die niet van hen zijn. Iemand die geen agenda heeft met het kind, maar het probeert te zien zoals het is, zonder de wederzijdse projecties die er vaak wel zijn tussen ouders en hun kinderen. Zelf ben ik heel blij dat mijn broers en zus kinderen hebben. Ik ben een erg actieve tante. Liefde heeft meer te doen in de wereld dan zich enkel te focussen op de eigen kinderen.”
Perfectionistisch
Het aandeel mensen dat geen kinderen wil, blijft in Vlaanderen al jaren stabiel rond 7% schommelen. Een recent onderzoek van de Vrije Universiteit Brussel concludeert echter dat 13% van de Belgische millennials (tussen 25-35 jaar) liever geen kinderen wil. Onderzoeker Petrus Ter Braak: “We merken dat vooral mensen die laagopgeleid zijn, een minder goede sociaaleconomische positie bekleden, een slechtere gezondheid hebben en geen partner hebben, minder vaak een kind wensen. Dat doet ons concluderen dat het ontbreken van een kinderwens niet zozeer voortkomt uit een vrije keuze, maar eerder het gevolg is van minder gunstige omstandigheden. Als die beter zouden zijn, zouden ze misschien een andere keuze maken.”
Feit is dat de jongeren vandaag veel bewuster nadenken over de vraag of ze wel of geen kinderen willen. Al kan je je afvragen of de beslissing om geen kinderen te hebben altijd het gevolg is van een vrije keuze. “Ik merk in mijn praktijk dat er veel meer angst bestaat over het krijgen van een kind”, merkt Sybille Vanweehaeghe op. “Veel koppels leren elkaar pas op latere leeftijd kennen. Als single maak je makkelijker overuren en concentreer je je op je carrière. Dat wordt zo’n automatisme dat er zelfs weinig plaats is voor een relatie. Als je dan toch iemand leert kennen en die is net als jij op het werk gericht, dan is de keuze snel gemaakt om kinderloos te blijven. De huidige generaties denken vaker dat kinderen hun hele leven overhoop zullen halen. Natuurlijk verandert een kind je leven, maar dat hoeft niet zo drastisch te zijn. Sommigen staan zelfs stil bij de mogelijkheid dat ze een huilbaby zouden kunnen krijgen. Of ze vragen zich af: ga ik dat wel goed doen, een kind opvoeden? Die vragen stelden wij ons niet, terwijl dat perfectionisme nu fel aanwezig is. De keuze om geen kinderen te krijgen gebeurt nu misschien soms vanuit een irrationele angst.”
Lisette Schuitemaker verwijst naar de Japanse maatschappij. “Daar werkt dat idee om perfect te moeten zijn zo verlammend dat de bevolkingsaanwas negatief is. Heel veel mensen zijn bang voor de andere sekse en bang voor seks. Ze hebben soms geen enkele relatie gehad voor hun dertigste of veertigste. Ze blijven vaak kinderloos, maar in dat geval lijken ze me niet ‘bizar gelukkig’.”
Gelukkig zonder kinderen. Mensen wereldwijd over hun keus en leven — Lisette Schuitemaker — Spectrum — 12,99 euro — isbn 9789000365432 — Vanaf 8 maart
Bestaat het moederinstinct?
Een vrouw die zegt geen kinderen te willen, krijgt niet zelden de tegenwerping dat haar moederinstinct nog wel van zich zal laten horen, of dat haar biologische klok nog wel zal beginnen tikken. Maar bestaat er zoiets als een aangeboren moederinstinct?
“Het dalend aantal kinderen is een merkwaardig biologisch gegeven”, vindt bioloog en wetenschapsjournalist Dirk Draulans. “Tot 50 jaar geleden hadden we niet veel keuze. Vrouwen waren ofwel zwanger, ofwel zogend. Of ze waren onvruchtbaar. Dat we nu door efficiënte anticonceptie het krijgen van kinderen kunnen uitstellen en zelfs uitsluiten is heel antibiologisch. Het is een geweldig bewijs dat basisbiologie het kan afleggen ten voordele van cultuur. Er is geen enkele indicatie dat er biologie zit achter de keuze om geen kinderen te krijgen. Er bestaan geen genen die maken dat mensen geen kinderen willen.”
Toch voelt niet elke vrouw evenveel drang om kinderen te krijgen. “De wens om kinderen te krijgen, vertaalt zich in een klassieke gausscurve”, zegt Dirk Draulans. “Je hebt vrouwen die echt gemaakt zijn voor het moederschap en anderen die het totaal niet interesseert. De grootste groep bevindt zich ergens in het midden. Er is ook geen wetenschappelijk bewijs van een alarm dat afgaat of een biologische klok die tikt. Maar vrouwen zijn zich wel heel bewust van het feit dat het vanaf 40 jaar toch heel moeilijk wordt om nog zwanger te raken. Er zullen niet veel vrouwen zijn die nooit gedacht hebben aan kinderen krijgen. Dat moederinstinct is zo sterk. De band tussen moeder en kind is ook de krachtigste die er bestaat in de natuur. In een cultureel systeem kan die wel onderdrukt worden, maar hij is niet weg.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier