De koning van het feest
Het was uit pure passie dat Gerald Watelet twintig jaar geleden de haute cuisine liet varen om zich op de haute couture toe te leggen. De échte haute couture. Pendelend tussen Brussel en Parijs bereidt hij nu een feestelijke retrospectieve van zijn werk voor.
Gerald Watelet ontvangt ons in zijn Brusselse woning, waar grote schilderijen de hoge muren bekleden. Een subtiele mengeling van klassiek en modern waarin rode tinten de meeste aandacht opeisen.
Plus Magazine: Uw agenda is goed gevuld, onder meer met de retrospectieve.
Gerald Watelet: De tentoonstelling geeft een overzicht van mijn werk van 1989 tot 2007. Ik werk er al een jaar aan. Voor de gelegenheid heb ik zelfs een aantal verloren gewaande stukken kunnen opvissen, zoals mijn allereerste mantelpak. Daar ben ik echt fier op.
U bent blijkbaar met heel diverse projecten bezig.
Inderdaad. Zo hebben ze mij gevraagd een nieuw kostuum te tekenen voor een prachtig maagdenbeeld uit de 16de eeuw voor de kathedraal van Antwerpen. Maar dit soort originele opdrachten zijn zeldzaam. Meestal krijg ik het etiket van de klassieke ontwerper opgeplakt, hoewel ik me niet als zodanig beschouw. In mijn werk interesseer ik me voor alles, als het maar voldoet aan mijn criteria van esthetiek en kwaliteit. Ik ben klassiek maar niet formalistisch.
U hebt nooit voor modeontwerper gestudeerd...
Maar heb er wel altijd van gedroomd het te worden. Alles wat het gewone buitengewoon maakt, fascineerde me. Ik was een verlegen en introvert kind, maar had het geluk een gekke grootmoeder te hebben die van theater, opera en operette hield en die me op sleeptouw nam. Het was mijn vader die me suggereerde hotelschool te volgen en ik heb zijn raad opgevolgd. Ik ben opgegroeid in een familie die houdt van eten en drinken en ik ben gek op feesten. Daarom heb ik die studies met veel plezier doorlopen. Toen ik afstudeerde, kon ik meteen aan de slag in het vijfsterrenrestaurant Villa Lorraine waar ik gedurende vier jaar de kans kreeg de internationale jetset van dichtbij te observeren. Die elegante vrouwen in die uiterst geraffineerde wereld hebben me de inspiratie gegeven die me nu nog helpt bij het ontwerpen van kleren.
Op 21-jarige leeftijd was ik de jongste maître d’hôtel van België. Toen ontmoette ik tijdens een diner een jongeman uit New York die haute-couturejuwelen verzamelde. Hij werd mijn vriend en samen hebben we een couturehuis geopend. Op dat moment had ik nog nooit een rok genaaid! Ik heb alles ter plekke geleerd maar het heeft bloed, zweet en tranen gekost want ik verafschuw amateurisme. Het is niet omdat je twee rokken kunt naaien dat je couturier bent. Je opent ook geen restaurant omdat je een omelet kunt bakken....
Bent u nooit bang geweest dat het zou mislukken?
Oh, ik ben wel enkele keren op mijn bek gegaan hoor, ook toen mijn zakenpartners vertrokken en ik plots de organisatie van het modehuis zelf in handen moest nemen. Maar ik heb blijkbaar de gave dat ik telkens opnieuw rechtveer. Ik denk dat het typisch is voor kinderen die heel veel liefde hebben gekregen. Ze zijn van niets of niemand bang. En als kind werd ik stik- verwend, dat mag ik wel zeggen. Om u een idee te geven: mijn verjaardag werd... elke maand gevierd. En ik ben nog altijd omringd door zeer goede vrienden en ouders bij wie ik altijd terecht kan.
Waarom wordt iemand modeontwerper?
Om de vrouwen te plezieren. Maar ik beschouw haute couture niet als kunst. Een kunstwerk is tijdloos terwijl een kledingstuk verslijt en uit de mode raakt. Het kan wel verleiden en een persoon macht geven, of uitstraling. Als ik een vrouw kleed, hoop ik dat de mensen zullen zeggen dat zij mooi is. Niet dat ze een mooi kleed aanheeft.
Wat vindt u van de hedendaagse mode?
Ik vind het young is beautiful-fenomeen verschrikkelijk. In de modebladen zijn de mannequins 14 jaar oud en wegen ze 45 kilogram. Onlangs paste ik eens een hemd in een boetiek... en ik kreeg mijn armen niet eens door de mouwen. Ze verkopen kleren voor snotneuzen, niet voor volwassenen. Het is een frustrerend systeem dat absoluut geen voeling meer heeft met de realiteit. Pure marketing, losgeslagen kapitalisme. Zelf blijf ik kwaliteit en comfort combineren. In een kleed waarin ze niet comfortabel kan zitten, eten of dansen ziet zelfs de mooiste vrouw ter wereld er ongelukkig uit.
Wat kunnen we nog doen aan de Britney Spearsen van deze wereld?
Niets meer. Ik vrees dat het te laat is. Mensen als Britney Spears of Paris Hilton leven nu eenmaal in een wereld waarin opvallen het enige is wat telt. Dit in tegenstelling tot iemand als Madonna, die een hele generatie heeft beïnvloed.
U houdt van feesten. Wat vindt u daar zo leuk aan?
Ze organiseren! Als alles klaar is, ga ik liever naar huis om tv te kijken of een boek te lezen. Eigenlijk draait niets van wat ik bedenk zo perfect uit als ik gehoopt heb. De mensen zijn nooit zo mooi gekleed als in mijn dromen. Ik weet dat wat ik zeg afschuwelijk en egoïstisch klinkt. Maar wie creatief is heeft altijd een zeer precies idee van de manier waarop de dingen moeten functioneren. Ik geef dan ook toe dat ik een dictator ben. Op vakantie bijvoorbeeld huur ik een huis voor vrienden en regel ik alles. Ik ga naar de markt, ik dek de tafel, ik kies de bloemen uit.... alles moet onberispelijk zijn. Dat is soms vervelend voor mijn vrienden. Sommigen hebben zelfs schrik om mij uit te nodigen! Maar nu ik wat ouder ben, kan ik me beter ontspannen dan vroeger. En luxe heb ik niet nodig. Ik geniet van authentieke dingen. Liever lekkere eieren dan slechte kaviaar. En in mijn beroep heb ik leren delegeren. Dat moet om te kunnen groeien.
Wat is uw grootste plezier?
Gezellig thuisblijven met vrienden, lekker koken. Mijn grote droom is een kasteel of een landhuis te hebben, met veel grond en een moestuin, een kippenhok, koeien, schapen, serres... Ben je ’s morgens al eens op blote voeten de tuin ingestapt om daar in de eerste zonnestralen een aardbei te proeven? Mijn hoofd zit vol van dergelijke souvenirs uit mijn jeugd, zonder in nostalgie te vervallen. Ik ben 44 en weet heel goed dat de wereld compleet veranderd is. Maar ik vertik het om de pleziertjes uit het verleden los te laten. Een leven zonder herinneringen, dat is pas triestig!
Gilda Benjamin – foto’s: Benny De Grove
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier