Beter horen: Oplossingen op uw maat
Gehoorproblemen kunnen een enorme domper op ons sociale leven zetten en toch blijft de drempel tot het dragen van een hoorapparaat voor vele mensen te hoog. Waarom toch, professor Vinck?
Naar schatting 10 % van de Belgen kampt met slechthorendheid, maar die groep groeit ontzettend snel aan. Vroeger doken pas rond de 30 de eerste gehoorproblemen op, nu hebben jongeren van 18 soms al last van gehoorverlies, door de grotere en meer langdurige blootstelling aan almaar luidere geluiden. “Te lang luisteren naar te luide muziek overbelast de haarcellen in het binnenoor, die daardoor veel sneller slechter gaan functioneren”, verklaart Bart Vinck, professor Audiologie aan de Gentse universiteit. “Daardoor zullen die jongeren veel sneller met gehoorverlies te kampen hebben dan de generaties voor hen, bij wie de haarcellen het gewoon door slijtage langzaam-aan laten afweten.”
Hoewel er op de weg van oorschelp naar hersens een boel kan misgaan (lees het kader over de werking van het oor, p. 50), is vooral de verminderde werking van de haarcellen de belangrijkste oorzaak van gehoorverlies. En die schade zal onomkeerbaar blijven tot in de verre toekomst ooit stamcellen succesvol tot gloednieuwe haarcellen kunnen worden omgebouwd. Tot dan zijn slechthorenden dus aangewezen op hulpmiddelen om het gehoorverlies te compenseren. “Bij mensen met heel zwaar gehoorverlies is een cochleair implantaat mogelijk, een ingeplant elektronisch toestelletje dat het geluid rechtstreeks in elektrische impulsen naar de gehoorzenuw omzet en zo de natuurlijke weg van hoorschelp naar haarcellen overbrugt. Dat geeft hen geen perfect gehoor, maar wel een enorme verbetering ervan. Veel mensen denken dat zo’n implantaat enkel bij kinderen geplaatst wordt, maar dat is niet zo. In een aantal gevallen wordt de ingreep zelfs geheel of gedeeltelijk terugbetaald.”
Schroom
Naast het implantaat is er een meer gangbare oplossing: een hoorapparaat. Maar het begrip gangbaar is relatief. Van de tien procent Belgen die een hoorapparaat zou kunnen gebruiken, schaft maar een fractie zich zo’n toestelletje aan. En bij die kleine minderheid zijn er dan nog veel mensen die het na een tijdje in de la laten liggen. Hoewel we totaal geen probleem meer hebben met een bril op onze neus, lijkt een hoorapparaat dragen nog altijd een brug te ver. Al lijkt de nieuwe generatie hoorapparaten totaal niet meer op het vleeskleurige banaantje van vroeger, toch voelen vrij veel mensen er zich nog altijd ongemakkelijk bij.
“Die schroom zit er echt ingebakken”, legt prof Vinck uit. “Er zijn diersoorten die blind zijn, maar echt élk dier heeft een gehoorfunctie, van een vlo tot een blauwe vinvis. Dat is zo primair dat het je leven hypothekeert als je niét kunt horen. De schaamte omdat je niet of niet goed kunt horen, is van alle tijden. Destijds, toen hoorapparaten nog enorm grote batterijen vereisten, werden die gecamoufleerd door een tasje bij de dames en een fototoestel bij de heren. Dat stigma is zo oud dat het er maar moeilijk uitgaat.”
Toch is schaamte niet de enige reden om af te zien van een hoorapparaat. “Nogal wat mensen denken dat een hoorapparaat identiek hetzelfde werkt als een bril: zodra je het op of in hebt, is het gehoorprobleem opgelost. Maar dat is dus niet het geval.”
Hoe zit het dan wel? “Er zijn verschillende effecten die optreden bij gehoorverlies. Een eerste is dat al het geluid stiller klinkt, alsof de volumeknop naar beneden wordt gedraaid. Een tweede effect is de vervorming van klanken, waardoor je bijvoorbeeld niet meer duidelijk het verschil tussen doof en doop kunt horen. De slechthorende kan dan door de context soms nog weten wat bedoeld wordt, maar als hij fout gokt, kunnen misverstanden ontstaan. Verder is het ook heel moeilijk om de geluiden die er echt toe doen te onderscheiden van achtergrondruis. Van mensen in de buurt die aan het praten zijn, bijvoorbeeld, van muziek of een ander achtergrondgeluid. Nu is het zo dat een hoorapparaat er voor-al op gericht is om het eerste effect te verhelpen, door geluid te versterken. De vervorming van de klanken los je daarmee niet op, en de slechte signaal/ruisverhouding ook niet. Daar een oplossing voor vinden is de grote uitdaging voor de producenten van hoorapparaten. Ze zijn er door de jaren heen in geslaagd grote verbeteringen aan te brengen, maar het resultaat is nog niet perfect. Als mensen dus verwachten dat ze, net als bij een bril, meteen weer hun oude gehoor terugkrijgen, kan dat tegenvallen. In een aantal gevallen horen ze wel dat er iets gezegd wordt, maar verstaan ze het niet. Dat is ontgoochelend en veel mensen haken daardoor af. Dat is jammer, ook al omdat je jezelf de tijd moet geven om aan zo’n hoorapparaat te wennen en ermee te leren werken.”
Moeilijk kiezen
Een realistisch verwachtingspatroon, flexibiliteit én geduld zijn dus aangewezen, maar ook de keuze van een geschikt hoor-apparaat is belangrijk. Bij een bezoek aan een hoorcentrum kan de computer op basis van een audiogram bepalen welk type hoorapparaat het meest geschikt is, maar dat advies is allesbehalve zaligmakend. “Niet alleen de puur fysieke informatie is belangrijk bij deze keuze, ook andere overwegingen horen mee te spelen, zoals de levensstijl bijvoorbeeld. Iemand die vaak vergaderingen bijwoont en naar feestjes gaat, heeft andere behoeften dan een rusthuisbewoonster die in een veel rustiger milieu leeft. Verder werken sommige toestellen met een af-standsbediening, zodat de slechthorende zelf kan kiezen welk geluid hij versterkt wil hebben. Niet iedereen is daar even handig mee, of bereid om ermee te leren werken.”
Zelf uittesten
Een typisch probleem is dat hoorapparaten soms gaan fluiten. “Dat komt omdat microfoon en versterker bij zo’n klein toestelletje dicht bij elkaar liggen en er een terugkoppeling van het geluid ontstaat. Het is heel vervelend, vooral omdat de slechthorende vaak niks merkt omdat hij zo goed als doof is voor de frequentie van dat gefluit. De omgeving wordt er daardoor echter meteen op geattendeerd dat hij een hoorapparaat draagt... Hoe meer technologie er in zo’n apparaat steekt, hoe beter dat fluiten onderdrukt wordt, maar daar hangt natuurlijk ook weer een prijskaartje aan en het bedrag dat de ziekteverzekering terugbetaalt is niet riant.”
Het wordt dus afwegen, vooral ook omdat het risico op gefluit groter wordt naarmate microfoon en ver-sterker dichter bij elkaar liggen, zodat de kleinste – dus minst zichtbare – toestelletjes er het meest last van hebben. Afwegen ook of u een analoog of een digitaal toestel wilt. “Het federaal kenniscentrum voor de gezond-heidszorg doet momenteel onderzoek naar de efficiëntie van hoorapparaten en de vraag of digitale exemplaren beter zijn dan analoge. Hoewel dat onderzoek nog niet afgerond is, blijkt nu al dat die laatste vraag niet zo eenvoudig te beantwoorden is. Analoge toestellen geven het echte signaal door, terwijl digitale kleine stukjes eruit pikken en die aan elkaar plakken. Op zich zou een analoog toestel dus beter moeten zijn, maar een digitaal toestel kan dan weer beter storende ruis uit het signaal halen. Het hangt dus van het gebruik, van het toestel én van de persoon af wat het best voor hem is. Vandaar dat het belangrijk is om verschillende soorten toestellen te testen en zelf uit te zoeken welk het meest geschikt is. De duurste oplossing is niet voor iedereen de beste!”
Naast de gehooraspecten moet u bij de keuze van een hoorapparaat ook rekening houden met praktische zaken. Sommige mensen zweren bij een toestel dat in het oor verdwijnt, andere vinden enkel een model achter de oorschelp comfortabel. Of u voor een opvallende kleur of juist discrete onzichtbaarheid kiest, hangt af van uw persoonlijke voorkeur.
Verder zijn er nog hoogtechnologische snufjes. Oplaadbare hoortoe-stellen bijvoorbeeld, waarbij de lader niet alleen uw batterijen ’s nachts weer van stroom voorziet, maar ook doet opdrogen, zodat vocht minder kans krijgt om een defect te veroorzaken. Er zijn ook hoorapparaten die via Bluetooth een draadloze verbinding tot stand brengen met uw gsm, computer of mp3, zodat ook niet-gehoorgestoorde mensen er hun voordeel kunnen mee doen. Wie bijvoorbeeld op kantoor zijn favoriete muziek wil beluisteren zonder collega’s te storen, kan daarmee vrij rondlopen zonder een noot te missen.
Dreigend isolement
Hoorapparaten zijn duur, net als de batterijtjes en ze brengen uw gehoor niet helemaal terug. Toch is het enorm belangrijk niet bij de pakken te blijven zitten en iets te ondernemen tegen gehoorverlies. “We leven in een economie die gebaseerd is op communicatie en het is niet eenvoudig om daar als gehoorgestoorde in te functioneren. Een hoorapparaat kan dus een broodnodig hulpmiddel zijn om niet geïsoleerd te geraken. We hebben hier op de universiteit eens onderzoek gedaan naar hoe mensen op een handicap reageren en daaruit bleek dat mensen al heel snel geïrriteerd worden als iemand voortdurend vraagt om iets te herhalen. Een blinde of iemand in een rolstoel kan op veel meer begrip rekenen. Vandaar dat ik het jammer vind dat hoorapparaten zo duur zijn en dat de ziekteverzekering slechts een heel beperkte som terugbetaalt.”
Voor wie bij een geconventioneerde audicien te rade gaat, bedraagt de terugbetaling via de verplichte ziekteverzekering respectievelijk 615,50 euro (voor één hoorapparaat) en 1218,32 euro (voor twee) maar sommige bijkomende ziekteverzekeringen voorzien nog een extra tegemoetkoming in het remgeld. Een hoorapparaat kunt u kopen vanaf 650 euro tot 2450 euro (er bestaan er weliswaar ook van 500 euro, maar dat zijn niet-terugbetaalde modellen). In deze prijzen is verplicht een onderhoudsgarantie inbegrepen. n
Ariane De Borger
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier