De berekening, concreet

Om onze vergelijking tussen de successierechten in de verschillende gewesten zo overzichtelijk mogelijk te maken, vertrekken we telkens van dezelfde samenstelling van de nalatenschap.

Het gaat telkens om een erfenis in de rechte lijn en tussen echtgenoten.

Paul (55 jaar) en Marie (50 jaar) zijn getrouwd onder het wettelijk stelsel. Ze hebben twee ongehuwde kinderen (+ 21 jaar). Paul overlijdt zonder een testament na te laten. De nalatenschap bestaat uit:

Actief:

n een huis dat Paul en Marie samen hebben gekocht, waarde euro 200.000

n een auto van euro 20.000

n gemeenschappelijke banktegoeden (zicht-, spaar- en effectenrekeningen) voor in totaal euro 50.000

n gemeenschappelijke meubels voor een waarde van euro 4000 .

Passief:

n euro 4000 begrafeniskosten

n openstaande facturen : euro 2000.

n Pauls deel van de hypothecaire lening voor het huis, wordt terugbetaald via de schuldsaldoverzekering.

De concrete afwikkeling

Om de nalatenschap tot na de komma te kunnen afwikkelen, moet rekening worden gehouden met het huwelijksstelsel.

n Paul en Marie uit ons voorbeeld zijn gehuwd onder het wettelijk stelsel. Hun vermogen (zie: Actief) bedraagt euro 274.000, waarvan de gemeenschappelijke schulden moeten afgetrokken worden die nog niet betaald zijn op het moment van het overlijden (zie: Passief). Blijft over: euro 274.000 – euro 2.000 = euro 272.000. De nalatenschap van Paul bedraagt de helft van dit bedrag, dus euro 136.000.

Van dit bedrag worden de begrafeniskosten afgetrokken. Blijft over: euro 132.000. Dit is de belastbare basis volgens de algemeen wettelijke regel, zoals hij nog wordt toegepast in Wallonië.

In Vlaanderen en Brussel wordt het passief op een andere manier afgetrokken (zie verder).

n Heeft Paul geen testament gemaakt, dan erft Marie het vruchtgebruik van de goederen in zijn nalatenschap. Rekening houdend met haar leeftijd, wordt de waarde van het vruchtgebruik vastgesteld op 56 %. De kinderen delen de naakte eigendom, die bijgevolg vastligt op 44 %.

De successierechten in het Vlaams Gewest

In Vlaanderen wordt de nalatenschap in de rechte lijn en tussen echtgenoten/ samenwonenden verdeeld in een roerend deel en een onroerend deel. De schulden en de begrafeniskosten worden aangerekend op het roerend deel. Kan die aftrek niet volledig van het roerend deel gebeuren, dan wordt de rest van het onroerend deel afgetrokken.

Het mechanisme van de vrijstellingen werd vervangen door een (ingewikkeld) systeem van verminderingen. Als het nettobelastbare deel van een erfgenaam in de rechte lijn of van een echtgenoot/samenwonende minder bedraagt dan euro 50.000, worden de successierechten verminderd volgens de wiskundige formule:

500 x {1 – (nettodeel/50.000)}

Marie krijgt het vruchtgebruik van de nalatenschap:

n het onroerend deel bedraagt: 200.000/2 x 56 % = euro 56.000

Hierop betaalt ze: (50.000 x 3%) + (6.000 x 9%) = euro 2.040

n het roerend deel bedraagt euro 74.000. Hier worden de gemeenschappelijke schulden van afgetrokken. Blijft over: euro 74.000 – euro 2.000 = euro 72.000/2 = euro36.000, waarvan nog de begrafeniskosten worden afgetrokken (euro 4.000). Blijft over: euro32.000

Het deel van Marie bedraagt:

euro 32.000 x 56 % = euro 17.920.

Zij betaalt: (17.920 x 3%)= euro 538

n in totaal betaalt Marie dus:

euro 2.040 + euro 538= euro 2.578.

Zij geniet geen vermindering omdat haar nettobelastbare deel meer bedraagt dan euro 50.000.

De 2 kinderen krijgen de naakte eigendom van de nalatenschap:

n het onroerend deel bedraagt: 200.000/2 x 44 % = euro 44.000, dus elk euro 22.000. Hierop betalen ze elk euro 660 successierechten (3 % op de eerste schijf ).

n het roerend deel wordt berekend net zoals voor Marie, maar de naakte eigendom van de kinderen wordt bepaald op 44 %. Dit geeft: euro 32.000 x 44 % = euro 14.080, dus elk euro 7.040. Hierop betalen ze euro 211 (3 % op de schijf tot euro 50.000).

n in totaal bedragen de successierechten van de kinderen euro 871

n vermindering . Omdat het nettobelastbare deel van de kinderen minder dan euro 50.000 bedraagt (euro 29.040), hebben ze recht op een vermindering.

Die wordt als volgt berekend:

500 x {1 – (euro 29.040/50.000)} = euro 206

Elk betaalt: euro871 – euro204 = euro 665.

De successierechten in het Brussels Gewest

Brussel is het moeilijkste gewest om de successierechten zelf te berekenen.

n De gezinswoning wordt voor de erfgenamen in rechte lijn en echtgenoten/samenwonenden belast aan een lager tarief als ze minstens 5 jaar de hoofdverblijfplaats was van de overledene.

n Deze erfgenamen genieten een vrijstelling van euro15.000, proportioneel verdeeld over het huis en de andere goederen

n Het passief wordt aangerekend: eerst op een eventuele KMO, dan op het onroerend deel dat belast wordt aan een voordelig tarief en daarna op alle andere goederen.

Paul had al meer dan 5 jaar het huis als hoofdverblijfplaats. Marie en de kinderen genieten dus een verlaagd tarief op het huis. De nalatenschap wordt opgedeeld in een onroerend deel (euro 200.000/2 = euro 100.000) en een roerend deel (euro 74.000/2 = euro 37.000).

Marie erft het vruchtgebruik van

het onroerend deel : euro 95.000 (euro100.000 – schulden aan te rekenen op het onroerend deel) x 56% = euro 53.200

het roerend deel: 37.000 x 56% = euro20.720. Totaal: euro 73.920.

De vrijstelling wordt proportioneel verdeeld over het onroerend (15.000 x 53.200/ 73.920 = euro10.795) en het roerend deel (15.000 x 20.720/73.920 = euro 4.205).

Vrijstelling en belasting

Marie betaalt:

op het onroerend deel:

(50,000 x 2%) + (3,200 x 5,3%) =

1.000 + 170 = euro 1.170

Belasting na aanrekening vrijstelling: 1.170 – (10.795 x 2%) = 1.170 – 216 = euro954

op het roerend deel: het tarief is dat van de schijf voor de totale nalatenschap (roerend + onroerend), in dit geval 8%. Dus: 20.720 x 8% = euro 1.658

Belasting na aanrekening vrijstelling:

1.658 – (4.205 x 3%) = euro1.532

Totale belasting voor Marie:

954 + 1.532 = euro2.486.

De 2 kinderen krijgen elk:

onroerend deel:

95.000/2 x 44% = euro20.900

roerend deel: 37.000/2 x 44% = euro8.140

De vrijstelling wordt aangerekend op:

het onroerend deel:

15.000 x 20.900/29.040 = euro10.795

het roerend deel:

15.000 x 8.140/29.040 = euro4.205

Vrijstelling en belasting

de kinderen betalen:

op het onroerend deel:

20.900 x 2% = euro418 . Na vrijstelling:

418 – (10.795 x 2%) = euro202

op het roerend deel:

8.140 x 3% = euro244

Belasting na aanrekening vrijstelling:

244 – (4.205 x 3%) = euro118

Elk kind betaalt: 202 + 118 = euro320.

Successierechten in het Waals Gewest

In het Waals Gewest wordt er geen opdeling gemaakt tussen het roerend en het onroerend deel van de nalatenschap, zoals in Vlaanderen en Wallonië.

Marie erft euro 132.000 x 56 % (vruchtgebruik) = euro 73.920

Als langstlevende echtgenote geniet zij een vrijstelling van de eerste schijf van euro 12.500. Omdat haar netto deel niet meer bedraagt dan a 125.000, geniet ze nog een vrijstelling op de tweede schijf (van 12.500 – a25.000).

De berekening gebeurt als volgt:

tot a 12.500: 0 % a 0,00

van 12.501 tot 25.000: 4 % a 0,00

van 25.001 tot 50.000: 5 % a 1.250,00

van 50.001 tot 73.920: 7 % a 1.674,40

totaal a 2.924,40

De 2 kinderen krijgen elk

euro 132.000 x 44 % (naakte eigendom)/2

= euro 29.040

Zij genieten elk een vrijstelling van de eerste schijf van euro 12.500.en een vrijstelling van de tweede schijf van 12.500 – euro 25.000

De berekening gebeurt als volgt:

tot a 12.500: 0 % a 0,00

van 12.501 tot 25.000: 4 % a 0,00

van 25.001 tot 29.040: 5 % a 202,00

totaal a 202,00

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content